Direct naar artikelinhoud

Vrouwe Justitia is ook een mens

Wat Clara Cleymans als Helena De Ridder op zondagavond op Eén doet, dat doen parketmagistraten elke dag. In het boek 'Parket-magistraal' van Melanie De Vrieze geven vier vrouwelijke magistraten een kijk op hun werk en hun leven voor en achter de schermen van het Gentse Openbaar Ministerie. Als voorpublicatie kozen we voor twee aangrijpende fragmenten, die laten zien hoezeer hun job onder hun huid kruipt.

CAROLINE DEWITTE (42), Substituut-procureur des konings

Piekeren over een dode student

Gent, Gerechtsgebouw, 17.00 uur. Na een hectische dagdienst gaat parketmagistraat Caroline Dewitte naar huis en begint aan haar nachtdienst. De eerste uren zijn vrij rustig. Tegen de avond wordt ze opgebeld door de politie met de melding van een verdacht overlijden. Een man is op de vloer van zijn appartement gevonden. De buurman was enkele uren voordien nog bij hem langs geweest, maar had niets verdachts opgemerkt. Caroline stuurt de wetsgeneesheer naar het adres in Gent. Hij zal moeten onderzoeken of er uitwendige sporen van geweld zijn en het om kwaad opzet gaat of om een natuurlijk overlijden. Ook moet worden nagegaan of er verdachte elementen zijn, waarna nog opdrachten kunnen worden gegeven.

Een half uur later krijgt Caroline melding van een zwaar verkeersongeval met een dodelijk slachtoffer. Zij contacteert een verkeersdeskundige, die naar de plaats van het ongeval gaat. Het is niet duidelijk hoe het ongeval gebeurd is, en daarom zal de verkeersdeskundige vaststellingen doen over de precieze omstandigheden van het ongeval. De deskundige maakt onmiddellijk digitaal foto's over van het ongeval en brieft de parketmagistraat over zijn bevindingen. Caroline zal later het rijbewijs van de bestuurder intrekken omdat uit de alcoholtest bleek dat hij te veel gedronken had.

Daarna belt de politie van de politiezone regio Rhode & Schelde voor een man die op heterdaad betrapt is bij een woninginbraak. Hij had inbrekersmaterieel op zak. Een getuige zag hem weglopen van de oprit van een woning waarin net bleek ingebroken te zijn. Bij de fouillering bleek de man twee gsm's op zak te hebben, en ook nog juwelen afkomstig van de inbraak. Caroline bevestigt de arrestatie van betrokkene en geeft opdracht tot verhoor met bijstand van een advocaat. De gsm's dienen in beslag genomen te worden en te worden uitgelezen. Na verhoor van de verdachte beslist Caroline de verdachte de volgende ochtend voor te leiden bij de onderzoeksrechter.

Ondertussen is een oproep binnengekomen voor een gedwongen opname of collocatie. Een jonge vrouw met psychische problemen is door het lint gegaan. Haar ouders weten geen raad meer en bellen de poltie. Caroline geeft opdracht om de jonge vrouw te laten overbrengen naar het Universitair Ziekenhuis Gent, afdeling UPSIE (open afdeling van de dienst psychiatrie). Zij vordert telefonisch de psychiater van wacht, die de jonge vrouw psychiatrisch zal onderzoeken. Na dit onderzoek belt de psychiater terug naar Caroline met zijn bevindingen. De vrouw lijdt aan borderlinestoornissen, ondergaat een ernstige psychose en is niet bereid om zich vrijwillig te laten behandelen. De psychiater adviseert gedwongen opname. Daarop beslist Caroline de vrouw gedwongen te laten opnemen in de psychiatrische instelling PC Caritas in Melle. Ze neemt contact op met deze instelling.

Om één uur 's nachts rinkelt de gsm van Caroline. De politie meldt dat ze te maken hebben met een verdacht overlijden in een universiteitsgebouw. Twee studenten waren het gebouw aan de Plateaustraat aan het verkennen, op zoek naar een glazen koepel. Een van de jongens heeft hierbij een val gemaakt. Waarschijnlijk zag hij te laat dat de houten vloer afgewisseld werd met grote glaspartijen. Toen hij op het glas stapte, zakte hij door de vloer en stortte negen meter diep in een verlaten leslokaal. Hij overleed ter plaatse.

In se gaat dit om een verdacht overlijden, want het slachtoffer is geen natuurlijke dood gestorven. De politie zegt er meteen bij dat het waarschijnlijk om een ongeval gaat. Toch moet de parketmagistraat zeker zijn dat er geen sprake is van kwaad opzet. Ze waren immers met z'n tweeën in het gebouw. Daarom moet ze uitsluiten dat het om doodslag of moord gaat en dat de jongen bijvoorbeeld niet geduwd werd, maar gevallen is. (...) Caroline stelt gericht vragen aan de politie en probeert zo veel mogelijk informatie in te winnen over de plaatsgesteldheid. Ze vraagt bijvoorbeeld of er meerdere glastegels gebroken zijn, wat niet het geval blijkt te zijn. De student is door één tegel naar beneden gezakt. Wanneer hij geduwd zou zijn, zouden er wellicht meerdere tegels gebroken zijn. Even twijfelt de parketmagistraat of ze naar de plaats van het gebeuren moet afstappen. Het is voor haar immers niet evident om zich de plaats voor te stellen zoals de politie die beschrijft. Die nacht moet ze ook beslissen of ze een wetsgeneesheer inschakelt en het labo laat afstappen. Het wordt echter relatief snel duidelijk dat het inderdaad om een tragisch ongeval gaat. Een wetsgeneesheer aanstellen om de doodsoorzaak te kennen zou hier geen meerwaarde bieden. De jongen was immers op slag dood door de val. Ze laat wel de vriend van de jongen door de politie verhoren. Zijn gsm wordt in beslag genomen en uitgelezen. Op die manier wil ze nagaan wanneer hij zijn vriend belde en of hij nog met andere mensen contact had. Ook de conciërge en de verantwoordelijke van het gebouw worden verhoord. Ze geeft ook de opdracht om uitgebreid foto's te nemen van de plaats van het ongeval.

Na het geven van de opdrachten doet Caroline geen oog meer dicht. Ze ligt de hele nacht te piekeren en denkt aan de ouders en de familie van de student die het vreselijke nieuws zullen vernemen. Hun zoon vertrok naar zijn kot in Gent en plots is hij er niet meer. Ook voor zijn vriend, die hem heeft zien vallen en sterven, is dit heel triest en zal het gebeuren ongetwijfeld traumatische sporen nalaten.

Na deze bewogen nacht gaat Caroline Dewitte de volgende morgen naar het Gerechtsgebouw in Gent. In de auto hoort ze reeds het nieuws over het ongeval op de radio. Ze contacteert de persmagistraat om deze verder te briefen.

Op de derde verdieping gonst het intussen al van de activiteit. Uit de faxtoestellen rollen de processen-verbaal die 's nachts door de politie opgesteld zijn. De parketmedewerkers hebben deze inmiddels ingeboekt en voordat Caroline aankomt, liggen die al klaar op haar bureau.

Op de vierde verdieping start om negen uur stipt de briefing. Caroline bespreekt in aanwezigheid van de collega's van de verschillende teams wat er tijdens de nachtdienst gebeurd is en welke opdrachten ze gegeven heeft. Ze heeft afgelopen nacht vijf personen laten arresteren, vier rijbewijzen laten intrekken, twee deskundigen aangesteld en tientallen opdrachten gegeven in zaken waarover ze werd ingelicht. Sommige namen van daders klinken de collega's bekend in de oren.

Eenmaal op haar bureau geeft Caroline nog enkele opdrachten in de zaak van de jongeman die een dodelijke val maakte. Ze vraagt de wetsgeneesheer om een bloedstaal van de jongen te nemen en dit met spoed te laten analyseren door het labo toxicologie. Ze doet dit uit menselijk oogpunt voor de ouders, om hen duidelijkheid te verschaffen, zodat ze zich hierover later geen vragen hoeven te stellen. De bloed- en urinestalen zijn volledig negatief.

Ze vraagt de politie om de vriend opnieuw te ondervragen over hoe ze precies boven geraakt zijn. Ze wil ook weten of ze de info over de glazen koepel van een Facebookpagina haalden. De politie zal ook foto's bij klaarlichte dag nemen om te vergelijken hoe groot de zichtbaarheid was op het moment van het ongeval. Ook hier heeft Caroline opnieuw de ouders in het achterhoofd. Als ze er klaar voor zijn, zullen ze dit later rustig willen bekijken en nalezen. Ze stuurt ook een opdracht naar Slachtofferonthaal, de dienst op het parket die slachtoffers bijstaat. Zij zullen met de familie contact opnemen en deze bijstand bieden bij het inkijken van het dossier.

Daarna leest ze de processen-verbaal die op haar bureau beland zijn. Ze leest ze eerst vlug door om te zien of er geen dringende zaken bij zitten. In sommige dossiers moet de parketmagistraat immers snel een beslissing nemen. Hij moet zich houden aan de termijn van 24 uur om iemand aan te houden.

Ze contacteert de onderzoeksrechter en licht hem in over de inbraak waarbij de verdachte zal worden voorgeleid. Ze maakt daartoe een vordering tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek op, ook wel groene vordering genoemd omdat ze afgedrukt wordt op groen papier. Ze vraagt om de verdachte onder aanhoudingsmandaat te plaatsen en te laten overbrengen naar de gevangenis.

Terwijl ze de processen-verbaal naleest, krijgt ze telefoon van een politieagent uit de politiezone Gent. Een jonge vrouw deed aangifte van een zedenzaak. Ze zou afgelopen nacht meermaals geslagen en verkracht zijn door een oude kennis. De politie-inspecteur vraagt wat hij moet doen. Ze geeft opdracht de jonge vrouw naar het Universitair Ziekenhuis Gent over te brengen en haar met haar toestemming te laten onderwerpen aan de Seksuele Agressie Set. Deze set bestaat uit een doos met medisch materiaal dat speciaal gemaakt is om sporen van seksueel geweld op te nemen. (...) De unit zeden van de lokale recherche van de politiezone Gent, die gespecialiseerd is in zedenzaken, neemt het dossier over. Caroline geeft opdracht om het slachtoffer grondig te verhoren. De man wordt snel opgespoord, gearresteerd en verhoord met bijstand van een advocaat.

Intussen is ze al meer dan anderhalve dag non-stop op de been. Enkele dagen later is ze nog steeds niet goed van het tragische ongeval. Het houdt haar emotioneel bezig. De foto's van het levenloze lichaam in dat gebouw staan op haar netvlies gebrand en Caroline zal ze nooit vergeten.

BERNADETTE BAEYENS (42), Substituut-procureur des konings

'Dit werk heeft mij harder gemaakt'

Een zaak die Bernadette nooit zal vergeten is deze van de tweeënhalfjarige kleuter die dood op de achterbank van een auto aangetroffen werd. Het was die dag heel warm. Toen ze de melding van de politie binnenkreeg, was haar eerste reflex dat een van de ouders het kind achtergelaten had in de auto zonder het raam open te laten of zonder de airco aan te zetten. "Toen ik ter plaatse ging, was ik redelijk opgejaagd en boos. Maar wat bleek? De motor van de auto draaide en de airco stond aan. De vader was even zijn uurrooster gaan ophalen en toen hij terugkwam, zat zijn kind levenloos op de achterbank."

De ouders waren in shock. Toen Berna- dette met de wetsgeneesheer ter plaatse kwam op de werkplek van de vader, moest ze de ouders vertellen dat ze hun kind niet konden meenemen naar huis omdat er een autopsie moest gebeuren. Het was vreselijk om dit aan de ouders te zeggen, maar tegelijk moest Bernadette ook enige reserve inbouwen. Misschien was ze wel met de dader aan het spreken. Op dat moment was dit nog helemaal niet duidelijk. "Moet ik dan bruutweg zeggen dat we hun kind zullen opensnijden? Nee, natuurlijk. Ik heb toen eerlijk gezegd dat ik niet wist wat er gebeurd was, en dat het ook voor hen van belang was dat ze er zicht op zouden krijgen. Samen met de dienst Slachtoffer- bejegening van de politie heb ik toen uitgelegd dat we hun dochtertje zouden meenemen. Mocht het mijn kind zijn, zou ik dat ook niet graag meemaken, maar als ouder wil je toch weten wat er gebeurd is."

De ouders namen uitgebreid afscheid van het kindje, dat toen meegenomen werd voor de autopsie. "Ik wist via het uitwendige onderzoek al dat er geen geweld gepleegd was", zegt Bernadette. "Ik heb toen met onze procureur overlegd of een autopsie wel nodig was omdat er geen geweld gepleegd was en het kind niet verdoofd was, maar we beslisten toen om het toch te doen. Zo konden we de doodsoorzaak aan de ouders meedelen, wat ook in het belang van hun andere kinderen kon zijn. Want misschien had de kleuter wel een afwijking. Maar we hebben nooit de oorzaak gevonden, het was een natuurlijk overlijden. Emotioneel kun je dat niet aanvaarden, het sterven van een kind van tweeënhalf jaar gaat tegen de natuur in. Dat is verschrikkelijk. Je blijft daaraan denken, ook al was het geen misdrijf."

Soms komen de zaken ook dicht bij de leefwereld van de parketmagistraat. Bernadette was zelf hoogzwanger toen ze op afstapping ging naar een zwaar verkeersongeval waarbij de lichamen van de slachtoffers - kinderen - volledig verhakkeld waren. "Dat was verschrikkelijk. De vader had zijn vrouw iets daarvoor in een verkeersongeval verloren en vroeg of hij zijn dochter, die een van de slachtoffers was bij het ongeval, mee naar huis mocht nemen om haar thuis op te baren. Hij beschreef welke kleren zijn dochter aanhad, en toen ik ging kijken op straat bleek het om het kindje te gaan dat onthoofd was. Ik kon het niet over mijn hart krijgen om de vader dat recht te ontzeggen. De wetsgeneesheer heeft het kind mooi hersteld, zodat hij zijn dochter mee naar huis kon nemen. Ik denk dat we tegenover de vader een mooi gebaar gesteld hebben. In de mate van het mogelijke proberen we menselijk te zijn. Zulke zaken vergeet je nooit."

Bij de autopsie van een zeven maanden zwangere vrouw kreeg Bernadette het ook verschrikkelijk lastig. "We voerden toen een autopsie uit omdat er veel geweld werd gepleegd door de partner van die vrouw. De man werd gearresteerd en moest in hechtenis blijven tot na de autopsie. We wilden zekerheid hebben dat de vrouw niet gestorven was door slagen en verwondingen van de man. De wetsgeneesheer hoopte dat hij de doodsoorzaak zou vinden voordat hij de baby moest verwijderen. Helaas vond hij niets bij de moeder, dus was hij wel genoodzaakt de baby uit de moeder te halen. Dat was zwaar om zien. De wetsgeneesheer nam het kindje en zei dat het een meisje was. Dat was voor mij een flashback naar mijn bevalling van mijn dochter. Uiteinde- lijk bleek het om een natuurlijk overlijden te gaan en werd de man in vrijheid gesteld."

Als ze geen kinderen had gehad, dan zou ze deze zaken niet zo dicht naar haar eigen leefwereld projecteren, zegt Bernadette. Tegelijk is ze blij dat ze moeder is. Het dwingt haar immers om in het leven te blijven staan, zaken anders te zien en te relativeren en een gewoon normaal leven te leiden als ze thuiskomt.

"Ik ben door mijn beroep mijn naïviteit kwijtgeraakt", zegt Bernadette. "Als mens ben ik harder geworden. Mensen die dicht bij mij staan, zeggen dat ook. Maar het te- gendeel zou me verbazen, als je ziet welke bagage je in je rugzak meedraagt. Het verdriet waarmee je in je professionele leven geconfronteerd wordt, veroorzaakt littekens, ook privé. Je moet sterk genoeg zijn om dat allemaal te kunnen dragen."

Ze mag dan haar naïviteit zijn kwijtgeraakt, aan menselijkheid heeft ze niet ingeboet. Ze merkt dat dit nog versterkt is. "Ik zie alles minder zwart-wit dan vroeger. Dat is misschien de fout die de jeugd maakt. Zelfs in de meest zwarte situatie schijnt het wit erdoorheen. Dat moet je toch kunnen meegeven. Het is onze taak om zo veel mogelijk genuanceerd te zijn. Soms vind ik dat dat te weinig aan bod komt."

Melanie De Vrieze, Parket-magistraal, 4 vrouwen justitia, Manteau, 256 p., 19,95 euro