Direct naar artikelinhoud

E-mailschandaal Hillary Clinton: entourage voelde de bui al hangen

Dat Hillary Clinton professionele e-mails verstuurde via een privéadres was niet alleen een ramp voor haar campagne. Uit gelekte documenten blijkt dat haar privéserver ook barsten sloeg binnen haar entourage.

Sommigen hadden meteen door dat de e-mailaffaire slechts het begin was van de problemen in de toen ontluikende campagne. Dat blijkt bijvoorbeeld uit onderstaande bijzonder openhartige woordenwisseling tussen Neera Tanden, vertrouwelinge van Clinton, en campagneleider John Podesta.

Om 22.30 uur op 2 maart 2015, de dag dat The New York Times het verhaal over Clintons gebruik van een privéserver publiceerde, schreef Tanden aan Podesta: "Ik raad ten zeerste aan dat ze binnenkort met ander, positiever nieuws komt."

Het antwoord van Podesta: "Echt? Dat is geweldig advies."

Dan haalt Podesta uit naar enkele andere naaste adviseurs van Clinton; Philippe Reines van het ministerie van Buitenlandse Zaken en advocaten Cheryl Mills en David Kendall: "Over transparantie gesproken, onze vrienden Kendall, Cheryl en Philippe waren niet erg toeschietelijk over de feiten."

Waarop Tanden de schuld volledig bij Cheryl Mills lijkt te leggen: "Dit is een Cheryl special. Ik weet dat je haar graag mag, maar dit is haar achillespees. Of kryptoniet. Ze kan gewoon geen nee zeggen tegen deze shit. Waarom brachten ze dit niet achttien maanden geleden uit? Zo raar."

"Ongelooflijk", antwoordt Podesta.

Tanden: "Ik denk dat ik het antwoord weet. Ze wilden hiermee wegkomen."

WikiLeaks heeft de afgelopen weken geleidelijk e-mails vrijgegeven die volgens de website uit de mailbox van John Podesta komen. Het campagneteam van Clinton heeft de authenticiteit van de e-mails bevestigd noch ontkend. Volgens Clintons entourage heeft Rusland de mails aanvankelijk bemachtigd in de hoop de verkiezingsuitslag te beïnvloeden.

De e-mails doen uitschijnen dat Clintons team de bui al voelde hangen toen het verhaal over de privéserver voor het eerst uitkwam. Terecht, want sinds de eerste publicatie in The New York Times heeft het e-mailschandaal haar campagne beheerst.