Afrikaanse landen boos over niet nagekomen beloftes G8

Toyako l Het verwijt slechts een praatbarak van rijken te zijn met mooi klinkende beloftes was ook op de afgelopen G8-top in Japan niet van de lucht. Meer bepaald de zeven Afrikaanse landen die door de acht rijkste industrielanden waren uitgenodigd, lieten zich misnoegd uit over eerdere beloftes.

Op de top in 2005 in Gleneagles was aangekondigd dat de G8 hun jaarlijkse ontwikkelingshulp zouden verdubbelen tot 50 miljard dollar in 2010. De helft zou naar Afrika gaan. Onder meer de president van Senegal, Abdoulaye Wade, wees er in Japan op dat van die Make Poverty History-belofte ondertussen niet altijd evenveel is terechtgekomen.

Van de beloofde 25 miljard dollar extra voor Afrika is na drie jaar slechts 3 miljard dollar vrijgemaakt door G8-landen, aldus ngo's als Oxfam en Aid Africa. Vooral Canada en Italië laten het op dat vlak afweten, terwijl de VS, Duitsland en Groot-Brittannië wel hun duit in het zakje doen.

Na twee dagen onderhandelen lag dan toch een akkoord op tafel waarin de G8 hun in 2005 gemaakte belofte in detail bevestigen. Daarnaast werd vastgelegd dat 60 miljard dollar gaat naar de bestrijding van infectieziektes.

Ook wat het klimaat betreft kwam het tot 'spanningen' tussen de rijksten en de nieuwe groei-economieën. Landen als China en India onderschrijven het klimaatakkoord van de G8 niet. De acht streven een halvering van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 na (DM 9/7).

China en India blijven zich verzetten tegen het in de tekst verwerkte principe dat ook zij aan die reductie moeten meewerken. Samen met nog vier opkomende industrielanden herhaalden zij dat groei en armoedebestrijding voor hen de prioriteit is en dat het aan het rijke Westen is om zijn historisch opgebouwde uitstoot aan te pakken. (BDB)