Direct naar artikelinhoud

Met Knickende knieën

Het eerste seizoen was uitstekend, en de start van jaargang twee van The Knick trekt de bloederige lijn gewoon door. U bent dat licht overspannen getoeter over niet te missen tv-series beu? Verschoning, maar deze is echt euh, niet te missen.

Even de lezers bijpraten die naar wat anders hebben gekeken, al dan niet op tv: The Knick flitst u terug naar het New York van 1900 en omliggende jaren, en meer bepaald naar het Knickerbocker-ziekenhuis, dat echt bestaan heeft. De dan weer geheel fictieve hoofdchirurg John W. Thackery - Clive Owen is indrukwekkend als briljante klootzak - zwaait er de plak, maar zijn cokeverslaving (om te kunnen blijven werken, remedies te vinden voor allerlei, ruim honderd jaar geleden nog fatale aandoeningen en de geneeskunde in zijn algemeenheid de twintigste eeuw binnen te loodsen) én aan de opiumpijp (om af en toe weer te kunnen slapen) maakt de zaak er niet eenvoudiger op.

Ook het feit dat de Knick in een arm stadsdeel ligt, waardoor het altijd zoeken is naar fondsen om het ziekenhuis draaiende te houden, helpt niet echt. En dan zwijgen we nog over de directeur van de instelling, een geniepige gluiperd die de weinige centen achteroverdrukt om zijn hoerenloperij te bekostigen.

Heroïne op voorschrift

Spoiler alert voor wie seizoen 1 (ook nog te bekijken via Play More van Telenet en te koop op blu-ray of dvd) nog wil zien: op het eind kreeg Thackery een anno 1900 revolutionair middel voorgeschreven om van zijn cokeverslaving af te komen. Dat bleek heroïne, waardoor hij er aan het begin van seizoen twee nog erger aan toe is dan voorheen. De rest van het verhaal zal zich a rato van één aflevering per week ontvouwen, maar wij hebben er op basis van de eerste twee episodes alle vertrouwen in. Zo zit de voorlopig nog steeds voormalige bioscoopfilmregisseur Steven Soderbergh (Oscar voor Traffic) weer mee aan de knoppen. Met een klassiek kostuumdrama à la Downton Abbey heeft The Knick gelukkig evenveel te maken als Charlie Sheen met een monogaam bestaan, en de reconstructie van het New York van 115 jaar geleden blijft fabelachtig.

Nog één keer: niet te missen dus.