Direct naar artikelinhoud

'Stel dat E.T. toch bestaat'

Met Wereld Ufo Dag hopen ufologen om de mensheid bewuster te maken van het bestaan van ufo's en intelligent buitenaards leven. Het zal de Belgische ufoloog Frederick Delaere worst wezen. 'Ik ben een non-believer. Tot nu toe hebben we nog geen bewijzen dat buitenaards leven bestaat.'

"Op 15 juni ben je dood", zei een anonieme beller een maand geleden tegen Frederick Delaere (31). Maar de ufoloog is nog onder ons. We zitten in zijn werkkamer - hij noemt het 'de ufokamer' - in zijn rijhuis in het West-Vlaamse Meulebeke. De zevenhonderd titels in zijn bibliotheek maken indruk. Need to Know: UFOs, the Military and Intelligence, Messengers of Deception: UFO Contacts and Cults, een beduimeld exemplaar van Unconventional Flying Objects: A Scientific Analysis. Op een van de boekenplanken zit E.T., de liefste alien ooit, met opgestoken vinger.

"Leuk is het niet om doodsbedreigingen te krijgen, maar ik nam het niet ernstig", schokschoudert Delaere. "Ik kom wel vaker in contact met rare snuiters. Ik ben geen believer zoals vele andere ufofans. Ik sluit niet uit dat er buitenaards leven bestaat, maar bewijzen daarvan hebben we tot nu toe niet gezien. Door zoiets te zeggen breek ik natuurlijk het wereldbeeld van de mensen die wel overtuigd zijn van het bestaan van aliens. Nu, een believer heeft recht op zijn mening, maar om me daarom met de dood te bedreigen? Gelukkig zijn dat soort extremisten dun gezaaid."

Net door dit soort discussies zijn er in Belgie nog weinig mensen die zich met de pseudowetenschap ufologie willen bezighouden. Het Belgische UFO Netwerk (Bufon), de koepelorganisatie die werd opgericht door ufoloog Marc Broux, ligt op apegapen. Haar oprichter gelooft niet meer in vliegende schotels, de telefoon wordt niet opgenomen, e-mails worden niet beantwoord en wie de website wil bezoeken, krijgt de verontrustende boodschap dat verder klikken schade kan toebrengen aan de computer. Het lijkt alsof ze is gekaapt door de marsmannetjes die erop staan. "Bufon ging ten onder door aanhoudende disputen over de buitenaardsewezenshypothese", legt Delaere uit. Hij wordt er liever niet mee geassocieerd. "Er stond op die website ook een teller die aftelde naar 21 december 2012, het einde van de wereld volgens de Mayakalender. Ik ben te nuchter voor dat soort dingen."

'Ze zijn daar'

Met zijn 31 jaar is Frederick de jongste ufoloog in België. Samen met twee kompanen beheert hij het Belgisch UFO-meldpunt, dat hij in 2007 oprichtte. Bij een melding van een ongeïdentificeerd vliegend voorwerp zoeken ze uit wat het verschijnsel zou kunnen zijn. Ze gaan ter plaatse, bekijken de omgeving, praten met de getuigen, checken het weer van die dag. Het eerste jaar kreeg het meldpunt 39 meldingen, nu zijn dat er jaarlijks om en bij de driehonderd. Frederick Delaere: "We staan nog steeds versteld van wat men denkt te zien. Mensen zien overal ufo's in. Thaise wensballonnen, vallende sterren, het internationaal ruimtestation ISS, satellieten, vliegtuigen... Eén autobestuurder dacht dat hij werd achtervolgd door een sterk licht, dat bij nader inzien de zon bleek. Hij reageerde opgelucht toen we dat konden aantonen, maar niet iedereen is blij met een logische verklaring. Veel mensen blijven menen dat ze iets buitenaards zagen. Zo hadden we ooit een seriemelder uit Limburg die in drie maanden tijd negentig ufo's had gezien. Hij stuurde ons er zelfs videocassettes van. Na onderzoek bleek het om vliegtuigen te gaan die op Kleine-Brogel vlogen. Die man was diep teleurgesteld."

Veertien was Frederick Delaere, toen hij op een dag met zijn grootvader naar de bibliotheek ging en er het boek De UFO-saga ontdekte, een werk van de Vlaamse auteur, uitgever en toen nog ufoloog Julien Weverbergh. Hij las het, raakte begeesterd, wilde meedoen en klopte aan bij een van de verenigingen die vermeld werden op de achterflap.

Delaere: "Ik keek naar The X-Files, las boeken over buitenaards leven, ik ging daar helemaal in op. Van Wim van Utrecht van de organisatie Caelestia, toen nog de Studiegroep voor Vreemde Luchtverschijnselen, mocht ik bij meldingen van ufo's ter plaatse gaan om de getuigen te interviewen. Men keek vreemd op, zo'n vijftienjarige knul verwachtte men niet. Maar ik voelde me net Fox Mulder, het was een fantastische periode. In die tijd twijfelde ik nog over het bestaan van buitenaards leven. Maar de ontnuchtering kwam snel. Toen ik zestien was, ik was toen al twee jaar bezig met ufologie, had ik zelf een ufo-ervaring. Ik was met een vriend aan het wandelen, en plots zagen we drie lichtpunten in de lucht. We stonden als aan de grond genageld. 'Ze zijn daar!' Tot de lichten gingen knipperen en het een vliegtuig bleek te zijn."

Mysterie ontrafelen

"Dat het allemaal niet zo spectaculair was als het werd voorgesteld op televisie en in boeken was geen reden om ermee te stoppen. Integendeel. Naarmate ik meer in contact kwam met anderen die het fenomeen ufo bestudeerden, zag ik in dat ufologie eigenlijk meer gaat over waarnemen dan mysterie. Het fascinerende is dat je blijft leren. Als we ontdekken dat bepaalde lichtzuilen veroorzaakt worden door ijskristallen die zich kilometers hoog in de lucht vormen tijdens het affakkelen van petrochemische installaties, dan ben ik een tevreden man."

"Alleen, als je je met dit fenomeen bezighoudt, moet je er alles over willen weten. Dus ja, ik heb de boeken over ontvoeringen en graancirkels ook gelezen. Maar dat zijn nepverschijnselen, die charlatanerie frustreert me. We proberen zo ver mogelijk weg te blijven van paranormale en esoterische theorieën. Hoewel het boeiend is te zien hoe het fenomeen ufo evolueert met de technologie van de tijd waarin het wordt waargenomen. In beschrijvingen uit de jaren vijftig en zestig hadden de vliegende schotels een trap en klinknagels. Vandaag zien ze er supersonischer uit. Ook het verband tussen technologische nieuwigheden als de met i-Phone gestuurde quadrocopters en de aard van de meldingen die binnen komen is opmerkelijk. Anderzijds wordt het dankzij de nieuwe Photoshoptechnieken ook steeds moeilijker om beeldmanipulaties te ontmaskeren."

"Uiteindelijk is het ufofenomeen een groot deel van mijn leven geworden. Ik werk in het weekend als arbeider zodat ik me tijdens de week aan het meldpunt kan wijden. We zijn maar met drie om alles te onderzoeken, terwijl de stapel dossiers steeds groter wordt. Omdat we alles professioneel en grondig aanpakken, tot en met de rapporten die we erover publiceren, schiet het erg traag op. We verliezen veel tijd met die meldingen van lampionnen, waardoor de echte interessante verhalen waarvan het antwoord niet voor de hand ligt, blijven liggen. Zo hebben we nog steeds een onopgelost dossier over een door drie militairen opgemerkte ufo op de militaire basis van Koksijde. Toen de drie het object benaderden, vloog het weg. In Brussel staat het voorval geregistreerd als veiligheidsincident, maar een verklaring is er nooit gekomen. Ook van de zogenaamde Belgische ufowave uit 1989-1990 heeft men nog niet alle verschijnselen kunnen achterhalen. Zo'n mysterie kunnen ontrafelen, dat moet geweldig zijn."

"Ik ben een nieuwsgierige mens, ik zoek graag naar antwoorden", concludeert Delaere. En dan, met een brede glimlach, tegen de E.T. op zijn kast: "Ik neem alles met een goede korrel zout, maar ik laat wel een beetje ruimte. Stel dat er wel degelijk buitenaards leven bestaat?" In zijn ogen verschijnt heel even de avontuurlijke jongen die zich Fox Mulder waande. "Dat zou toch wel straf zijn."

www.ufomeldpunt.be