Direct naar artikelinhoud

Vijf keer de les stilleggen, dat ziet geen leraar zitten

Spijbelaars zijn vaak jongeren die de speelplaats niet meer op durven. De Vlaamse week tegen pesten roept jongeren op kleur te kiezen. Bij Zapp, dat jongeren helpt stevig in hun schoenen te staan, weten ze dat iedereen een tandje bij moet steken.

"Zet mensen bij elkaar en ze treiteren elkaar. Op de speelplaats, op het werk, in het verkeer. Zelfs de BV's in Robinson Eiland." Het is de Vlaamse week tegen pesten. Scholen, jeugdbewegingen en jongeren worden gevraagd kleur te kiezen in de strijd tegen pesten. Kristoff Everaerts heeft er elke dag mee te maken. Voor Zapp (Zelfredzaam en Actief Preventie Project) leert hij opgefokte of net heel kwetsbare jongeren sterk te staan. Worstelen scholen met een pestprobleem, dan komt zijn team helpen. Pesten, dat is des mensen, daarvan is hij overtuigd. "We moeten dat ook niet dramatiseren. Tenzij mensen niet weerbaar zijn. Dan is er een probleem."

Bejaardentehuis of lagere school, de risicofactoren zijn altijd dezelfde: verveling, en grote groepen die pesters anonimiteit bieden. Everaerts: "De doorsneespeelplaats is niet meer dan een betonnen koer, waar kinderen zichzelf moeten bezighouden. En dan duurt het niet lang of de eerste deelt een duw uit. Een uitdagende speelomgeving en kleine klassen met gemotiveerde en goed ondersteunde leerkrachten maken het verschil. Kies ook voor een positieve relatie met de ouders, en doe een beroep op hen: voor het schoonmaken van de speelplaats tot het mosselsouper. In een grote school hebben leerkrachten ook niet altijd door dat er gepest wordt, leerlingen zien dat wel. Daarom kunnen vertrouwensleerlinggen helpen."

Bespreekbaar maken

Schoolcultuur in de breedste zin van het woord dus. Maar evident is dat niet altijd. "Een leraar die ziet dat het rommelt in zijn klas, moet dat bespreekbaar maken. Vragen wat de rest van de klas van dat pestgedrag vindt, zonder pester en slachtoffer in een hoek te drijven. Maar dat gebeurt veel te weinig, want ook leerkrachten hebben doelstellingen en leerplannen te halen, en zien het daarom niet altijd zitten om vijf keer de les stil te leggen. Leerlingen worstelen ondertussen met prestatiedruk. Het schoolsysteem zit zo in elkaar dat er weinig tijd is om het rustig aan te doen en fijne, creatieve activiteiten te doen met leerlingen."

Thuis krijgen jongeren ook niet altijd mee wat nochtans evident lijkt. "Wij zien vaak jongeren met een chronisch slaaptekort omdat ze toch een stuk in de nacht in de weer zijn op hun laptop of PlayStation, en ouders hen laten begaan. Een gebrek aan structuur en consequentie brengt jongeren in de war. Ik hoor ouders klagen omdat hun kind verwend is, terwijl ze hen tegelijk alles zomaar toestoppen. Of gezinnen die nooit samen aan tafel zitten of samen iets ondernemen, en dan verbaasd zijn dat ze van elkaar niet weten waar ze mee bezig zijn."

Nog een typisch voorbeeld: ouders die naar school geroepen worden omdat zoonlief pest en dan hun verantwoordelijkheid niet willen nemen. "Mijn kind, schoon kind, zeggen ze dan. En dat hun zoon zich niet mag laten doen. Wat moet zo'n kind dan?"

Agressieprobleem

"Spijbelen is minder een verhaal van overlast dan van jongeren die niet meer naar school willen of de tram niet in durven omdat ze er elke dag geïntimideerd worden", zegt Everaerts. Ook het onderscheid tussen dader en slachtoffer is niet zo rigide als het soms lijkt.

"Er zijn jongens die elke dag over zich heen laten lopen op school, en daardoor met zoveel stress zitten dat ze thuis uit hun sloffen schieten als mama een opmerking maakt. Waardoor die dan weer denken dat hun zoon een agressieprobleem heeft. Het omgekeerde zie je evengoed: stoere jongens op de speelplaats die het thuis stevig te verduren kijgen."

Veel feiten, weet Everaerts, gebeuren onder groepsdruk. "Niets zo dramatisch voor jongeren dan nergens bijhoren. Wie uit de boot valt en niet weerbaar is, is een makkelijk slachtoffer. Wie wel van zich af kan bijten, wordt al snel zo'n typische rebel: tegen alles en iedereen, en ze hebben vooral niemand nodig. Terwijl ze eigenlijk gewoon helemaal alleen zijn."

Met rots en water als simpele metaforen probeert Zapp (betaald door de stad Antwerpen) kwade, kwetsbare en zelfs hele klassen een houding te geven. Een rots is koppig, gaat gewoon door, maar is ook geen meeloper. Water is open, luisterbereid, maar laat soms over zich heen lopen. Met fysieke oefeningen leren jongeren welke rol ze wanneer kunnen spelen, en hoe ze stevig en ontspannen op hun benen kunnen staan.

"We zeggen niet dat ze niet meer kwaad mogen worden. Maar wel proportioneel, en respectvol. Hier leren ze dat met vallen en opstaan. En dat kunnen ze nog zelden, eens over de schreef gaan."