Direct naar artikelinhoud

Paul de Grauwe

Aan luxe doet hij niet. Het zijn de statistiekjes die hem ontroeren. Econoom Paul De Grauwe (65) is gelukkig in Londen. Hij mag er de geesten van elitestudenten verruimen. Fysiek en mentaal staat hij scherp. Maar dat men de eurocrisis laat verrotten blijft hem woedend maken. Europa kan het, maar wil het niet, zegt hij. 'Duitsland is het eigen verleden vergeten.'

In eigen land is hij bijna een rockster. Kranten, televisiezenders, managers en diplomaten buigen nederig naar het hoge licht van econoom Paul De Grauwe. Hij schudt met zijn scherpe, onverbloemde analyses in zijn eentje de hele eurozone op. En krijgt daar felicitaties voor van Nobelprijswinnaar Paul Krugman. Helaas (nog) niet van het Europese establishment.

Nu ik hem voor het eerst in levenden lijve zie, kijk ik verbaasd op naar zijn frêle compositie van lijf en leden. Jongetje van 65. Bij 5 beaufort valt hij gegarandeerd om.

Maar dan loop ik met hem door Londen. Hij met vederlichte tred, half dansend, ik puffend achter hem aan. Ook zijn mond valt geen moment stil.

Ik had al langer een vage sympathie voor de professor. Waar het vandaan kwam, kon ik niet echt duiden. Was het zijn bijna non-intellectuele flair? Het begrijpelijke taalgebruik? Zijn boosheid die je soms op en neer ziet dansen in het nauwelijks bevleesde bekken? De blik half van velours, misschien?

Hoe dan ook, ik, cijferbarbaar tot op het bot, bleef altijd gecharmeerd naar hem kijken. Al sprak hij nog steeds Chinees.

Nu zit ik tegenover hem, in een Ikea-achtige treurnis. Wel op een sacrale plaats: de London School of Economics. Oase van het economische denken, van multiculturele diversiteit, van de ware internationale elite. Daar zit hij toch maar, die kleine Belg met joggersparfum, die nu vraagt of ik gewone koffie van de automaat wil. Hij gaat er zelf om.

Het is aan alle universiteiten hetzelfde: nooit zie je iets van grandeur in de huisvesting van de intellectuele elite. Alle professoren in een uitvergroot bezemhok. Geen bloemetje in de buurt. Airco: no way. Allicht dat je niet mag roken in deze achterkamertjes met verkeerd behang en vloekend vast tapijt of laminaat.

Paul De Grauwe klaagt niet: "Ik hoef geen geld, ik hoef geen luxe. Ik rijd in een oude Japanner. Ik ben wel blij met de formidabele mountainbike die ik bij mijn emeritaat heb gekregen. Een wonder van souplesse. Ik reed altijd op een stugge herenfiets van thuis naar de universiteit in Leuven. En nu dit: fiets aan de pink.

"Waarom zo sober? Omdat ik geen intellectueel genot vind in materie. Ik ben volmaakt gelukkig in de speelsheid van het denken. En vervolgens in de formulering ervan, wat altijd op enige originaliteit wijst, mag ik hopen. Misschien soms op kunst. Weinig is nobeler dan de geesten van jonge studenten te mogen verruimen. Het liefst in balorige tegenspraak. Dat heb ik nu in Londen, dat had ik minder in Leuven. Mijn studenten in Leuven vond ik vaak te mak, te braaf, te nonchalant in hun nieuwsgierigheid."

Het messianisme van Paul De Grauwe.

Ik vraag hem in welke taal hij denkt. "Als het over economie gaat, meestal in het Engels. Pardon, over de liefde? Pff. Ik ben nogal visueel ingesteld. Een geraffineerd statistiekje kan mij ontroeren. En ja, de liefde kun je moeilijk uitleggen."

Dan maar over de ellende van de euro.

"Ik heb de euromiserie al in het begin van de jaren negentig aangekondigd. Mijn handboek over de muntunie wordt wereldwijd gelezen. Het betoog was simpel: de euro kan alleen overleven als er een sociale en politieke eenmaking op volgt. Toen ik het schreef, was ik een euroscepticus. Niet serieus te nemen. Vandaag is mijn voorspelling intellectueel gemeengoed geworden.

"Ik voel geen triomf bij deze crisis. Juist niet. Ik verzet me met al mijn vezels tegen het heersende fatalisme. Maar ik heb nog steeds weinig handlangers in de politiek. Nog altijd is het niet doorgedrongen hoe ernstig deze crisis is. En hoe inciviek het gedrag van lidstaten en banken soms is. Maar ik geef niet op, ik blijf roepen met de kracht van mijn overtuiging."

Intellectueel dorp

De London School of Economics is een kleine campus in het bruisende hart van Londen. De Grauwe is trots dat hij lid is van het hoog intellectuele dorp. Hij geeft les aan tientallen nationaliteiten. Elitestudenten uit de hele wereld. Niet dat het elitegevoel hem direct bestorven is: zoon van een vertaler bij het ministerie van Defensie in een groot gezin. Zelfredzaamheid als tweede natuur.

Wel een zachte mens geworden. En achter alle cijfers en economische modellen ook kunstliefhebber gebleven. "Ik voelde mij van jongs af sterk aangetrokken tot kathedralen. In mijn jeugd reed ik samen met mijn broer op de fiets Frankrijk door. Hij voor de fiets, ik voor de kathedralen. Parijs, Chartres, Amiens... Ik was ook een liefhebber van Camus, van literatuur in het algemeen. Later heb ik het - vooral Duitse - taalfilosofische denken enigszins van me afgeworpen, maar het is weer teruggekomen."

Voor we naar een restaurant in de buurt lopen, wil hij mij toch nog even de bibliotheek laten zien. Langs een wenteltrap naar een enorme zuil van boeken. Met verdiepingen. Een normaal leven volstaat niet om het allemaal te lezen. Toch, Paul De Grauwe zou niet kunnen begrijpen dat al deze ruggen van denkers, filosofen en economen de bezoeker onberoerd laten. Zijn eigen boeken staan nog thuis, in Leuven. "Ik mis ze wel. Ik mis de bevlogenheid van herkenning in hun nabijheid. Pas in september ga ik op zoek naar een flatje in Londen. Nu leef ik nog in een hotel. Ik wil niet zeggen dat de afwezigheid van mijn persoonlijke bibliotheek een amputatie is, maar het gemis is latent. Je eigen literatuur: je hoeft er alleen maar naar te kijken, en oude tijden komen terug."

Op de pleintjes voor de LSE genieten jongeren met rugzakje van de zon. Een Aziatisch meisje heeft een jointje opgestoken. De professor ziet het niet, maar kan er best mee leven. Hij is tenslotte ook nog liberaal: vrijheid, blijheid. En dat hij achteloos voorbijgaat aan dit soort kleine tafereeltjes komt natuurlijk omdat hij vooral wandelt in zijn hoofd. "Concerten, theaters, exposities in Londen? Het is vaak ook culturele shit. Ik wil mijn tijd niet verliezen aan modieuze koketterie.

"Ik heb altijd de samenleving voor ogen."

Nu moet hij diep nadenken: kan economie een roeping zijn? "Een roeping is wel een heel groot woord. Ik ben gestempeld door de jezuïeten. Daar komt mijn drive naar analyse vandaan. Naar immanente nieuwsgierigheid. Altijd de geest laten werken, als een soort tweede natuur. Ik ben in Leuven begonnen aan politieke en sociale wetenschappen. In het tweede jaar kon je nog alle richtingen uit. Ik twijfelde tussen sociologie en economie. Ik weet nog altijd niet waarom ik voor economie heb gekozen. Ik had ook veel affectie met filosofie."

Hij haalde zijn doctoraat in de VS, ging een jaar werken voor het IMF, maar toen hem een leerstoel aan de KU Leuven werd aangeboden, keerde hij terug naar de heimat. "Ik blijf wel getekend door de Angelsaksische manier van denken. Dat krijg je er niet meer uit."

Geprogrammeerd is hij niet, wel georganiseerd. "Mijn dag begint met een cappuccino in een leuk Italiaans barretje om de hoek. Ik ben blij dat ik naar mijn werk kan lopen. Om 9 uur arriveer ik op mijn bureau. Rond 11 uur geef ik les. Verder bestaat de dag uit onderzoek, lezen en gesprekken. Een enkele keer naar de City, al is dat niet echt mijn wereld. Wat zou dan het supplément d'âme van moneymakers zijn.

"Ik schrijf veel en word geregeld geïnterviewd door internationale media. Laatst was ik nog bij de BBC. Ze houden kantoor hier om de hoek. Een stuk in de Financial Times is altijd prettig. Misschien heeft de universiteit Leuven niet goed nagedacht bij mijn gedwongen afscheid: mijn naam is nu verbonden met de LSE, niet meer met Leuven. Of ze daarmee in hun eigen voet hebben geschoten? Het antwoord laat ik graag aan u over."

Hoe consequent rationeel kun je in het leven staan, vraag ik de professor economie. Of is er misschien toch iets meer tussen hemel en aarde dan bruto nationaal product. Ineens gaan ook de armen spreken: cirkels in het weerwoord.

"Niets is alleen maar rationeel. Ik ben relatief laat tot een afkeer van religie gekomen. Het was mijn vaste overtuiging dat het kapitalisme de godsdienst zou uitschakelen. In West-Europa is dat gelukt. Straks zal ook de religie in Polen sneuvelen. Maar juist in de bakermat van het kapitalisme, de VS, is godsdienst ongehavend gebleven. Daar heeft het ultieme kapitalisme God niet klein gekregen. Laatst was ik nog in Amerika. Een mevrouw vertelde op televisie dat ze atheïst was. Een brug te ver. Ze mocht alles zijn: mormoon, boeddhist, flower power. Maar niet atheïst. Haar leven werd bedreigd. Ik begrijp daar helemaal niets van. In Amerikaanse steden vind je nog het Europese patroon met betrekking tot religie. In Amerikaanse dorpen is het hopeloos. Gelukkig lijden onze plattelanders niet meer onder een religieus juk.

Zonder emoties geen ratio

"Economen moeten leren van andere wetenschappers. Ik ben ook gestempeld door Camus en Dostojesvski. Ik was ooit zeer getroffen door de ideeën van Antonio Damasio, hoogleraar neurowetenschap. Zijn stelling was dat uit hersenonderzoek was gebleken dat wie de emotionele capaciteit kwijt is, ook niet meer rationeel kan denken. In de economie hebben we altijd het omgekeerde gezegd: de weg vrij van emoties maken voor de ratio. Foute redenering. Als je emoties aan de kant zet, houdt ook rationeel denken op. Dan worden de dingen alleen nog ondergeschikt gemaakt aan eigenbelang."

Vroeger, zegt hij, ging het in de economie nooit over rechtvaardigheid. "Het ging om geld verdienen. Nu is fairness ook van levensbelang. Het is geen randfenomeen meer in de economie. Uiteindelijk is ook voor economen geluk de centrale vraag geworden. Dat juich ik van harte toe. Als toegenomen welvaart niet tot toegenomen geluk leidt, ontstaat er een serieus probleem.

"Ja, de hype van de markt staat geluk in de weg. Markten zijn stuurloos. Hun denken is gebaseerd op het uitgangspunt dat mensen altijd supra-rationele wezens zijn die altijd optimale beslissingen nemen. Dat zijn we gelukkig niet. Vanuit die eenkennige arrogantie richt de markt zich tot de politiek: blijf met je poten van ons af. In het achterhoofd ook nog de subversieve gedachte: mensen begrijpen toch niet hoe de wereld in elkaar zit.

Wachten op de crash

"De dynamiek van het kapitalisme is cyclisch wandelen in de duisternis. Plots worden mensen, om ik weet niet welke reden, optimistisch. Van optimisme komt euforie en vervolgens is het wachten op de crash. Dat is het cynisme van markten. U zegt het: ook met hun in profetieën verklede bezuinigingsgekken à la Geert Noels."

Zijn academische wijsheid beperkt hem in al te ruig taalgebruik. Maar hij bedoelt het wel: Europa is laf.

"Het gat in de beschaving van vandaag is het gebrek aan perspectief dat aan jonge mensen wordt geboden. Mijn generatie kon de toekomst nog met gerust gemoed tegemoet zien. Dat is de jongeren van vandaag niet meer gegund, en dat is dramatisch. Het gif van de werkloosheid slaat in ondraaglijke proporties om zich heen. Een samenleving met een jeugdwerkloosheid van vijftig procent is reddeloos destructief. Ook hooggeschoolden in Spanje en Portugal hebben vandaag geen perspectief meer.

"Ik was op een vergadering in Lissabon. De Portugese eerste minister kwam daar zeggen: 'De positieve kant van werkloosheid is dat jongeren kunnen emigreren.' Dat je het durft te zeggen. Je eigen volk het land uit jagen, hoe pervers ben je dan? Het zuiden van Europa zit in een genadeloze spiraal van de ondergang. Dat mag Europa zich mede aanrekenen."

De financiële markten hebben vrij baan gekregen, en dat is ver beneden de waardigheid van het Avondland. "De politiek ondergaat slaafs de wet van de markt. Het besef dat markten er zijn om gestuurd te worden, is geheel afwezig. Dat is lafheid, ja. En schuldig verzuim.

"Neem Griekenland. We hebben de technische mogelijkheden om de val in het ravijn te stoppen. De Europese centrale bank heeft daar perfect de middelen toe. Europa kan het dus, maar wil het niet. Ook in Vlaanderen leeft de idee: die Grieken moeten eerst gestraft worden. Europa in de ban van de schuld- en boete-industrie. De financiële markten jagen de cirkelzaag van angst en paniek in ongekende wellust aan. Zo ver zelfs dat Duitsland het eigen verleden is vergeten. Terwijl de Duitsers wel van ons een tweede kans hebben gekregen. Ze zouden nu ook perfect kunnen zeggen: de Grieken hebben hun best gedaan, we schelden hun schuldenlast voor 75 procent kwijt. Is volstrekt eerbaar. Maar nee, men is de eurozone aan het laten verrotten. Bewust. De vrees voor de toekomst van de eurozone is nu existentieel gedestabiliseerd. En dat hebben we dus zelf gedaan."

Hoe dan verder? "Op een dag zal de eurozone in elkaar klappen. Ik hoop dat men de apocalyptische analyses nog tijdig van zich af kan zetten, maar ik durf er niets meer op te verwedden. Er zijn er die denken aan Duitsland als kern van de euro met nog enkele eurosatellietjes om zich heen. Dat is dan geen muntunie meer. Ik bedank er feestelijk voor om alsnog onderdeel uit te maken van het grote Duitse Rijk. Ik vind het infaam dat uitgerekend Duitsland nu voor een land als Griekenland de grote neezegger is.

"In België is de crisis van de eurozone minder precair. Maar dat kan zomaar veranderen. Stel dat de financiële markten zich vastbijten in het schandaal Dexia en we leven meteen in een andere wereld. Het is gek dat ik het als liberaal moet zeggen, maar ons systeem van sociale zekerheid heeft mede nog voor enige stabiliteit gezorgd. Juist daarom vind ik het gezeur over te hoge lonen abject. Er is helemaal niets mis met de lonen in België. Natuurlijk moeten ze niet de pan uit swingen, maar dat doen ze voorlopig ook niet. De hoge loonkost is een reflectie van onze economische ontwikkeling en performantie. Het is een goednieuwscomponent."

Almaar bozer: "Er zijn fobieën die ons beletten de problemen in de eurozone aan te pakken. De situatie wordt totaal verkeerd ingeschat. Alsof men de kanker wil laten voortduren. Door de terreur van straffen en sanctioneren is een vreselijk beeld van Europa ontstaan. Het leidt alleen maar tot voortschrijdende ontreddering. Waar is vandaag nog je waardigheid als werkloze in Europa?

"Natuurlijk zal de uitweg altijd een mix van markt en overheid zijn. En hoe die twee in balans komen. Juist die balans ontbreekt vandaag. De voortdurende bankencrisis is daar nog het meest representatief voor. We hebben niets geleerd. De druk van bankiers is nog steeds te groot om het traditionele bankieren op te splitsen. Er zijn enkele ratio's aangescherpt, maar het bankenmodel ten gronde is onveranderd gebleven. Er is niets opgelost. Banken blijven doorrommelen met risicovolle producten. Na een nieuwe boom komt weer een ontploffing, met 100 procent zekerheid. Nog steeds zijn er belangenconflicten tussen de banken en de politiek. En het meest problematische is dat banken worden verheven tot maatschappelijk belang. Je ziet het ook aan benoemingen. De ministers van Financiën in de VS komen gegarandeerd uit Wall Street. Wij hadden het ongelukkige experiment met Dehaene bij Dexia. Eigenlijk is de hele structuur na 2008 niet veranderd. Zoals ook de bonussen onaangeroerd zijn gebleven - dat maakt de mensen razend."

Met een zucht: "Illusies helpen ons ook niet veel verder. Als realist zeg ik: we blijven leven in de dynamiek van het kapitalisme die gebaseerd is op creatieve destructie. Je breekt bestaande dingen af en bouwt iets nieuws op. Dat is het fundament van het kapitalisme. De planeconomie was een poging om uit dat systeem te stappen, maar dat is faliekant afgelopen, zoals we allen weten."

Hij zegt dat het hem gefrappeerd heeft hoe weinig economen aan de universiteiten hun stem hebben laten horen in het financiële debacle. "Wie je wel hoorde, waren economen die zelf voor de financiële sector hadden gewerkt. Zij hadden iets te verdedigen. Anderzijds begrijp ik ook dat niet alle collega's, zoals ik, de behoefte voelen om zo expliciet aanwezig te zijn in de media. Bij anderen zie je soms dan weer dat ze zich bezighouden met totaal wezensvreemde dingen.

"Ik ben gelukkig in Londen. Al ben ik ook schatplichtig aan Leuven voor een uitgebreid netwerk aan internationale relaties. Of Londen invloed heeft op mijn denken? Grote steden hebben een eigen dynamiek die wij in België niet kennen. Je ziet de hele wereld voorbijkomen, en het is niet bedreigend. De London School of Economics heeft een traditie van intellectuele debatten en zelfs van schoolstrijden. De kwaliteit van de studenten is heel hoog en ook dat creëert een aparte magie. Zo'n scherpe sociologische en intellectuele selectie bestaat niet aan onze universiteiten. Wetenschappers en politici zijn in Engeland allemaal naar dezelfde scholen gegaan. Misschien zijn de studenten aan de LSE nog beter dan de proffen. Zij geven ook het geld aan de alma mater. Dat verplicht."

Oefenen op de dood

Paul de Grauwe had ook in Firenze kunnen gaan doceren. "Ik heb uiteindelijk voor Londen gekozen omdat ik dan in het weekend met mijn drie kleinkinderen kan spelen. Ik ben maar drie dagen in de week in Londen. Of hij een goede vader voor zijn twee kinderen is geweest? Ik ben gescheiden. Als wetenschapper geef je soms de indruk aan je partner dat je afwezig bent. Dat heeft mij parten gespeeld. Ik ben een ochtendmens. Mijn dochters begrepen niet dat ik op dat vroege uur al zo gek uitbundig kon doen.

"Ach, mijn existentiële verontrusting valt wel mee. Ik voel me fysiek goed en mentaal scherp. Scherper dan vroeger zelfs. Het gevoel dat ik ook invloed heb, is aangenaam en inspirerend voor een wetenschapper. Voor de rest houd ik me vast aan de brieven van Seneca. Hij schreef jaren geleden al: "Je moet je oefenen op de komst van de dood, dat stelt u gerust." Dat oefenen valt behoorlijk tegen, moet ik je bekennen. Ik ben er nog niet klaar voor."

In een vorig leven was hij een aantal jaren senator voor de Open Vld. "Nee, van intellectueel genot in de politiek is mij niets bekend. Ik heb wel toffe mensen ontmoet. Guy Verhofstadt is natuurlijk een fenomeen. Maar in de politiek was ik een absolute nobody. Zo voel ik me nu toch minder. Ook misbruikt door de politiek, ja. Ze hadden even een professor nodig bij de Open Vld."