Direct naar artikelinhoud

Ook u betaalt de rekening van de crisis

De beursneergang lijkt niet te stuiten. Dat zal niet alleen aandeeelhouders, banken en overheden veel geld kosten. Ook u en ik zullen betalen.

Dik 2.000 miljard, zoveel pompten de Verenigde Staten sinds het faillissement van de zakenbank Lehman Brothers in 2008 in hun banken en bedrijven om de stilstand van hun economie te verhinderen. Europa 'subsidieerde' in dezelfde orde van grootte. Maar de ellende stopte niet. Integendeel.

En het kind van de rekening, dat dreigen u en ik te worden. Het principe van de vervuiler die de rekening betaalt, geldt duidelijk slechts gedeeltelijk als de pollutie een financiële crisis is. Uiteraard hebben de aandeelhouders van de banken gebloed, maar de moral hazard - de verandering in het gedrag van partijen als ze niet direct risico lopen voor hun daden - is zeker niet tot op het bot doorgedrukt. Het idee van Angela Merkel om banken en andere investeerders mee in de redding van de eurozone te betrekken is helemaal genegeerd. "In de plaats daarvan is er een constructie uitgedacht waarmee politici de problemen vakkundig voor zich uitrollen", zegt Geert Noels van Econopolis, een privédenktank, financieel raadgever en vermogensbeheerder. Hij verwijst naar het European Financial Stability Fund (EFSF), het EU-noodfonds dat tot een Europese versie van het Internationaal Muntfonds (IMF) uitgebouwd zou moeten worden. Wat ons naadloos bij een van de grote slachtoffers van de crisis brengt.

1. U bent belastingbetaler

Het EFSF maakt de belastingbetaler het eerste slachtoffer van de Europese schuldencrisis. "We zijn Griekenland niet aan het redden", zucht Noels, "maar de euro aan het drachmetiseren. De eurozone had al zijn lidstaten de voordelen moeten geven van Duitsland, maar in de plaats daarvan moet iedereen de nadelen van de Grieken torsen." Die evolutie valt af te lezen uit de enorme uitbreiding van de balans van de Europese Centrale Bank (ECB), die voor miljarden euro kredietlijnen heeft opengezet naar financiële instellingen, en daar bovenop nog eens voor miljarden euro aan obligaties van kwakkelende eurolanden op zijn balans heeft geladen. Zondagnacht maakte de ECB bovendien bekend Italiaanse en Spaanse staatsobligaties te kopen. Dat kan de belastingbetaler duur te staan komen. Die financiert immers onrechtstreeks de ECB en betaalt zo mee de rekening. Het kan bovendien ook de waarde van de euro in elkaar doen stuiken.

2. U bent spaarder

Als de euro in waarde daalt, vermindert onze koopkracht. Dan worden we in een klap allemaal het slachtoffer van de Europese schuldencrisis - jong en oud, arm en rijk. De rijken zullen het ergst lijden in absolute cijfers, maar de armen zullen er in relatieve termen het meest van afzien.

Wie meer geld heeft, verliest het meest als het in waarde daalt, maar kan ook makkelijker vluchten in vastgoed, goud of een buitenlandse rekening. Wie te weinig centen heeft, voelt ook het effect van de inflatie het hardst. Inflatie is namelijk een mogelijk gevolg van de crisis. En het zijn in de eerste plaats de allerarmsten die het leeuwendeel van hun budget besteden aan de productiegoederen die in de inflatie-index staan - voedsel en energie bijvoorbeeld, maar ook gsm's. Het is ook de onderlaag van de samenleving die het ergst schrikt als blijkt dat het eventuele geld op de spaarrekening minder waard wordt omdat de depositorente van de banken niet eens de inflatie volgt.

De crisis ondergraaft daardoor zonder enige twijfel een van de sterkste punten van de (noordelijke) eurozone: zijn gigantische spaarquote. Als Europa zijn inflatie niet onder controle kan houden (voor vele analisten een denkbaar gevolg van een uit de kluiten gewassen Europees noodfonds van zo'n 2.000 miljard euro) dreigt het appeltje voor de dorst van een hele generatie weg te smelten. Het geld op hun rekeningen wordt dan minder waard, maar ook de pensioenfondsen en verzekeringsfondsen waarin ze belegd hebben om zich te verzekeren van een aangename oude dag.

3. U bent een oudere

Dat maakt de ouderen tot een volgend slachtoffer van de crisis. Door inflatie kan het appeltje voor de dorst op hun spaarrekening wegsmelten. Hun gewaarborgd inkomen kan in gevaar komen als overheden hun begroting op orde moeten zetten. Schuldafbouw moet namelijk (deels) met besparingen gebeuren, en dan komen grote uitgavenposten onvermijdelijk in gevaar. Voor België zijn dat de 41 miljard euro die naar ambtenarenlonen en -pensioenen gaan, de 87 miljard die we aan sociale zekerheden opsouperen en de 21 miljard die jaarlijks voor de pensioenen in de privésector opzij wordt gezet. En tot overmaat van ramp schijnt het goedkope geld van de centrale banken ook nog eens hun pensioenspaarplannen in gevaar te brengen. "Als de marktrente fors onder de hoge tarieven zakt die pensioenfondsen aan hun beleggers beloofd hebben, krijgen ze zich amper nog gefinancierd", legt directeur Pieter Cleppe van de eurosceptische denktank Open Europe uit. Zo moeten de ouderen onder de bevolking mogelijk op de blaren zitten.

4. U bent een jongere

Door de dreigende pensioenproblemen zullen de jongeren van vandaag allicht een grotere hap van de vergrijzing moeten financieren dan oorspronkelijk voorzien was. "De jeugd van vandaag zal betalen voor de schulden van het verleden, voor de ouderen van vandaag én ze zullen ook hun eigen toekomst moeten financieren", vreest Rudi Vander Vennet, hoofd van de vakgroep Financiële Economie van de UGent en lid van de Hoge Raad voor Financiën. Ze zullen daar meer voor moeten betalen, en ook nog eens zwaarder belast worden. De Commissie voor de Vergrijzing heeft ons al voorgerekend dat elke werkende mens in België bij ongewijzigd beleid 2.000 euro belastingen méér zal moeten betalen dan vandaag om het uitgavenpatroon van de overheid te kunnen financieren.

5. U bent een werkzoekende

België houdt vandaag een hoger dan verwacht groeiritme aan, ruim 2 procent, maar alle internationale instellingen begrijpen dat dat niet zal blijven duren. De eerste slachtoffers van die slabakkende groei zijn de laagst geschoolden - die vallen het makkelijkst weg te knippen als bedrijven moeten saneren. Maar een economische krimp tast ook het potentieel van een economie aan om zich te herscholen waar dat nodig zou kunnen zijn. De Bank of England, de Britse nationale bank, stelde in een recent rapport een forse daling vast van het volume aan investeringen in durfkapitaal. Als innovatie niet gefinancierd raakt, blijft een economie stilstaan en dreigt de crisis ook een strop voor hooggeschoolden te worden. "Dat is exact wat er vandaag in Portugal, Griekenland en Spanje aan het gebeuren is", stelt Vander Vennet vast. "Omdat de groeivooruitzichten daar zijn weggevallen, is er een enorme braindrain onder jonge hooggeschoolden in gang geschoten. Die zal niet alleen de vernieuwende sectoren doen krimpen, maar ook zware gevolgen hebben voor de dienstensector die er rond hangt."