‘De twaalf’-regisseur Wouter Bouvijn vindt inspiratie op café
Wouter Bouvijn (31), regisseur van de langverwachte serie De twaalf, vindt inspiratie op café. Daar hangt hij met zijn vrienden, en mijmert hij over het heelal.
Het zijn spannende tijden voor Wouter Bouvijn, links op de foto met een van zijn maten. De twaalf, over een volksjury in een Belgisch assisenproces, werd deze week bekroond met de prijs voor beste scenario op ‘Canneseries’, het showcasefestival voor internationale fictieseries. De reeks komt dit najaar op Eén, maar intussen werkt hij al aan Red Light District, een Belgisch-Nederlandse coproductie met een indrukwekkende cast.
“Tijdens het maken van De twaalf heb ik bijna twee jaar geen vrije tijd gehad. Met de zomer in zicht had ik gehoopt die voornamelijk op zonnige terrasjes te kunnen doorbrengen. Valt dat dik tegen, zeg. Dus profiteer ik nog van het mooie voorjaar en grijp ik elk moment dat er nu is aan om dat wel te doen.
“Als regisseur leef ik in fases. Die van het idee en scenario, de productie en de montage. Die bepalen mijn ritme. Schrijven doe ik ’s nachts. Op andere momenten verplicht mijn beroep me ertoe vroeg op te staan. Vroeger woonde ik samen met enkele vrienden, nu moet ik op café om ze te zien. Allemaal mensen met een artistiek, dus vaak onregelmatig leven. De momenten samen brengen we hier door. Op het mooiste terras van Gent, dat van de Albatros. Afspreken hoeft niet, iedereen hangt hier gewoon rond.”
Dat hun domicilie niet langer dezelfde is, houdt de mannen niet tegen om samen op de lappen te gaan, en dat kan zomer én winter, dag en nacht. En dan loopt het al eens uit de hand. Tot in de vroege uurtjes en met een goed aantal pinten op. “Op café gaan is mijn hobby, het is daar dat ik inspiratie vind. Onder de zon of de sterren. Was ik geen regisseur, dan werd ik astrofysicus. Nadenken over hemellichamen en zwarte gaten. Niet dat ik daar slim genoeg voor ben, maar het boeit me mateloos. Film en televisie maken is eindig. Het heelal niet.”