Direct naar artikelinhoud

Deense boerderij is trotse mama van Google Chrome

Amper vier jaar nadat computergigant Google met Chrome een eigen internetbrowser lanceerde, is de toepassing goed op weg de verzamelde concurrentie achter zich te laten. 'Nochtans was dat nooit de bedoeling', zegt de Deen Lars Bak (49), de geestelijke vader van Chrome.

Zes jaar geleden kreeg de Deense computerprogrammeur Lars Bak bezoek van een delegatie van computerbedrijf Google. Zij wilden graag een eigen internetbrowser - het programma dat je gebruikt om met je computer het internet op te gaan - en vonden Bak de meest geschikte persoon om zo'n programma voor hen te ontwikkelen. De juiste keuze blijkt nu. Google Chrome heeft ondertussen wereldwijd meer dan tweehonderd miljoen gebruikers en staat op het punt om het ooit oppermachtige Internet Explorer van de troon te stoten als populairste internetbrowser.

Nochtans was het Chrome-project bij de opstart goed voor behoorlijk wat schampere commentaren. Er waren toch al genoeg browsers op de markt, vonden sceptici, waarom er dan nog een nieuwe ontwikkelen?

Bak: "Er waren toen inderdaad al een hele reeks browsers op de markt. Alleen waren die stuk voor stuk gigantisch traag. Dat vormde een probleem voor Google dat toen volop bezig was met het ontwikkelen en uitbouwen van een hele reeks web-applicaties. Diensten zoals Gmail bijvoorbeeld (de e-maildienst van Google, PD), dat programma werkt binnen zo'n internetbrowser maar wanneer die te traag is kan ook Gmail niet werken zoals het eigenlijk hoort. Het doel was dus niet een zoveelste browser te ontwikkelen. We wilden vooral een snellere browser ontwikkelen. En een eerste blik op de concurrentie leerde me dat dat niet zo heel erg moeilijk kon zijn (lacht)."

U stelde uiteindelijk maar één voorwaarde. U wou Denemarken niet uit.

"Ik was een paar jaar daarvoor vanuit de VS naar Denemarken verhuisd. Mijn kinderen liepen hier ondertussen school en ik had geen zin in nog eens een verhuis."

Wat vonden ze daar bij Google van? Wilden ze de man die aan een strategisch belangrijk project werkte niet liever dicht bij hen in de buurt?

"Ze wilden bij Google vooral iemand met kennis van zaken aan het hoofd van dat project. Dat was belangrijker dan het feit of ik al of niet mijn bureau in hun hoofdkwartier had staan."

U moest natuurlijk niet alleen Google overtuigen. U had ook programmeurs nodig. Hoe moeilijk was om hen te overtuigen hun hypermoderne kantoren in Silicon Valley in te ruilen voor een oude Deense boerderij?

"Mensen willen overal werken, zolang het werk dat ze er kunnen doen maar boeiend genoeg is. Er zijn wereldwijd niet zo heel veel teams te vinden die doen wat wij doen, op het niveau waarop wij het doen. Natuurlijk blijft Silicon Valley the place to be voor iedereen in het computervak. Ik heb er niets voor niets zelf meer dan tien jaar gewerkt. Maar tot nu hebben we nog nooit problemen gehad om mensen te overtuigen naar Aarhus te verhuizen. In eerste instantie heb ik mijn medewerkers trouwens in mijn eigen omgeving gerekruteerd. Ik had toen ook niet zo gek veel mensen nodig. De eerste versie van Chrome hebben we met vier in elkaar geknutseld. Pas toen Chrome draaide en we bewezen hadden dat browsers inderdaad een stuk sneller konden, hebben we meer mensen binnengehaald. Ondertussen bestaat ons team voor meer dan veertig procent uit mensen van buiten Denemarken."

De nieuwe browser moest vooral sneller worden dan de concurrentie. Was dat het enige doel?

"Er waren eigenlijk drie doelen. De snelheid verhogen was daar de belangrijkste van. De snelheid waarmee een programma werkt is erg bepalend voor het succes ervan. "Wanneer software te traag is haken mensen af. Gebruikers zijn tegenwoordig heel erg ongeduldig. Een paar honderd milliseconden wachttijd is vaak al voldoende om weg te klikken.

"Ook eenvoud was heel belangrijk. Vijf jaar geleden zagen browsers er helemaal anders uit dan diegene die we vandaag kennen. Ze waren heel erg schreeuwerig. Overal doken werkbalken op die er voor zorgden dat het eigenlijke scherm waarin je kon werken steeds kleiner werd. Met Chrome hebben we daar radicaal mee gebroken. Onze browser had één werkbalk, meer niet.

"En dan is er nog de veiligheid. Ook die wordt steeds belangrijker. Daarom hanteren we bijvoorbeeld een auto-update systeem. Wanneer je het Chrome-icoontje aanklikt opent automatisch de meest recente, meest stabiele en best beveiligde versie van het programma."

Ondertussen zijn er wereldwijd 200 miljoen gebruikers. Had u dat succes verwacht?

"Natuurlijk is het leuk dat steeds meer mensen Chrome gebruiken, maar eigenlijk is dat niet meer dan een leuk neveneffect. We zijn met het Chrome-project begonnen vanuit een heel eigen perspectief. We wilden niet alleen onze browser snel maken, we wilden alle browsers snel maken. Daarom hebben we steeds alles wat we deden openbaar gemaakt in de hoop dat de concurrentie onze ideeën zou overnemen. Voor Google was het belangrijk om de lat voor alle browsers een stuk hoger te leggen. Snellere browsers geven hen meer mogelijkheden om nieuwe, meer gesofisticeerde internet-applicaties te ontwikkelen. Zo simpel is het eigenlijk. En daar zijn we in geslaagd. Ik heb deze week nog wat tests gedaan. De browsers waarmee we nu werken zijn honderd keer sneller dan die van vijfeneenhalfjaar geleden."

Kan het nog sneller?

"Dat zal wel moeten (lacht). Het belang van browsers wordt steeds groter. Dat merk je het best als je kijkt hoe jongeren hun computer gebruiken. Mijn twee tienerdochters gebruiken maar één programma op hun laptop: hun internetbrowser. Documenten raadplegen, mails checken, sociale media, het kan tegenwoordig allemaal binnen die ene browser. Nog niet zo heel lang geleden was dat helemaal anders. Toen moest je nog programma's downloaden, installeren en er voor zorgen dat ze geregeld een update kregen. Het groeiende belang van internetbrowsers heeft het gebruik van computers een stuk makkelijker gemaakt.

"Maar als we willen blijven vooruitgaan en ook grotere, meer ingewikkelde programma's binnen die browsers gaan integreren, moeten we aan de snelheid van die browsers blijven werken."

Zorgt de opkomst van mobiele toestellen als smartphones en tabletcomputers er niet voor dat browsers net aan belang verliezen? Iedereen gebruikt tegenwoordig toch apps?

"Het is wat mij betreft geen of/of verhaal. Apps en browsers kunnen perfect naast elkaar bestaan, elk met hun eigen voor- en nadelen. Ik ben bijvoorbeeld iemand die, ook op mijn smartphone, vooral mijn browser gebruikt. En ik ben lang niet de enige. Om apps te gebruiken moet je die wel nog altijd installeren. En ook het schakelen tussen verschillende apps blijft voorlopig omslachtig. Een browser heeft die problemen niet. Het gebruiksgemak van zo'n browser is voorlopig onovertroffen en dat zal nog wel een tijdje zo blijven."