Direct naar artikelinhoud
‘Door de juiste voeding kun je een derde van alle gevallen van dementie voorkomen’
Voeding

‘Door de juiste voeding kun je een derde van alle gevallen van dementie voorkomen’

Beeld thinkstock

Mocht u, zoals velen onder ons, bang zijn dat u op uw oude dag ten prooi valt aan alzheimer, dementie of een andere hersenziekte, dan hebben wij hoopgevend nieuws: u kunt er zélf iets aan doen, en wel door op te letten wat u op uw bord legt. Met een juist voedingspatroon blijft uw brein tot op hoge leeftijd zonder haperen functioneren. Dat beweert topdokter Lisa Mosconi in haar boek Eet je slim.

Lisa Mosconi is doctor in de neurowetenschappen, de nucleaire geneeskunde en de voedingswetenschappen. Ze is verbonden aan drie universiteiten en is adjunct-directeur van de Alzheimer’s Prevention Clinic in New York.

U doet al jaren onderzoek naar alzheimer. Wanneer besloot u zich toe te leggen op het verband tussen alzheimer en voeding?

“Ik studeerde neurowetenschappen toen mijn grootmoeder de eerste tekenen van dementie begon te vertonen – die aandoening zit in onze familie. Nadat ik voor mijn promotieonderzoek van Firenze naar New York was verhuisd, onderzocht ik het verband tussen een familiale voorgeschiedenis en alzheimer. Net zoals andere wetenschappers kwam ik tot de conclusie dat genen niet zo’n belangrijke rol spelen: minder dan 1 procent van de bevolking is drager van genetische mutaties die alzheimer kunnen veroorzaken. De vraag is dan: welke andere factoren kunnen verklaren waarom sommige mensen de ziekte krijgen en anderen niet?

“Rond die tijd begonnen wetenschappers te erkennen dat de levensstijl een grote impact op het lichaam heeft, en in het bijzonder op het brein. We bestudeerden vervolgens voedingspatronen, de voedingswaarde van bepaalde diëten, lichaamsbeweging, intellectuele activiteit, hormonen en noem maar op. De voeding bleek de belangrijkste invloed op de hersenen te hebben.

“Nog een reden waarom ik me erop wilde toeleggen, is dat er ontzettend veel onzin over voeding wordt verkocht. Mijn patiënten vroegen me altijd weer wat ze moesten eten om hun brein gezond te houden. Ze hadden van alles gelezen, maar de schrijvers van die boeken spraken elkaar allemaal tegen. Ik besloot om het zelf uit te zoeken en ging voedingswetenschappen studeren.”

U kon wellicht putten uit uw eigen ervaring. Uw verhuizing van Firenze naar New York moet een culinaire schok geweest zijn.

“Absoluut! Ik was 22 toen ik naar New York verhuisde. In Italië at ik zeer traditioneel en gezond, maar in New York had ik als doctoraalstudent weinig geld. Bij McDonald’s heb je voor 5 dollar (4,4 euro) een gigantische maaltijd. Waarom zou je dan naar een biowinkel gaan, waar je voor dat geld nauwelijks twee appels kunt kopen? Ik begon zeer ongezond te eten, en in zes maanden tijd was ik kílo’s bijgekomen. Toen ik voor de feestdagen naar huis ging, herkenden ze me amper. (lacht) Maar nog erger was dat ik me niet meer kon concentreren. Ik kon voordien makkelijk twaalf uur per dag zware leerstof verwerken, maar in New York lukte dat niet meer zonder chocolade of koffie. Na een tijdje ben ik weer beginnen te eten zoals vroeger. Ik verloor gewicht en vooral: ik had mijn brein terug. Vijftien jaar later ben ik nog altijd heel voorzichtig. Mijn dochter is nu drie jaar oud en ik waak erover dat ze gezond eet.”

Het heeft een hele tijd geduurd voor de wetenschap wilde geloven dat je hersenziekten kunt voorkomen met een gezond voedingspatroon.

“In het begin verklaarden de meeste collega-wetenschappers me voor gek. Ze dachten dat ik mijn tijd verspilde en dat ik geen cent zou krijgen voor mijn onderzoek. Dat laatste klopte. (lacht) Ondertussen zijn veel collega’s overstag gegaan en gaat er veel overheidsgeld naar alzheimerpreventie. Men heeft eindelijk begrepen dat dat niet alleen met medicijnen kan, maar dat mensen er zelf iets aan kunnen doen door hun eet- en leefgewoonten te veranderen. Nu lopen er onderzoeken naar voedingsstoffen die ons brein tegen veroudering beschermen of ervoor zorgen dat het optimaal functioneert, en welke voedingsstoffen slecht zijn voor onze hersenen.”

Volgens u stevenen we af op een ongeziene crisis in de hersengezondheid.

“Wereldwijd lijden 43 miljoen mensen aan alzheimer. Dat aantal zal volgens de verwachtingen tegen 2050 verdriedubbelen tot 130 miljoen patiënten. Ongeveer 20 miljoen mensen worden door andere vormen van dementie getroffen. En nog eens 160 miljoen mensen hebben last van een milde cognitieve stoornis of MCI (mild cognitive impairment, red.), een aandoening die niet zo erg is als alzheimer, maar die de levenskwaliteit ook ernstig kan aantasten. Patiënten kunnen zich niets meer herinneren: ze kunnen niet meer tellen, weten niet meer waar ze dingen gelegd hebben, kunnen geen namen meer onthouden en herhalen zichzelf voortdurend.

“We weten dat minstens een derde van alle alzheimergevallen te voorkomen zijn. En als je dat kunt, kun je zéker vermijden dat mensen met een milde cognitieve stoornis die weg opgaan.”

Nog een goede reden om op preventie in te zetten, is dat het onderzoek naar een medicijn tegen alzheimer niet opschiet.

“99,6 procent van alle medicijnen die ooit zijn getest, bleek niet te werken. De geneesmiddelen kunnen de symptomen wel verminderen of stabiliseren, maar ze kunnen de schade die de ziekte in de hersenen aanricht niet stoppen. Nu wordt er gewerkt aan een nieuwe generatie medicijnen, maar we kunnen beter realistisch zijn en nog meer inzetten op preventie.

“We hebben de laatste jaren ook een ander beeld gekregen van alzheimer en andere hersenziekten. Bij sommige mensen spelen veroudering en genen zeker een rol. Als je er aanleg voor hebt, wordt de kans dat je een hersenziekte krijgt groter naarmate je ouder wordt. Maar voor de meeste mensen zijn de genen niet allesbepalend. We weten nu dat alzheimer geen ouderdomsziekte is en dat ze niet plots toeslaat, maar in de hersenen ontstaat vóór de eerste symptomen zich voordoen, zelfs twintig tot veertig jaar eerder. Steeds meer onderzoeken lijken aan te tonen dat cognitieve achteruitgang geen gevolg is van het verouderingsproces, maar van beschadigingen die zich in de loop der jaren in het brein hebben voorgedaan. En dat kan al op jonge leeftijd beginnen.

“Het voordeel is dat we de tijd hebben om er iets aan te doen. En er is steeds meer bewijs dat je met een verandering van je eetpatroon en je levensstijl in veel gevallen de ontwikkeling van alzheimer kunt voorkomen. Mensen die al dementie hebben, kunnen de ziekte vertragen of zelfs tot stilstand brengen. Bovendien vaart niet alleen je brein er wel bij, maar je hele lichaam.”

Om te weten wat goed of slecht is voor onze hersenen, is het ook belangrijk om te beseffen dat het brein een bijzonder orgaan is.

“Een opmerkelijk verschil met de rest van ons lichaam is dat hersencellen of neuronen niet vervangen worden. Rode bloedcellen sterven na ongeveer een maand en worden dan vervangen, en jaarlijks wordt ongeveer 10 procent van ons skelet vernieuwd, maar hersencellen groeien niet opnieuw aan. Een baby heeft een enorme hoeveelheid neuronen die non-stop nieuwe verbindingen met elkaar leggen. In de puberteit stopt dat proces en ontdoet het brein zich van de cellen die het niet meer nodig heeft. Wat overblijft, is een volledig functioneel brein. Met die hersencellen moeten we het de rest van ons leven doen. In het volwassen brein groeien neuronen nog wel, maar heel beperkt. Daarom dragen we maar beter goed zorg voor onze hersencellen.

“Ook belangrijk is dat onze hersenen een eigen dieet hebben. Wat goed is voor ons lichaam, is niet noodzakelijk goed voor ons brein, en omgekeerd. Het brein wordt van de rest van het lichaam gescheiden door de zogenaamde bloed-breinbarrière, een netwerk van bloedvaten dat als een soort beveiligingssysteem fungeert. En het brein is zeer kieskeurig: slechts een handvol voedingsstoffen raakt erdoor.”

Welke stoffen hebben hersenen nodig om gezond te blijven?

“Het klinkt misschien voor de hand liggend, maar water is van levensbelang. Het brein bestaat niet alleen voor 80 procent uit water, je hebt water ook nodig voor alle chemische reacties die erin plaatsvinden. Daarom is het extreem gevoelig voor uitdroging. Een minimaal gebrek aan water kan symptomen als verwarring, duizeligheid, vermoeidheid en geheugenverlies veroorzaken. Mensen die uitgedroogd zijn, hebben de grootste moeite om informatie te onthouden of te verwerven. Het goede nieuws is dat je dat snel kunt verhelpen door te drinken. Het minder goede nieuws is dat veel mensen veel te weinig drinken.

“Een probleem is ook dat we meer water nodig hebben naarmate we ouder worden, maar ouderen hebben net de neiging minder te drinken. En studies met hersenscans hebben aangetoond dat uitdroging de hersenen sneller doet krimpen bij veroudering en dementie. Het brein is een soort spons. Als het te weinig water heeft, neemt het af in volume. Over hoeveel je moet drinken, lopen de meningen uiteen, maar gemiddeld gaat men uit van een kleine twee liter per dag.”

Maakt het uit welk water je drinkt?

“Bronwater is het beste. Dat bevat elektrolyten, mineralen en zouten zoals chloride, fluoride, magnesium, kalium en natrium, die het brein helpen om water vast te houden.”

Is het water dat je uit koffie en andere dranken of uit voeding haalt ook goed?

“De cafeïne in koffie en thee werkt vochtafdrijvend, dus dat is niet zo’n goed idee. Frisdranken bevatten dan weer ongezonde suikers. Ik drink behalve veel water ook af en toe een glas aloë vera-sap. Dat bevat maar liefst tweehonderd actieve stoffen, waaronder een hoop waar je brein dol op is. En volgens het Institute of Medicine of the National Academies kun je tot wel 20 procent van de dagelijkse waterbehoefte uit je voeding halen.

“Voor een optimale werking heeft het brein ook vetten nodig, namelijk de meervoudig onverzadigde vetzuren omega 3 en omega 6. Vooral één soort omega 3-vetzuur, DHA, is zeer belangrijk. Dat houdt de membranen van de hersencellen elastisch – als neuronen stijf worden, kunnen ze niet goed werken. Zalm, kabeljauw en makreel zijn een rijke bron van DHA, maar zwarte kaviaar is nog beter: die bevat drie keer méér DHA dan de allerbeste zalm. Veel noten en zaden, zoals amandelen, walnoten, lijnzaad en chiazaad, bevatten ook omega 3-vetzuren.

“Ouderen die weinig omega 3-vetzuren consumeren, hebben 70 procent meer kans op alzheimer. De wetenschap is het er ook over eens dat je door omega 3-vetzuren langer helder van geest blijft. Het verschil is duidelijk te zien op hersenscans in studies met duizenden bejaarden die niet aan dementie leden: de hersenen van wie niet genoeg gezonde omega 3-vetzuren binnenkreeg, krompen sneller. Vooral het deel waar het geheugen zetelt, zag er twee jaar ouder uit dan bij leeftijdgenoten die gezonder aten.”

Zijn andere vetten slecht voor het brein?

“Niet goed zijn verzadigde vetten, die vooral in vlees en zuivel zitten, maar ook in palmolie of kokosolie. Als je te veel verzadigde vetten eet, kun je ontstekingen in het hele lichaam krijgen. Ook de zuurstofstroom naar de hersenen kan verminderen, en die functioneren nu eenmaal niet goed als ze niet genoeg zuurstof hebben. En door die vetten versnelt de achteruitgang van de cognitieve vaardigheden op latere leeftijd.

“Helemaal des duivels zijn de transvetten, plantaardige vloeibare oliën die verhard zijn, bijvoorbeeld om er margarine van te maken. Transvetten zitten onder meer in koekjes, gebak, kaas, snoep en charcuterie. Veel voedingsmiddelen zijn ook gefrituurd of gebakken in verharde plantaardige olie. Er valt dus haast niet aan te ontsnappen. Uit een studie is gebleken dat mensen die 2 gram transvetten per dag consumeren, twee keer zoveel risico op dementie lopen als mensen die minder dan 2 gram transvetten per dag eten. Om je een idee te geven: de meeste deelnemers aan het onderzoek zaten daar ruim boven. Vorige zomer heeft de Food and Drug Administration alle transvetten verboden in de VS: voedingsbedrijven hebben nog een jaar de tijd om ze uit hun producten te halen.”

Waar moeten we nog mee oppassen?

“Met suikers. Ons brein heeft weliswaar suiker nodig als brandstof, maar alleen glucose. Dat is behalve een bron van energie ook een bouwsteen van veel neurotransmitters, de chemische boodschappers in de hersenen. De beste bronnen van glucose zijn uien, knollen, honing, ahornsiroop en rode biet.

“Onze hersenen hebben zelfs zo veel glucose nodig dat ze andere suikers in glucose kunnen omzetten. Maar laat dat geen aansporing zijn om veel zoetigheid te eten. Als je geregeld veel geraffineerde witte suiker eet, kun je hoge bloedsuikerwaarden krijgen, en dat kan dan weer schadelijk zijn voor de hersenen als je ouder wordt. Hoe hoger de bloedsuikerwaarden, hoe groter het risico op dementie. Op scans van niet-dementerende ouderen is ook goed te zien dat de hersenen sneller krimpen bij mensen met hoge bloedsuikerwaarden. Hun geheugen presteert ook aanzienlijk slechter.

“Overmatige consumptie van witte suiker kan ook leiden tot insulineresistentie of prediabetes. Dan heb je veel kans om diabetes type 2, hartproblemen of obesitas te krijgen, aandoeningen die op hun beurt het risico op dementie verhogen. Hartkwalen en beroertes worden in verband gebracht met 25 procent van alle dementiegevallen. Diabetes type 2 zou verantwoordelijk zijn voor 6 à 8 procent.

“Kortom, als je op zoetigheid gesteld bent, ga dan voor suikers die je hersenen nodig hebben, en vermijd gezoete vruchtensappen, gesuikerde drankjes, gebak en snoeprepen, die je bloedsuiker de hoogte injagen. Ook te mijden is voeding die van witte bloem is gemaakt, zoals pasta of pizza.”

We weten dat vitamines voor zowat alles goed zijn, dus wellicht ook voor onze hersenen?

“Zeer zeker. Vitamines zorgen er onder andere voor dat de energie die in ons brein ligt opgeslagen, kan worden ingezet bij allerlei processen. Ons brein heeft vooral B-vitamines nodig, omdat die reacties in het brein aansturen. Met vitamine B6 maakt het neurotransmitters aan, en vitamine B12 en foliumzuur, vroeger bekend als vitamine B11, regelen de bloedcirculatie. Ouderen die een foliumzuurrijk dieet volgen, hebben minder kans op dementie. Hetzelfde geldt voor vitamine B12.

“Als je gevarieerd eet, krijg je genoeg van die B-vitamines binnen. Spinazie, sperziebonen, linzen en avocado bevatten bijvoorbeeld veel foliumzuur. Vitamine B12 zit dan weer in schaaldieren en vis, maar ook in kip, eieren, rundvlees en zuivel.

“Eén B-vitamine, het minder bekende choline, hebben we nodig om een neurotransmitter te maken die essentieel is voor het geheugen en voor leerprocessen. Men vermoedt dat het geheugenverlies waar alzheimerpatiënten mee kampen, het gevolg is van een tekort aan die neurotransmitter. Bevat je dieet te weinig choline, dan merk je dat aan je geheugen. Je bent niet de enige: maar liefst 90 procent van alle Amerikanen heeft een tekort aan choline. De belangrijkste bronnen zijn eieren, kaviaar, vis, orgaanvlees, shiitake, quinoa, pinda’s, biergist en amandelen.

“Men heeft becijferd dat 25 procent van alle gevallen van dementie, en wellicht zelfs nog meer, voorkomen kan worden met een dieet dat rijk is aan B-vitamines. Die zijn ook goed voor je hart. Per minuut pompt het meer dan een liter bloed naar je hersenen om ze van zuurstof en voedingstoffen te voorzien. Als je hart niet meer naar behoren werkt, heeft dat gevolgen voor je brein. Daarom zijn hart- en vaatziekten een risicofactor voor het krijgen van dementie.”

Zijn er ook superfoods die zeker niet in ons dieet mogen ontbreken als we een gezond brein willen?

‘Extra vergine’-olijfolie is een must. Het is een hoofdbestanddeel van het befaamde mediterrane dieet en het is wellicht een van de belangrijkste redenen waarom dat dieet zo gezond is. Het is dan ook een magische olie: ze bevat een fantastische mix van onverzadigde vetzuren, vitamine E en andere nuttige stoffen, en is goed voor zowel het hart als het brein. Klinische studies tonen aan dat een mediterraan dieet, aangevuld met extra vergine-olijfolie, het hart beschermt en het risico op hartaanvallen en beroertes vermindert. Het verbetert ook de geheugenprestaties op lange termijn.

“Chiazaad zit ook barstensvol nuttige voedingsstoffen, zoals omega 3-vetzuren, mineralen, B-vitamines, elektrolyten en vezels. Ze bevatten ook veel tryptofaan, een aminozuur dat de hersenen nodig hebben om serotonine aan te maken. Die stof speelt een rol bij het regelen van de eetlust en de slaap, maar een tekort aan serotonine wordt ook in verband gebracht met een afnemend geheugen.”

U bent erg enthousiast over kaviaar.

“Het is jammer dat het zo duur is, want kaviaar is rijk aan B-vitamines, mineralen en essentiële aminozuren. Maar eigenlijk zijn alle viseieren goed: zalmkuit is bijvoorbeeld een prima alternatief. In Scandinavië is smörgåskaviar, een spread van kabeljauweieren, zeer populair – je kunt het zelfs in tubes kopen bij IKEA.

“Ook eieren van kippen of andere vogels zijn zeer rijk aan voedingsstoffen. Bessen en zaden kun je zien als de plantaardige variant daarvan: die zitten ook bomvol goede stoffen, omdat ze het voortbestaan van de soort moeten veiligstellen.”

Een verrassend ingrediënt dat u aanbeveelt, zijn de bladeren van de paardenbloem.

“In de mediterrane cultuur is dat een zeer populair ingrediënt. Die bladeren zijn een uitstekende bron van vitamines, antioxidanten, mineralen en essentiële vetzuren. Ze zijn bovendien zeer bitter, wat wil zeggen dat ze zeer goed zijn voor de bacteriën in je darmen. Zoals je weet, zitten er in onze darmen honderden miljoenen bacteriën, het microbioom, die een grote invloed hebben op ons lichaam. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat veranderingen in het microbioom een invloed kunnen hebben op de gezondheid van de hersenen en het risico op hersenziekten als autisme en depressie. Andere bevindingen lijken te wijzen op een verband tussen een gebrek aan gezonde darmbacteriën en cognitieve achteruitgang bij ouderen. Sommigen denken zelfs dat dementie een gevolg van bacteriële infecties of een slechte voeding zou kunnen zijn.

“Je moet je darmen dus gezond houden, en dat doe je door de goede bacteriën te voeden en voeding te vermijden die de slechte bacteriën doet toenemen. Voeding met een licht zoete nasmaak, zoals uien, asperges en artisjokken, hebben een positief effect op je darmflora, net als knoflook, bananen, haver en melk. Groenten, fruit en andere vezelrijke voeding ondersteunen dan weer de spijsvertering, zodat schadelijke afvalstoffen en slechte bacteriën worden afgevoerd. Ook zeer goed voor de darmen zijn probiotica, voeding met levende bacteriën die het microbioom kunnen aanvullen. Die vind je in gefermenteerde melkproducten zoals yoghurt en kefir, maar ook in zuurkool.”

De verleiding is groot om al die nuttige vitamines, mineralen en andere stoffen via supplementen in te nemen. Dat bespaart een hoop gedoe in de keuken, toch?

“Dat is geen goed idee. In je eten zit meer dan één nuttige stof. In een citroen heb je behalve vitamine C ook mineralen en bioactieve stoffen die samenwerken om de citroen zo voedzaam mogelijk te maken. We hebben het ook altijd over vitamine B of C, maar eigenlijk zijn dat verzamelnamen voor een hele reeks vitamines die een licht verschillend effect op het lichaam en het brein hebben. Als je olijfolie of amandelen consumeert, krijg je al die verschillende varianten binnen. In voedingssupplementen zit doorgaans maar één type van een vitamine.

“In de voedingswetenschap weten we nu dat we niet naar de invloed van één bepaalde voedingsstof moeten kijken, maar naar wat combinaties van voedingsstoffen met ons lichaam en ons brein doen. De combinatie van transvetten, verzadigde vetten, cholesterol, geraffineerde witte suiker en natrium is bijvoorbeeld zeer slecht voor de hersenen. Bij mensen die veel snoep, gefrituurde gerechten, bewerkte voeding en vlees en zuivel met een hoog vetgehalte eten, krimpt het brein sterker, hun denkvermogen is kleiner en ze lopen een verhoogd risico op alzheimer. Dat geldt niet alleen voor ouderen, maar zelfs voor twintigers. Voeding heeft al op jonge leeftijd een effect op het brein.

“Voedingssupplementen kunnen wel nuttig zijn, bijvoorbeeld om je DHA- en cholineniveau op peil te brengen, maar slik ze als aanvulling, niet als vervanger.”

U adviseert ook om zo veel mogelijk biologisch te eten. Dat is wel een stuk duurder.

“Je moet vooral voor kwaliteit gaan. Voedsel uit de agro-industrie is goedkoper, maar het heeft veel minder voedingswaarde, en soms zelfs géén. En dan heb ik het nog niet over de pesticiden, antibiotica en andere rommel die je binnenkrijgt. De agro-industrie wil alleen in zo weinig mogelijk tijd zo groot en glanzend mogelijke groenten en fruit produceren. Vaak zijn dat kunstmatig opgeblazen pseudogroenten en pseudofruit die geen bioactieve stoffen bevatten en ook geen smaak hebben.

“Biologische producten zijn een stuk duurder, maar ze zitten wel vol nuttige voedingsstoffen. En er zijn manieren om op de kosten te besparen zonder aan kwaliteit in te boeten. Fruit en groenten met een dikke schil zoals avocado, mango of grapefruit kun je gerust niet-biologisch eten. Met appels, perziken, aardbeien, druiven, tomaten en bladgroenten kijk je best uit, want die zijn het meest bespoten. Koop ook altijd biologische seizoensgroenten en vries ze eventueel in voor later. Of probeer je groenten en fruit rechtstreeks van een boer of via een coöperatie te kopen.”

Hoe gezond we ook eten, voeding alleen volstaat niet om ons brein zo lang mogelijk in conditie te houden, benadrukt u.

“Je moet ook voldoende bewegen, je brein intellectueel stimuleren, sociale contacten onderhouden en regelmatig een medische check-up laten doen. Voldoende slaap is ook essentieel. Voor vrouwen lijkt de hormonale gezondheid belangrijk te zijn. Die link heeft men jarenlang over het hoofd gezien. En hormonale gezondheid hangt ook voor een groot deel van je voedingspatroon af.

“Uit steeds meer publicaties blijkt ook dat lichaamsbeweging een gunstige invloed heeft op de geheugenprestaties. Wie regelmatig beweegt, heeft ook een gezonder microbioom en meer hersenbeschermende hormonen dan mensen die weinig of nooit bewegen.”

Voor wie zich zorgen begint te maken, hebt u goed nieuws: het is nooit te laat om je voedingspatroon om te gooien.

“Hoe sneller, hoe beter. Zelfs wie op middelbare leeftijd zijn dieet aanpast, loopt nog altijd een lager risico om later dementie te krijgen. Je dieet veranderen is op om het even welke leeftijd een goed idee. Maar hoe langer je ermee wacht, hoe strikter je moet zijn. Na je zestigste kun je het je niet meer permitteren om een dagje vals te spelen. (lacht)

Al die gezonde producten bij elkaar zoeken en koken vraagt tijd. Hoe speelt u het klaar?

“Hoe druk ik het ook heb, ik probeer altijd tijd vrij te maken om gezond te koken. Het enige wat er soms bij inschiet, is slapen, moet ik bekennen. (lacht) Het is vooral een kwestie van organisatie. Ik weet ongeveer wat we de komende drie dagen zullen eten, zodat ik op voorhand alles in huis kan halen. Zo hoef ik er de dag zelf niet te veel over na te denken. Dat bespaart je al een hoop tijd. En in de zomer eet je best zo veel mogelijk salades en rauwkost, dat is snel klaar. Ik maak ook altijd grote hoeveelheden, zodat de overschot in de vriezer kan. En ik kook veel vooraf, zodat je er door de week minder tijd in moet steken. En het lukt me toch aardig om alle dagen een gezonde maaltijd op tafel te brengen die ook lekker is, al zeg ik het zelf. (lacht) Voor wie inspiratie zoekt: in mijn boek en op mijn website kun je heel wat recepten vinden.”

De wetenschap die de invloed van voeding op de hersenen onderzoekt, is nog jong. Hoe ziet u uw vakgebied evolueren?

“Veel onderzoek richt zich nu op de genen. Wij zijn grotendeels het product van onze genen, maar ze kunnen ook aan- en uitgezet worden door onze levensstijl en onze leefomgeving: de gifstoffen waaraan we worden blootgesteld, onze lichaamsbeweging, de medicijnen die we slikken, en vooral wat we eten. Voeding is niet alleen brandstof voor ons lichaam, het zijn ook chemische stoffen die in ons bloed terechtkomen, onze cellen binnendringen en daar met het DNA communiceren. Je eten kan op die manier bepaalde genen aan- of uitzetten. Sommige voedingsstoffen zetten genen aan die ons tegen ziekten beschermen, andere zetten die weer uit. Een nieuwe tak van de wetenschap, de nutrogenomica, bestudeert die wisselwerking tussen voeding en genen.

“Het sluit ook aan bij een nieuwe tendens in de voedingswetenschap om voor een individuele benadering te gaan. Iedereen zit genetisch anders in elkaar, en niemand heeft hetzelfde microbioom of hetzelfde brein. De uitdrukking ‘Je bent wat je eet’ gaat al lang mee, maar vandaag weten we dat het écht zo is. En als je met je voeding en je levensstijl cognitieve achteruitgang, dementie of alzheimer kunt uitstellen of zelfs voorkomen, dan is er toch geen enkele reden om er níét op te letten?”

Lisa Mosconi – Eet je slim, Atlas Contact

© HUMO