Direct naar artikelinhoud
InterviewOeigoeren

Oeigoeren in België getuigen over heropvoedingskampen: ‘China probeert een cultuur uit te wissen’

Rabiya Dawut (l.) en Abliz YunusBeeld kevin faingnaert

Het Europees Parlement neemt een resolutie aan die China vraagt meteen te stoppen met de opsluiting van Oeigoeren, een moslimminderheid in het noordwesten van China. Naar schatting een miljoen Oeigoeren zitten vast in heropvoedingskampen. Af en toe komt iemand vrij. ‘We moeten de bewijzen naar buiten brengen’, zegt Rabiya Dawut uit Kontich. 

Vorige week had Rabiya Dawut (43) plots weer contact met haar nicht in China. Sinds januari 2018 zat de 28-jarige vrouw opgesloten in een heropvoedingskamp in de Chinese provincie Xinjiang. Nu stuurde ze korte berichten via de Chinese berichtenapp WeChat. Haar nicht zei dat ze ‘terug’ was, maar naar het ziekenhuis moest. Daar stopte de conversatie. Dawut kreeg nog enkele foto’s doorgestuurd. Daarop is te zien dat haar armen en benen vol vlekken staan. “Misschien heeft ze een huidziekte, maar ik ben bang dat ze elektroshocks heeft gekregen”, zegt Dawut. “Kan de Belgische regering haar niet overbrengen voor medische zorgen in ons land?”

Dawut kwam zelf vier jaar geleden met haar echtgenoot en twee kinderen naar België. Toen was vluchten nog mogelijk. Niet alleen haar nicht is in een heropvoedingskamp beland. Deze week zijn haar broer en een neef vrijgelaten. Een andere broer zit samen met zijn vrouw nog vast. “Ik wil weten of ze nog leven”, zegt Dawut snikkend. 

Dawuts familie behoort tot de Oeigoeren, een Turks volk en moslimminderheid in China. Een mensenrechtencomité van de Verenigde Naties bracht in augustus 2018 naar buiten dat China 1 miljoen Oeigoeren vasthoudt. Oeigoeren buiten China denken dat het om 3 tot 5 miljoen mensen gaat. In China wonen in totaal 11 miljoen Oeigoeren, van wie veruit de meesten in de noordwestelijke provincie Xinjiang. 

Ook Abliz Yunus (36) heeft een oom en een tante die sinds januari 2018 vastzitten. “Ik heb geen idee of ze al vrij zijn”, zegt Yunus. “Ik heb maar om de paar maanden contact met mijn zus. Mensen zijn heel bang om via WeChat te praten. Ze hebben in hun gsm een verplichte app waarmee de Chinese overheid alles monitort.” 

Het been van de nicht van Rabiya DawutBeeld RV

Yunus en Dawut zijn bang dat ze hun respectievelijke families nog meer in de problemen brengen, maar voelen zich genoodzaakt. “We moeten de bewijzen naar buiten brengen, anders zal het nooit stoppen.”

Dawut heeft er het raden naar waarom zo veel mensen van haar familie zijn opgesloten, maar ze is bang dat het haar schuld is. Contact met mensen in het buitenland is iets wat getuigen vaak aanhalen. Maar over het algemeen lijkt niet veel nodig om in zo’n kamp te belanden. Deelnemen aan de ramadan kan voldoende zijn. 

Werknemers aan de buitenzijde van het heropvoedingskamp in Dabancheng in XinjiangBeeld REUTERS

Lofzang op Xi Jinping

De weinige getuigenissen schetsen een grimmig beeld van het leven in de kampen: moslims worden verplicht om varkensvlees te eten, Mandarijn te leren en communistische partijspeeches uit het hoofd te leren. De dag begint ook met een lofzang op president Xi Jinping, en sommigen getuigden over folteringen, zoals elektroshocks, eenzame opsluiting, of de zogeheten ‘tijgerstoel’, waarop gevangenen worden vastgeketend en mishandeld door medegedetineerden onder toezicht van bewakers.

Het Europees Parlement heeft nu een resolutie aangenomen die China onder andere vraagt om de willekeurige opsluiting van Oeigoeren en andere Turkse volkeren te stoppen. De Europarlementariërs vragen aan de EU-lidstaten en Europese Commissie om dit ook in alle gesprekken met China ter sprake te brengen. Maar ook in oktober, een half jaar geleden, was er al zo’n resolutie. “Ik vrees dat, om de druk hoog te houden, je het af en toe moet herhalen”, zegt Europarlementariër Mark Demesmaeker (N-VA).  

Al 70 jaar probeert China elke drang naar autonomie van de Oeigoeren – die vechten voor een onafhankelijk Oost-Turkestan – de kop in te drukken, maar na de aanslag op de Twin Towers op 11 september 2001 schakelde China een versnelling hoger. De moslimminderheid werd gelinkt aan extremisme. “Er waren een aantal terreuraanslagen, waarbij de Chinese overheid zei dat het om Oeigoeren ging”, zegt sinoloog Stijn Deklerck (KU Leuven). “Een aantal Oeigoeren heeft ook meegevochten bij Islamitische Staat, maar uit onderzoek blijkt dat het om een marginale minderheid gaat. De regio is vooral olie- en gasrijk, en strategisch belangrijk voor de Nieuwe Zijderoute van president Xi Jinping.”

Bewoners van een heropvoedingskamp treden op voor journalisten bij een officieel bezoekBeeld REUTERS

Bewakingslaboratorium

Gewelddadige protesten in 2009 hebben de greep van de overheid enkel verhoogd. Bulldozers hebben historische woonwijken en honderden moskeeën gesloopt. Begin deze maand konden activisten op basis van satellietbeelden opmaken dat een grote moskee uit het jaar 1237 van de aardbol is verdwenen. Lange baarden en hoofddoeken zijn niet meer toegelaten, ouders mogen hun kinderen geen religieuze namen geven en Oeigoeren mogen geen onderwijs volgen in hun eigen taal.

China schakelt ook zijn technologiekennis in. Het DNA van de bevolking is verzameld in databanken en in Xinjiang zijn 40.000 camera’s met gezichtsherkenning geïnstalleerd. Op grote schaal zijn QR-codes aangebracht aan huizen van Oeigoeren. In die code zou onder meer staan hoeveel leden het inwonende gezin telt, om bij een controle na te gaan of er een samenscholing plaatsvindt. 

“Deze provincie kan beschouwd worden als een surveillancelaboratorium voor de rest van China”, zegt Deklerk. “En ondertussen vindt een etnocide plaats. China probeert een cultuur uit te wissen, door mensen in opsluiting om te vormen tot ideale Chinese burger: ongelovig, het Mandarijn machtig en gehoorzaam aan de Communistische Partij.”   

Gezichtsherkenningssoftware op een technologiebeurs in Peking, oktober 2018Beeld REUTERS