Direct naar artikelinhoud

Verwoestende spiraal in Zuid-Soedan

Het aantal VN-blauwhelmen in Zuid-Soedan mag direct worden opgetrokken tot 12.500, het risico op burgeroorlog wordt er niet minder om.

Minstens 100.000 Zuid-Soedanezen namen in de voorbije tien dagen de benen en in de provisoire kampen waar ze nu verblijven, klinken vergelijkbare verhalen. Ongeacht of het de etnische Dinka van president Salva Kiir dan wel de Nuer zijn van de in juli afgezette vicepresident Riek Machar, altijd weer vertellen overlevenden over aanhoudingen, martelingen, verdwijningen. Nuer-slachtoffers en Dinka-beulen, en vice versa.

Tribale lijnen

De strijders van de president hebben de staat Jonglei heroverd, zo wordt gemeld, maar die van de gewezen vicepresident controleren een van de twee olierijke staten en vechten nu om de andere. Slaagt de militie van Machar erin die in handen te houden, dan dreigt niet alleen een economische wurging van de rest van het land. Tal van waarnemers vrezen dat de kans groot is dat Noord-Soedan zich dan militair gaat inmengen, al was het maar omdat de olieopbrengsten ook met Khartoum moeten worden gedeeld. En als dat gebeurt, is het hek helemaal van de dam.

Hoe is het zover kunnen komen? "Deze ontwikkeling", zo meent expert Philip Roesler in The Washington Post, "was niet overmijdelijk maar erg waarschijnlijk" en de redenen daarvoor zijn veelvuldig. Vooreerst is er de gigantische armoede en onderontwikkeling, gekoppeld aan het feit dat economische mogelijkheden voor individuen en groepen afhangen van hun toegang tot de politieke macht. Zuid-Soedan is met ongeveer 1.000 dollar per capita straatarm en beschikt over zo ongeveer geen infrastructuur. Bovendien gaat het om arme mensen, een slecht functionerende staat en een enorme rijkdom aan grondstoffen.

Daarbij komt de lange schaduw van de koloniale cartografen, die erg diverse volkeren binnen artificiële grenzen dwongen. De afscheuring, niet eens tweeënhalf jaar geleden, van Zuid-Soedan loste dat probleem niet op. De nieuwe natie verenigt tal van etnieën, waarvan de Dinka en de Nuer met respectievelijk 15 en 10 procent van de bevolking de grootste zijn.

Identiteit ligt langs tribale lijnen en wordt militair onderbouwd met milities. Die vochten jaren samen tegen het noorden en werden ook na de onafhankelijkheid niet ontbonden. Bovendien is ook die historische solidariteit relatief, toch als je naar de levenswandel van een man als Machar kijkt. De gewezen vicepresident ging in 1984 wel bij het Zuid-Soedanese verzet maar liep in 1991 over naar Khartoum, na een mislukte poging om toenmalig leider John Garang te onttronen.

Zes jaar later tekende Machar een vredesakkoord met het regime van president Omar al-Bashir, om in 1997 andermaal van kamp te wisselen. Toen Garang in 2005 bij een helikoptercrash omkwam, benoemde diens rechterhand Salva Kiir de man tot vicepresident. Om de Nuer voor zich te winnen, zo menen experts. Maar bondgenoten zijn beide mannen nooit echt geworden.

Machar en Kiir zijn bovendien ontzettend verschillende individuen: de eerste behaalde een doctoraat in Groot-Brittannië, de tweede is een nauwelijks opgeleide commandant die evenwel een goed politiek instinct ontwikkelde.

Machtsstrijd

"Wat zich in het voorbije jaar in Zuid-Soedan voordeed, is grosso modo als volgt samen te vatten", meent Roessler. "De president voelde zich hoe langer hoe meer bedreigd door zijn kameraden, vooral dan door Machar, die van zijn machtsambities geen geheim maakte. Kiir probeerde Machars macht en invloed te kortwieken door hem zijn functie te ontnemen en het hele kabinet wandelen te sturen. Toen op 15 december geweld uitbrak tussen twee rivaliserende fracties van de presidentiële garde, besloot Kiir zijn opponent voorgoed uit de weg te ruimen, door hem en zijn medestanders te vermoorden of dat althans te proberen."

Machar kon ontkomen en heeft zijn netwerken gemobiliseerd, in een poging de macht via een gewapende rebellie te heroveren.