Direct naar artikelinhoud

Op één been kan onze kunst niet staan

Chantal Pattyn is manager Cultuur bij de openbare omroep, netmanager van Klara en presentator van Pompidou.

De timing was wat ongelukkig, vorige donderdag. Uitgerekend 16 minuten voor ik de VRT-medewerkers zou inlichten over de visie en het plan van aanpak in verband met cultuur op de openbare omroep, arriveert de mail van het kabinet-Gatz met de toegekende subsidiebedragen.

Het moment waarnaar sinds de bekendmaking van de artistieke en zakelijke beoordelingen door heel de sector met een bang hart wordt uitgekeken, is daar. En ik, die me om het half jaar een zwaardere leesbril moet aanschaffen, begin als een gekkin Excel-documenten op mijn smartphone te lezen. Van tabellen word ik zelden vrolijk, maar vorige donderdag - toen ook het weer zich alweer misdroeg voor de tijd van het jaar - zat ik plots op een donderwolk. Met voor mijn neus een bende gepassioneerde cultuurwerkers. Dat heet een feestje verpesten. Net nu we het aan de Reyerslaan zo goed voor hebben met de kunst, verliest die kunst een been om op te staan.

Op Klara was er rond de noen vooral stennis over Jeugd en Muziek, Il Fondamento en de Zomeropera van Alden Biesen, die de subsidieboot misten. In de klassieke muziekwereld viel er ook goed nieuws te rapen: barokorkest B'Rock krijgt een verhoging van 79 procent, en terecht. Collegium Vocale gaat 10 procent vooruit. Philippe Herreweghe zal zijn 70ste verjaardag in stijl kunnen vieren. Jos Van Immerseel moet dan weer een toontje lager spelen: Anima Eterna zal 8 procent inleveren.

Opera en Ballet Vlaanderen blijven stabiel, maar ja, die kosten al 23,85 miljoen euro. Blijkt dat ook de andere grote kunstinstellingen in de bovenste schuif liggen. Met nieuwkomers Vooruit en Concertgebouw als grote winnaars. Daar knelt het schoentje al in de subsidiëring. Je hebt de grote 7, die in het landschap alle functies (productie, presentatie, ontwikkeling, reflectie & participatie) moeten waarnemen, en er is de rest, die functies kunnen voorstellen en op de dossiers daarover worden beoordeeld. Maar dat betekent dat men in de kunstensector meet met andere maten en gewichten. Waarom mag de ene groot zijn en de andere niet? Betekent dit dat er voor de rest minder ambitie aan de dag moet worden gelegd? En wie gaat daarover?

In de eigen voet

Ik stel me die vragen omdat de nieuw in het leven geroepen en uitermate technische machinerie van subsidiëring er net op gericht was de advisering zo objectief en transparant mogelijk te laten verlopen. Daar werd het hele veld bij betrokken. Daar werd op gestudeerd. Maar wat blijkt? Net door die ambitie heeft men in de eigen voet geschoten. Dat het systeem na een paar schier onverklaarbare rapporten onder meer Anne Teresa De Keersmaeker, Alain Platel en Sidi Larbi Cherkaoui met slechte punten het bos in stuurde, daar kon geen mens bij. Die schande werd deels rechtgezet.

Maar die operatie zegt iets over het feit dat commissies feilbaar zijn en dat je van het aanvragen en toekennen van subsidies geen exacte wetenschap kunt maken. Ik zie hen allemaal graag, maar waarom werden de Roovers (met twee keer een voldoende) alsnog opgepikt en een ander theatergezelschap, Tristero (met een voldoende en goed), niet? Tristerissimo.

Wat ook steekt is dat artistiek en zakelijk uitstekend beoordeelde instellingen en ensembles niet in verhouding worden gehonoreerd. Het werkt weinig motiverend dat je je uitstekende beleidsplan, waarvoor je applaus op alle banken kreeg, niet kunt realiseren omdat je er het geld niet voor krijgt. Om reden van schaarste en omdat minder goed beoordeelde instellingen ook in leven moeten worden gehouden. Die solidariteit zal echter ook een andere prijs hebben, die werd begroot noch becijferd. Een aantal uitstekende artiesten kreeg geen cent en zal om steun bij de collega's vragen. Wie hoest straks de 186.720 euro op die de vzw Bloet van Jan Decorte tot voor kort kreeg? Of mogen Jan en Sigrid nu geen theater meer maken?

Mijn oog blijft plakken aan getallen waarvoor ik mijn bril nog even verder op mijn neus schuif. Het NTGent krijgt er 31 euro bij. Eénendertig euro! De Bijloke: 66 euro! Afronden naar boven kan vernederend zijn.

Deze subsidieronde is een gemiste kans. Naast de miljoenen die voor de sector verloren zijn gegaan, had cultuurminister Gatz scherpere keuzes moeten maken. Nu zit de een aan de bedelstaf en is de ander net niet rijk genoeg om de behoeftige hulp te bieden. Daar word ik treurig van. Terwijl we internationaal top of mind zijn en onze kunst een van onze beste exportproducten is. Onze minister had de sector zijn moment de gloire moeten gunnen, om echt door te breken. Maar kunst is blijkbaar geen prioriteit, ondanks het adagium 'Flanders, state of the arts'.

Nu de einder vanuit mijn hok aan de Reyerslaan toch wat zon laat zien, klaar ik mee op. Want blij voor Scheld'apen, B'Rock, Rekto:verso, Needcompany, Troubleyn en anderen. Ik ga voor de derde keer Mount Olympus bekijken op het Theaterfestival. Omdat wij zot van kunst zijn. Maar zot zijn doet soms zeer.