Direct naar artikelinhoud

Koorddansen in het groen

In de spatie zit het detail: 'Stil leven' is méér dan stilleven. Is het een oproep van Stephan Vanfleteren, die in het Nederlandse Bunnik nieuwe foto's toont naast werk van kunstenaar Armando? Het is zeker vernieuwend. De fotograaf, die uitzonderlijk in kleur werkt, wordt bijna schilder.

We kennen Armando niet zo goed in België. Denk aan Thierry De Cordier of Michaël Borremans, die afdeling, maar dan alleen: in Nederland staat hij boven iedereen. Voor zijn echte naam verwijzen we naar Wikipedia. Stephan Vanfleteren zegt: "Hij wordt kwaad als je ernaar vraagt".

Hij is hier nochtans niet.

Maar hij is er wel.

Niet in het hart dat in een boom gekerfd staat op het lange pad van de parkeerplaats naar Museum Oud Amelisweerd (MOA), een stil huis in de Utrechtse bossen van Bunnik. Wel op het dak waar Der Vogel prijkt, een groot bronzen beeld dat herinnert aan het Armando-museum dat in 2007 afbrandde in Amersfoort. En binnen in dit huis dat zijn museum is geworden, dat een historische buitenplaats is en dat een unieke collectie Chinese behangsels beheert.

Sinds gisteren hangt en staat en ligt er nieuw werk van Stephan Vanfleteren in dit huis. Bij Armando, door de ramen naar de bomen buiten kijkend en tussen dat Chinees behang. 'Deze tentoonstelling is een driehoeks-verhouding. Een ménage à trois - liefde tussen een historisch gebouw, een oude schilder en een fotograaf van middelbare leeftijd', schrijft de fotograaf in een begeleidende tekst.

"Nochtans was hij de voorbije maanden altijd afwezig en dat vond ik prettig", zegt Vanfleteren. "Ik hoefde geen rekening te houden met wat hij zou willen."

Het was Yvonne Ploum, directeur van het MOA, die Stephan vorige zomer vroeg. Ze had zijn Atlantic Wall gezien en deze streek tussen Utrecht en Amersfoort is bezwaard door diezelfde oorlog. Ze hebben ook zulke bunkers. Hij had Armando ooit gefotografeerd en voelde zich intuïtief tot zijn werk aangetrokken: intensiteit, mensen, omgeving, melancholie.

"Nochtans is dat atypisch voor Nederland", zegt hij en dat klopt volgens Ploum. "Maar melancholie is wel de grondtoon die door het oeuvre van Armando zingt. Niet dat vroeger alles beter was. Hij wil veel bewaren. En dat zag ik ook bij Stephan."

In De slaapkamer van de koning hangt één detail van een bunker die Vanfleteren fotografeerde. Erbij lees je 'Bunnik, 2015'. De kleine foto hangt in dezelfde ruimte van dit oude huis (ooit bewoond door de broer van Napoleon én door zijn maîtresse Madame Ducoudray) als twee grote doeken van Armando. Fahne is een werk uit 1988, één van zijn vlaggenschilderijen, en Schwarze Landschaft. Olieverf op doek, lees je, uit 1997, je moet aan beeldhouwer en kunstenaar Koenraad Tinel denken, ook een kind van de oorlog.

Maar die bunker: die kwam dus niét uit Atlantic Wall. "Ik kende dit huis niet", zegt Stephan. "Maar toen ik na de vraag van Yvonne terug naar mijn auto stapte, wist ik al op de parkeerplaats: ik ga dit doen. Maar niet met oud werk. Ik wilde nieuwe foto's maken."

Neem de hal en de keuken erbij en je telt twintig kamers en tel dan de foto's van Vanfleteren en veel meer dan twintig zijn dat er ook niet. Maar na anderhalf uur rondwandelen - er is tijd en rust, het MOA laat nooit meer dan 75 mensen tegelijk in dit huis binnen - heb je een nieuw oeuvre ontdekt. "Ja en neen", zegt Stephan, en je begrijpt de neen: hij liet twee Bunnikse meisjes naakt poseren in de bossen, dat is zwart-wit, net als de benen ("en de mooie poep") van een dame die hij in zijn daglichtstudio in Veurne fotografeerde. Die benen komen drie keer terug, Vanfleteren noemde ze 'Madame Ducoudray' en ze dialogeren met Armando's grote schilderij Beine. Die foto's zie je en je zal altijd zeggen: Vanfleteren.

Maar hij zei net ook 'ja': "Het is een nieuwe stap. Je wilt je altijd verdiepen in iets nieuws en je openstellen. Ik begaf me op een ijsvlakte en daarvan weet je nooit zeker of je erdoor zal zakken. Dat kon. Maar dat was dan maar zo. Ik heb mezelf bevrijd van de angst om te falen. Zo panikeer je niet bij wat je niet kent."

Hij gaat verder: "Daarmee wil ik niet de kunstenaar worden. Wel heb ik de handschoen opgepakt en Armando is een dankbaar onderwerp. Zoals het huis dat is en het behangpapier."

Meer dan een dichter

Handschoen Armando is een kleurenfoto uit 2015 - die had hij al gemaakt, hij ligt op een tafel in de keuken. Even denk je aan de blauwe en verbrande helm van Jacky Ickx die Vanfleteren ooit fotografeerde. Het is de kleur. En de verwering, zonder verbrand te zijn: op die handschoen zit de verf van vele donkere en gekleurde doeken, en daarin zat dan de hand van de meester. Hier enkel nog een gedicht van Armando erbij, één van de dertien etappes uit De stilte en het gaat zo: 'De stilte staart, de stilte ademt, / grijpt terug naar de wortels van de schepping. / De stilte is hardvochtig, / heeft nooit de ogen gesloten.'

De schilder is altijd meer dan schilder geweest. Hij was dichter. "In 1964 verscheen Verzamelde gedichten", zegt Yvonne Ploum. "Pas in 2009 publiceerde hij nieuwe gedichten. Maar hij was journalist en schrijver, in 1967 al publiceerde hij interviews met Nederlanders die tijdens de oorlog met de Duitse bezetter hadden meegewerkt, hij schildert, beeldhouwt, speelde viool en heeft gebokst. Dat is ook allemaal die ene man.

Hij verhuisde ooit naar Berlijn waar hij een jaar werkte in de studio van nazi-beeldhouwer Arno Breker. In het hol van de leeuw dus. NRC vroeg hem om columns te schrijven. "Maar niet over de oorlog", vroegen ze. Armando zei meteen: "Ja, ik ga die columns schrijven. Maar ze zullen énkel over de oorlog gaan."

Zonder oordelen. Goed of fout: Armando zal het nooit expliciet zeggen. "Welke kant je zou kiezen, is onvoorspelbaar."

Twee jongens, één mes

Hij wordt 87 en was 10 toen die ("vermaledijde", zegt Yvonne) oorlog uitbrak. Armando woonde in Amersfoort. Naast hun huis was een kamp waar hij altijd gespeeld had. Plots namen de Duitsers dat in, kwam er prikkeldraad en verschenen soldaten op de wachttorens. "De lichten van de bewakers schenen 's nachts in zijn kamertje. Die oorlog was een breuklijn. Terwijl andere jongens sliepen, was hij wakker en bezig."

Het is die oorlog die het werk van Armando doordesemt en Stephan Vanfleteren, zelf een jongen uit de Westhoek, kent die polsslag. "Maar ik kan enkel aan de graven in de streek de oorlog voelen", zegt de fotograaf. "Armando zag de oorlog en was erbij. Als hij zegt dat een lijn een moord is, dan is dat wat anders. Hij heeft het mes wel in zijn handen gehad."

In De straat en het struikgewas, een boek uit 1988, is het volgens Yvonne een van de sleutelscènes. Armando moest hout halen in het bos. Hij deed dat met een vriend toen ze plots een Duitse bewaker ontmoetten. Ze waren alleen. Eén van de jongens had een mes. Eén van de jongens stak de Duitser dood. Wie? Armando schreef het niet. "Misschien is hij daarom een zwijger", zegt Stephan.

Yvonne: "Iedereen zweeg. Wat gebeurde, maakte van een slachtoffer een dader. Armando zegt dat wat hij te vertellen heeft in zijn werk zit en dat zijn werk zo een doorgeefluik is. En hij moét. Nu zit hij nog in zijn atelier in Potsdam omdat hij moét werken. Het dringt zich gewoon op."

We staan in de Chinese Salon, waar op de grond een enorme foto van Stephan ligt. "Ik liep door het bos en soms wist ik het ook niet. Maar plots vielen heel veel eikels bijna tegelijk van de bomen. Het leek een bommentapijt." Hij fotografeerde de neerploffende eikels in het water en dat is deze foto. Les Nymphéas van Monet passeert in je hoofd.

Een kamer verder: Vivre, gekerfd in een boom, bij Der Baum van Armando. De schors is groen. Door de deur van de Grote Blauwe Kamer, waar twee immense doeken van Armando hangen, zie je al de volgende foto: alweer het bos, weerspiegeld in water, veel groen. Even dacht je dat het een doek was. "Je bent een dienaar tussen de bomen en het behang. Vroeger vond ik groen een verschrikkelijke kleur, maar sinds kort hou ik ervan. De kleur wordt dominanter. Armando heeft veertig jaar zwart-wit geschilderd en plots kwam er groen bij en hij had al eerder geschreven: 'Zwart dat graag groen wil zijn'."

Maar nog opmerkelijker zijn drie foto's in het Salon van de Koning en vijf foto's in de Grote Rode Kamer.

In de grond

Eerst die drie. Je ziet Armando vooraan, achteraan en je ziet Armando's handen. Blauw en donker, maar vol sporen van aarde, grond, blaren, bos en tijd.

"Al snel had ik het idee om foto's een tijd te begraven", zegt Stephan. "Dat idee had ik van Johan Six, een man die al boeken van mij onder de grond gestoken heeft en ze nadien weer heeft opgegraven. Hij heeft me geholpen. Je moet ze op de juiste diepte leggen, het moet voor het vriest en de foto's op glucosepapier zaten er drie maanden onder. Dit is het resultaat. Het is de esthetiek van het verval. En je hebt de natuur niet onder controle."

Ze lukten overigens niet allemaal, maar wat je hier ziet hangen, zijn opnieuw haast schilderijen. "Soms is fotografie pure registratie. Dit is iets anders."

En dan zijn er nog vijf dode dieren. Een zwaan (het model hangt op de expo na een paar maanden in de diepvries ook écht in de Besterfkamer), een muisje, een haas, een kauw en een lam. Bij het lam kijk je recht in een schilderij van Francisco de Zurbarán. Dat is 17de eeuw: Oud Amelisweerd was toen al vier eeuwen bewoond.

De recente geschiedenis zat altijd al in Armando's werk, ze zat altijd al in Vanfleterens werk en in een vernieuwende stap komt ze nu weer in deze dialoog van fotograaf en schilder. En bijna altijd was dat toevallig. Zoals de nerven van het afgewaaide blad, door Vanfleteren gefotografeerd, in het behangpapier terugkeren.

"Het was een constant spel. Alsof ik koorddanser was. Maar dit geheel kan nooit op een andere plek getoond worden en daarom komt er ook geen boek van. Je hebt de omgeving nodig voor deze foto's. Dit stil leven."

En Armando's werk. Want nog één anekdote: "Sjors is de curator, hij kent het hele oeuvre van Armando. Toen ik met die foto van dat detail van die schors aankwam, haalde hij dat schilderij van die boom erbij. Dat ik niet kende. Maar het viel prachtig samen."

Armando

Werd op 18 september 1929 in Amsterdam geboren als Herman Dirk van Dodeweerd, maar liet zijn naam officieel veranderen in Armando.

Is beeldend kunstenaar, dichter, muzikant, journalist en acteur.

WO II loopt als een rode draad door zijn werk; werkt en leeft afwisselend in Nederland en Duitsland.

Bekroond met prestigieuze literatuurprijzen. Geslagen tot Ridder in de Orde van Oranje.

Kreeg in 1998 zijn eigen Armando-museum in Amersfoort, dat evenwel in 2007 afbrandde.

Exposeert nu samen met Stephan Vanfleteren in het MOA in Bunnik.