Direct naar artikelinhoud

De disneyficatie van Pablo Escobar

Sinds Netflix Narcos maakte, neemt het Pablo Escobar-toerisme in Colombia een hoge vlucht. Toeristen zoeken in Medellín naar sporen van de drugsbaron, tot afgrijzen van veel inwoners. Maar je kunt er zo wel Roberto Escobar ontmoeten, Pablo's broer en ex-accountant van het Medellín-kartel.

et graf van Pablo Emilio Escobar Gaviria (1949 - 1993) ligt vol met bloemen. Ook bij de plakkaten van familieleden staan kleurrijke boeketten. Rondom het familiegraf vertelt onze gids dat het nooit helemaal duidelijk is geworden wie Escobar heeft doodgeschoten, dat hij misschien wel zelfmoord pleegde. De backpackers en ik luisteren aandachtig, de volgende groep toeristen komt al aanlopen.

Zo had 's werelds beruchtste drugsbaron het graag gezien: 26 jaar na zijn dood nog steeds volop in de schijnwerpers. Escobar ligt begraven op Cementerio Jardines Montesacro, een simpel kerkhof aan de rand van de Colombiaanse miljoenenstad Medellín. Het kijkt uit op Envigado, de volkswijk waar Escobar opgroeide. Hier ligt de Robin Hood van Colombia, wil hij postuum benadrukken.

Het Escobar-toerisme heeft de laatste jaren een vlucht genomen, vooral dankzij de Netflix-serie Narcos. In Medellín kun je verscheidene tours doen, die allen een stop maken bij zijn laatste rustplaats. In het dorpje Guatapé kun je paintballen in een van Escobars villa's en Hacienda Napoles, waar Escobar nijlpaarden hield, is nu een pretpark. De inwoners van Medellín walgen van deze heldenverering. Iedereen kent wel iemand die door toedoen van Escobar is gedood. Maar de toeristen zijn alleen geïnteresseerd in Escobars extravagante levensstijl, mooie villa's en wilde ontsnappingen.

Er is ook een tour waarbij er een (kleine) kans is dat je Roberto Escobar ontmoet, Pablo's broer en voormalig accountant van het Medellín-kartel. Dat wekt mijn journalistieke nieuwsgierigheid. Roberto werd in de jaren 90 veroordeeld, maar kreeg in de gevangenis een bombrief, waardoor Roberto halfdoof en halfblind is en niets meer kan proeven of ruiken. Door deze verwondingen wist hij een deal te sluiten met de regering en mocht Roberto zijn straf onder huisarrest uitzitten, mits hij een van de familiepanden zou inrichten als museum. Als beheerder van Pablo's nalatenschap klaagde hij onlangs ook Netflix aan voor onrechtmatig gebruik van de familienaam.

Ik wil Roberto daarom wat vragen stellen, maar chauffeur Jaime ligt dwars, als hij ons ophaalt bij het hostel. "Jij bent journalist? Als señor Escobar thuis is, mag je hem alleen een hand geven - geen vragen." Hoewel Jaime nogal opgefokt en wantrouwig overkomt, kan hij het niet laten om hints naar zijn verleden te geven. Jaime was namelijk zes jaar lang de chauffeur en bodyguard van Gustavo de Jesús Gaviria, neef en rechterhand van Escobar. "Maar ik heb zelf nooit drugs gesmokkeld. Echt niet."

Naast Jaime is er ook een jonge, Engelssprekende gids mee: Juan Carlos. Hij houdt het bij de historische feiten en vertelt vooral over terreur die de drugsbaron over Medellín uitstortte.Hoewel Juan Carlos een goede gids is, die levendig vertelt, wil ik toch meer van Jaime weten. Maar hoe meer ik hem vraag, hoe schimmiger hij wordt. In welke jaren werkte hij precies voor het kartel? "Weet ik niet meer." Hoeveel geld had hij? "Veel, maar het ging allemaal naar feestjes en vrouwen." Waarom stapte hij eruit? "Omdat ik niet meer over mijn schouder wilde kijken." Hoewel Jaime geen reden had tot vluchten, vertrok hij toch naar Spanje. "Ik werkte een tijdje op het platteland en als ober." Ook kickte Jaime af van zijn cocaïneverslaving. "Pablo werd nooit high van zijn eigen voorraad, maar al zijn medewerkers waren verslaafd. Het kostte me drie jaar om af te kicken - verschrikkelijk spul."

Maar nogmaals, Jaime wil geen interview geven en ook niet op de foto. "Ik kan je in contact brengen met Popeye, maar die vraagt geld voor een interview." Jhon Jairo Velasquez, 'Popeye', vermoordde zo'n driehonderd mensen voor Escobar en is mogelijk bij nog duizenden moorden betrokken. Twee jaar geleden kwam hij vrij wegens goed gedrag. Ook schreef hij een autobiografie. Jaime laat me het boek zien. "Hij is een vriend van mij." Bijzonder, want Popeye zou ook hebben gezegd dat hij niet meer precies weet hoeveel mensen hij heeft vermoord, omdat alleen een echte psychopaat dat bijhoudt.

Schadevergoeding

We rijden omhoog in El Poblado, de duurste wijk van Medellín. Bovenop een heuvel komen we tot stilstand, waar ik Roberto Escobar (69) al zie zitten op het terras, met een paar vrienden aan zijn zijde. Ik ben nog niet uitgestapt of Jaime verontschuldigt zich meteen tegen Roberto voor het feit dat er een journalist mee is en vraagt of ik wel mee mag met de tour door het huis. Maar Roberto vindt het allemaal geen probleem en wil zelfs wat vragen beantwoorden. Want hij is pissig op Netflix. "Het gaat er niet om of ik de serie goed vind of niet; ze moeten niet aan onze familienaam komen zonder toestemming."

Waarom spant hij nu pas een rechtszaak aan tegen de zender, terwijl het tweede seizoen al bijna op tv is? "Ik heb hen in het begin al een brief gestuurd, maar ze hebben nooit gereageerd, dus klaag ik hen nu aan. Ik houd niet van leugens. Veel familieleden leven nog, dus ze hadden ons makkelijk om toestemming kunnen vragen. Maar dat doen ze niet." Veel media schreven dat Roberto een schadevergoeding van 1 miljard dollar (zo'n 895 miljoen euro) wil. "Onzin, ik heb nooit een specifiek bedrag genoemd. Ik wil eerst dat Netflix met mij om de tafel gaat zitten." En anders? "Ik heb een team advocaten klaarstaan."

Netflix wil niet reageren, maar weken later bel ik met Javier Peña en Steve Murphy, de DEA-agenten op wie de hoofdpersonages uit de serie zijn gebaseerd. Peña en Murphy, die met pensioen zijn en nu lezingen geven, zijn wel door Netflix om input gevraagd. Hadden de makers Roberto er ook bij moeten betrekken? "Roberto was een nobody. Hij had geen enkele invloed op het regime", meent Peña. "Alles wat Roberto naderhand over die tijd heeft verteld, wijkt enorm af van de waarheid", valt Murphy hem bij. "Hij probeert nu gewoon geld te verdienen aan zijn dode broer."

Na mijn praatje met Roberto vervolgen we de tour. Gids Juan Carlos laat Pablo's jetski zien en een auto met barsten in de kogelvrije ramen. In het kleine huis vind je nog meer kogelgaten, soms bedekt met familiefoto's. Juan Carlos demonstreert ook de verborgen opslagplekken in bureaus en kasten. We mogen overal foto's van maken, maar niets filmen en geen geluidsopnames maken. Ook wordt ons op het hart gedrukt dat er overal camera's en microfoons zijn opgehangen - voor Roberto's veiligheid. "In de keuken stonden allemaal monitors", fluistert een Australische backpacker tegen me.

Medicijn tegen aids

Het is tamelijk doorzichtig: Jaime en Roberto spelen mooi weer voor toeristen en vertellen hoe ze hun leven hebben gebeterd. Roberto claimt zelfs dat hij een medicijn tegen aids heeft gevonden. Voor dit ochtendje vragen de heren 90.000 pesos (zo'n 27 euro) per persoon. Na afloop kun je ook met Roberto op de foto. Een Argentijns stel probeert talloze poses uit voor hun selfie, alsof ze een filmster ontmoeten. Voor nog eens 10.000 pesos (3 euro) zet Roberto zijn vingerafdruk op een opsporingsbevel. De inwoners van Medellín gruwen van deze 'Disneyficatie' van Colombia's bloederige geschiedenis.

Ondertussen tuurt gids Juan Carlos, die studeert voor stedenbouwkundige en deze tours als bijbaantje doet, naar de huizenzee in het dal. "Kijk, dat is barrio Antioquia. Je koopt er een gram pure cocaïne voor 20.000 pesos (6 euro). Honderden families zijn daar betrokken bij de drugshandel, maar de politie doet niets. En zie je dat vliegveld pal ernaast? Zo kunnen ze ongestoord drugs naar binnen en buiten smokkelen." Juan Carlos is eigenlijk de enige die zinnige dingen zegt deze ochtend: "Men grapt dat Pablo meer geld verdient nu hij dood is. De drugshandel in Medellín is groter dan ooit."