Imponerende Evenepoel gaat vol zijn kans in koninginnenrit in Turkije en wordt uiteindelijk vierde

Na 160,1 kilometer van Bursa naar Kartepe had Großschartner op de slotklim negen seconden voor op de Italiaan Valerio Conti en de Eritreeër Merhawi Kudus. Evenepoel finishte op zestien seconden van de winnaar. Grossschartner heeft zo zijn eerste profzege beet en neemt de leidersplaats over over van zijn Ierse ploeggenoot Sam Bennett. Morgen start hij in de slotrit, 172,4 kilometer van Sakarya naar Istanboel, met een voorsprong van 19 seconden op Conti. Evenepoel is op 41 seconden vierde.

Na verschillende kansen voor de sprinters en punchers de voorbije dagen waren de klimmers eindelijk aan zet in Turkije. De koninginnenrit had moeten eindigen met een klim van bijna 17 kilometer, maar wegens sneeuwval en te gevaarlijke omstandigheden werd de slotklim met vier kilometer ingekort. Het zwaartepunt van de klim lag overigens in de beginfase.

De etappe werd gekleurd door heel wat aanvallen meteen na de start. Uiteindelijk zou het tot kilometer 35 duren vooraleer de vroege vlucht zich afscheidde van het peloton. Roger Kluge, Jose Viejo en onze landgenoot Robbe Ghys kregen maximaal zeven minuten van het peloton. Aan de voet van de slotklim bleef daar nog amper een minuut van over.

Astana bepaalde het tempo in de eerste kilometers van de klim, waarna Dimension Data het overnam en het peloton werd uitgedund. Conti opende de debatten op 5 kilometer van de finish. Hij werd gepareerd door Evenepoel, die een tijdlang de kop nam. Finaal sloten Kudus en Grossschartner aan, waarop het jonge talent van Deceuninck - Quick-Step het nog eens probeerde. Zonder succes, Conti dichtte het gaatje op 3 kilometer. Op 2,2 kilometer was het de beurt aan Grossschartner om aan te vallen, Conti en wat later ook Evenepoel moesten de rol lossen. Kudus volgde en ging zelfs voorbij de Oostenrijker. Die gaf zich evenwel niet gewonnen en keerde in de slotkilometer terug op de Eritreeër. Evenepoel zag intussen ook Conti weer op zijn wiel komen in de strijd om de derde plek. Op 200 meter van de finish plaatste Grossschartner de beslissende versnelling. Kudus kraakte en moest in extremis ook nog Conti voor laten gaan.

“Dit geeft mijn moraal een flinke boost”, verklaarde Remco Evenepoel (Deceuninck - Quick-Step) zaterdag na zijn vierde plaats in de koninginnenrit van de Ronde van Turkije. “Ondanks dat niet de beste klimmers van de wereld hier aan de start stonden, zijn hier toch sterke renners in de koers. Om dan een mooi resultaat te behalen op deze klim en dichtbij het podium te staan van het klassement in mijn tweede WorldTour-wedstrijd, stemt me erg tevreden.”

“Het was een heel zware dag en de klim was erg steil, met stijgingspercentages van boven de 10 procent. De kou, tegenwind en sneeuw maakten het nog zwaarder. Voor mij was het de eerste keer dat ik in zulke slechte omstandigheden moest koersen. Sommige van mijn teammaats vertelden me dat het één van de de lastigste beklimmingen in hun carrière was. Ik ben blij met de manier waarop ik deze zware dag door ben gekomen. Dit is een goed resultaat.”

Op vijf kilometer van de streep trok Evenepoel ten aanval. Slechts drie renners haalden de neo-prof nog bij. “De ploeg was geweldig. Ze zorgden de hele dag voor mij en hielden me uit de problemen. Het is een groot voordeel om zo’n sterk team rond je te hebben. Mijn teammaats zorgden ervoor dat ik in een goede positie aan de slotklim begon. Dan was het aan mij om te bewijzen. Ik heb mijn best gedaan. De eerste twee kilometer vielen nog mee. Ik schoof op naar de eerste tien en vond direct mijn ritme. Op vijf kilometer antwoordde ik op een versnelling van Conti. Plots reed ik alleen. Ik besloot mijn eigen tempo te rijden. Toen ik zag dat de anderen terugkeerden, heb ik hen opgewacht. Zo had ik nog wat energie in de benen en kon ik nog eens reageren op een aanval. Ik had gehoopt met vier naar de finish te rijden. Een tweede aanval was me echter te machtig, toen was het erg steil, tot 15 procent. Hoe dichter bij de finish, hoe kouder het ook werd. Het zal dicht bij het vriespunt gelegen hebben.”