Direct naar artikelinhoud

Van meneer doktoor naar meneer kwakzalver

Maretakextract, een hoge dosis vitamine C, warmtetherapie. Oncologen stellen jaarlijks wel een paar keer vast dat kankerpatiënten hen de rug toekeren en kiezen voor niet wetenschappelijk bewezen methoden. 'Als we hen terugzien, is het kalf vaak al verdronken.'

Het verhaal van de Vlaamse kankerpatiënte, die recent tijdens een behandeling met honderd procent biologische producten in Duitsland overleed, noemen artsen in de oncologische centra in ons land niet alleen vreselijk. Het is ook iets enigszins herkenbaars.

Ze hebben het niet alleen over mensen die, naast chemo, een bestraling of operatie, een aanvullende, alternatieve therapie met voedingssupplementen of vitamines volgen. Er zijn er ook die alleen bij 'andere' kankerbehandelingen als homeopathie of warmtetherapie zweren. "Jaarlijks krijg ik zo een of twee patiënten over de vloer", zegt professor medische oncologie Marc Peeters (UZ Antwerpen). Dat zijn patiënten met vragen, ofwel patiënten die op hun stappen terugkeren.

Peeters ziet het als een beperkt, maar schrijnend probleem. Een dat minder dan één procent van de patiënten in zijn ziekenhuis betreft. "Ze hebben verschillende profielen. Ofwel zijn het patiënten die tout court weinig of geen geloof hebben in de klassieke geneeskunde. Ofwel zijn het mensen die ten einde raad zijn en worden misleid door centra die op hun professioneel uitziende websites uitpakken met grote slogans, succesvolle getuigenissen en pseudowetenschappelijke taal." Het Klaus Ross Centrum in het Duitse Brüggen waarvan nu sprake is, is daar een voorbeeld van.

Nog nooit genezen

Van Belgische alternatieve praktijken hebben oncologen naar eigen zeggen geen weet. Sommigen hebben wel verhalen gehoord, maar willen geen details geven, omdat er procedures zijn gevoerd of lopende zijn. "Wat het belangrijkste is, is dat ik nog nooit heb gehoord dat ze iemand beter hebben gemaakt. Integendeel. Vaak moet ik patiënten die ik terugzie vertellen dat het kalf al verdronken is", zegt Peeters.

Geld hebben de patiënten na hun alternatieve omweg ook niet meer. Aan het UZ in Brussel, waar collega-professor Bart Neyns ook jaarlijks een handvol verhalen optekent, herinneren ze zich nog hoe een man met melanoom tienduizenden euro's uitgaf aan een medicijn dan hem zou redden. Niet dus. De man gaf zijn misstap toe aan Neyns. "Maar de meesten verdwijnen gewoon van de radar."

Veel patiënten die hun toevlucht zoeken tot alternatieven denken: baat het niet dan schaadt het niet. Voor homeopathie of warmtetherapie gaat dat op, tenzij ze daardoor de kans laten voorbijgaan op een behandeling die wel werkt. Meerdere van hun zogenaamd natuurlijke producten zijn niet ongevaarlijk, stelt professor Willem Betz van de Studiekring voor Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale (SKEPP).

Hij voegt er wel aan toe dat we in België via het wettelijk kader vrij goed beschermd zijn tegen de onwettelijke uitoefening van geneeskunde. "Enkel als er erge misbruiken zijn, wordt er opgetreden." Maar zo zegt hij ook, de controle is niet zo goed als de wetten. "De politie en het parket hebben andere prioriteiten." In Duitsland, maar ook Nederland zijn de wetten soepeler. "Daar kan iedereen therapeutje spelen en 'kwakken'. En daar komen dus ook Belgen terecht."

Betz weet dat er ook in België nog steeds biologische, spirituele en alternatieve genezers zijn die vandaag door het gerecht met rust worden gelaten. "Veel komt niet aan het licht. Vaak ook omdat de mensen een die beroep doen op deze genezers, zodra duidelijk wordt dat ze bedot zijn, er niet meer voor durven uit te komen. Ze dienen geen klacht in, omdat ze niet nog meer miserie willen."

Brussels professor Neyns benadrukt dat het probleem niet overroepen moet worden. Maar zegt toch: de medische gemeenschap moet de hand ook in eigen boezem durven te steken. "We moeten stilstaan bij het feit dat we niet op alle vragen van patiënten een antwoord bieden. Niet al die patiënten nemen vrede met de boodschap dat er voor hen enkel nog palliatieve zorg mogelijk is. Voor degenen die toch willen blijven proberen, zouden we experimentele onderzoeksprogramma's moeten kunnen aanbieden. Doen we dat niet, dan blijven we ergens toch de deur naar het alternatieve circuit openhouden."