Direct naar artikelinhoud

Ontrafeld

Was Hugo Claus (1929-2008) in de eerste plaats dichter of schilder? Kunstkenner Rudi Fuchs antwoordde daar ooit op dat de dichter en de beeldenmaker onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. 'Zijn echte oeuvre zijn de gedichten, de tekeningen zijn guirlandes die daartussen slingeren.'

GEEN TITEL, GEEN JAARTAL

Hugo Claus heeft getekend en geschilderd van zijn achttiende af. Hij heeft duizenden werken gemaakt, én veel vernietigd. Hij zou rond zijn zestiende even de beeldhouwklas van de Gentse Academie hebben gevolgd, maar het zijn vooral zijn intensieve contacten met kunstenaars als Raveel, Jorn en Alechinsky die hem op weg gezet hebben. Net als Picasso, keek Claus heel goed en roofde met zijn ogen. Stijl interesseerde hem niet, stijlevolutie nog minder. Daarom dateerde hij geen enkel werk. Tegen Freddy de Vree zei hij in 1988 dat "tegenstrijdigheid" zijn stijl is, dat hij "nog altijd van de ene periode naar de andere kan fladderen." Eind 2005 zei hij tegen De Morgen: "Ik ben tweehonderd schilders. Elk werk is door een andere schilder gemaakt." En waarom geen enkel werk een titel heeft? "De toeschouwer moet er zijn fantasie maar op loslaten."

VROUW

Deze kleurige, haarscherpe aquarel - op ware grootte afgedrukt 25 bij 26 centimeter - dateert vermoedelijk van medio jaren zestig. Er zitten invloeden in van de popart en van schilders als Hockney en Kitaj. De claustrofobische situatie doet wat aan Francis Bacon denken. Ook de verdubbeling van de vrouw - ze is uit verschillende oogpunten geschilderd - lijkt op de aanpak van Bacon: een soort lenig kubisme. Hugo Claus laat de vrouw bewegen: ze daagt uit met welig haar en zwarte lingerie. Eerst zit ze op haar knieën en daarna draait ze zich naar de man, terwijl ze haar dij streelt. Lust en seks, daar gaat het vaak om bij Claus. In de poëziebundel Oog om oog (1963) schrijft hij: "Je bent gekomen zoals ik wou dat je kwam / En van louter dolheid is je beeltenis / in mij omvergetuimeld en nu beef ik."

MAN

De man in strak pak is passief. Hij zit onderuitgezakt en lijkt te slapen. Of is hij een passieve voyeur? Is hij 'de koele minnaar', een roman van Claus uit 1956? Zijn pak is blauw en koel als de lucht of het water, terwijl de vrouw in warme bruintinten is geschilderd.

DEUR OF BADKUIP?

De man en de vrouw zitten opgesloten in een wit vlak. Is dat een knipoog naar het wit van Raveel? Of zitten ze in een kamer van een rendez-voushotel en is de gele vorm een deur of een badkuip, met daarvoor een vuil wastafeltje? Of ontmoeten ze elkaar als personages in het wit van een onbeschreven blad, in een kamer tussen nacht en morgen?