© Foto Kurt

Wij keken samen met Yves Lampaert naar werelduurrecord van ‘maatje Campie’: “Jawadde! Hoe moet ik hem nu nog kloppen?”

Hoe viert de op één na beste tijdrijder van België het werelduurrecord van zijn rivaal en boezemvriend Campenaerts? Met chips, Maes pils en een haastig in mekaar geknutselde barbecue. Samen met Campenaerts maakte Yves Lampaert het tijdrijden weer hip in België – Campie en Lampie. Gisteren keek hij met enkele Melkerie-vrienden hoe zijn “moatje” Bradley Wiggins van de tabellen veegde en wij zaten erbij. “Ge moet het maar doen. Wat een kadet”

Wim Vos

De voorbereiding

Oeps. Hopen maar dat het met de timing van Campenaerts beter gesteld is. Een halfuur voor Campenaerts eraan begint, loopt Sporza al volop warm. Maar Lampaert geeft niet thuis. De uurrecordpoging van Campenaerts is nochtans een feestje waard. Of beter: een barbecue. Zo meteen zullen zijn trainingsmaats Jonas Rickaert (Corendon-Circus) Stijn Steels (Roompot-Charles) en Jens Debusschere (Katusha) erbij komen zitten. Op het salontafeltje staan de olijven en gesneden salami al te wachten. Alleen Lampaert heeft vertraging. De barbecue moest nog gekocht én in mekaar geknutseld. Het blijkt bovendien een model-Ikea: veel schroeven, een onduidelijk plan en op het einde altijd een onderdeel over.

Jammer voor Karl Vannieuwkerke. Zijn hele aanloop gaat aan Lampaert voorbij. Zo gerust in de afloop? “Sorry, sorry”, lijkt Lampaert zich bij Campenaerts zelve te excuseren. “Maar ik ben er inderdaad zeker van dat het hem gaat lukken. Campie kan zo pieken.” Zoveel vertrouwen, heeft hij dat ook aan Campenaerts zelf laten weten? Lampaert knikt: “Maandag hebben we nog even gewhatsappt. Hij wenste mij proficiat met mijn derde plek in Roubaix. Make me proud, heb ik teruggestuurd. Voor de rest niet te veel. Je kan hem maar beter gerust laten.”

Start

De barbecue spartelt nog altijd tegen. Steels en Rickaert komen Lampaert uit zijn lijden verlossen. De start gaat daardoor bijna aan hun neus voorbij. Slechts vanuit hun ooghoek zien ze hoe Campenaerts zijn reuzenverzet op gang brengt. De recordpoging is anderhalve seconde ver, maar de eerste kreun van bewondering ontsnapt aan het drietal. “Zo’n verzet”, zucht Lampaert. “Krijg dat maar rond.” Steels knikt. Hij heeft tonnen ervaring op de piste. “Dat trappen ze nog niet in de ploegenachtervolging.”

© Foto Kurt

Na 10 minuten

José De Cauwer meldt dat Campenaerts “perfect op schema” zit. Dat punt nadert stilaan ook Lampaert, want de barbecue is eindelijk klaar. Aan het salontafeltje krijgen we een discussie. Wat Lampaert écht vindt van zo’n werelduurrecord? “Eerlijk? Het spreekt niet echt tot mijn verbeelding. Merckx, Moser, Boardman… Ik ben net als Campie van 1991. Te jong. Alleen bij dat van Wiggins kan ik mij iets voorstellen.” Maar, haast hij zich: “Voor Victor is het wel echt iets. Het is het enige record dat je als wegrenner kan pakken. Typisch voor hem.”

Na 20 minuten

Lampaert is nu één en al oog en oor. Ditmaal is het Renaat Schotte die meldt dat Campenaerts’ voorsprong op het schema van Wiggins steeds groter wordt. Zelf probeert Lampaert, die alleen in de winter af en toe op de piste rijdt, intussen de geheimen van de wielerbaan te doorgronden. “Zou een grotere piste nu niet beter zijn? Dan kan je toch meer snelheid maken op de rechte stukken.” Steels draait met de ogen. “Maar neen, jong. Het is juist in de bochten dat je snelheid maakt. Hoe ronder de piste, hoe beter.” Lampaert kijkt naar ons: “Daarom heb ik die gasten dus uitgenodigd toen ik hoorde dat jij kwam. ”

Na 30 minuten

De aandacht verslapt. Zoute chips moet redding brengen. Steels stelt tevreden vast dat Campenaerts goed “zijn lijn houdt”. Lampaert heeft een andere bedenking: “Ook typisch voor Campie dat hij dat maanden op voorhand met veel lawaai aankondigt. Ik zou kapot gaan van de stress. Maar bij hem werkt dat.” Schotte schreeuwt uit dat de voorsprong alweer is gegroeid.

© Foto Kurt

Na 40 minuten

Met een pils in de hand maakt Lampaert zich plots zorgen over de dorst van Campenaerts. “Is dat daar droge lucht? Nu al 40 minuten, aan dat tempo. Ik zou een droge mond krijgen.”

Na 50 minuten

Spanning wordt trots. “Hij gaat het halen, hé! Hij gaat het halen”, horen we Lampaert roepen. “En zeggen dat ik hem geklopt heb op het Belgisch kampioenschap tijdrijden.”

Na 55 minuten

“En nog meer dan 55 kilometer ook? Een magische grens. Ge moet het maar doen. Wat een kadet.”

Na een uur

Apotheose. Ook in een woonkamer in het West-Vlaamse Hulste. Lampaert en Rickaert klappen in de handen. Steels zegt dat hij “er toch kiekenvel van krijgt.” “Chapeau” is minutenlang het meest gebruikte woord. Nog het meest bij Lampaert. “Ik zei het: Victor kan dat. Ongelooflijk. Maar ik wist het na zijn voorbereiding. Ik zou het nooit kunnen. Alleen al die weken in Namibië. Ik zou er zot worden.” En hij besluit: “Jawadde, hoe ga ik hem nu nog moeten kloppen?”

Na één uur en 10 minuten

“Iemand een stukske vlees?”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER