Direct naar artikelinhoud
CD&V

Wouter Beke maakt zich op voor vertrek als CD&V-voorzitter, en laat straks een partij in vertwijfeling achter

Wouter Beke (CD&V) is wellicht geen kandidaat om zichzelf op te volgen.Beeld BELGA

Wouter Beke had zijn vertrek al langer voorbereid. Na negen jaar voorzitterschap was het tijd voor iets nieuws. Maar na de slechte kiesuitslag van CD&V kondigt hij nu ook expliciet aan dat hij wellicht stopt. Hij laat straks een partij in vertwijfeling achter.

Woensdagavond, 22 december 2010. In de Brusselse kroeg de Monk dragen christendemocraten Wouter Beke (CD&V) op handen. De Limburger is op dat moment interim-voorzitter, nadat Marianne Thyssen ontslag heeft genomen. Die avond wordt hij met 98,7 procent van de stemmen verkozen als volwaardig kopman. Zijn doel? “Van CD&V opnieuw de volkspartij van Vlaanderen maken.”

Achter het imago van ideale schoonzoon blijkt al snel een geslepen politicus te schuilen. Na de crisis in 2010 zet Beke de partij naar zijn hand. De monsterscores van weleer komen ook onder hem niet meer terug, maar het vertrouwen blijft groot. In 2013 en 2016 wordt hij herkozen met stalinistische scores. Telkens vanuit de hoop om de opmars van N-VA te stuiten en opnieuw de grootste partij van Vlaanderen te worden.

Een stielman als Beke beseft dan ook dat het voorbij is als je partij nauwelijks over de 15 procent geraakt. Als je naast de N-VA nu ook het Vlaams Belang moet laten voorgaan. En als de grote strategie die door jou persoonlijk werd uitgezet, ‘de revolutie van de redelijkheid’, heeft gefaald. “Het partijbureau heeft mij gevraagd om de al geplande voorzittersverkiezing te organiseren. De kans is klein dat ik daarbij kandidaat zal zijn”, kondigde Beke aan na het partijbureau van de christendemocraten in de Wetstraat 89.

Laatste match

Wat overblijft, is dubbel. Een politicus wordt altijd herinnerd aan zijn laatste match, en die heeft Beke verloren. “Ik had de partij liever op 20 procent achtergelaten”, geeft hij toe. Toch laat de Limburgse politicoloog een stevige erfenis na. Hij was zeven jaar ondervoorzitter, negen jaar voorzitter en vulde als huisideoloog in wat het betekent om ‘tsjeef’ te zijn. Hij maakte de splitsing van B-H-V en de zesde staatshervorming mogelijk, en bracht na de uitzichtloze kiesuitslag in 2014 de Zweedse coalitie op de been.

Beke was de man die de ideologische lijn van CD&V dag en nacht bewaakte, tegenwind of niet. De man van de moral high ground. Paradoxaal genoeg lijkt die standvastigheid net in het nadeel te hebben gespeeld tijdens deze campagne. De christendemocraten weigerden mee te doen aan het geschreeuw tussen links en rechts. Maar uiteindelijk lijkt niemand hen te hebben gehoord. “We hebben ons niet scherp  genoeg geprofileerd”, zei Youssef Kobo afgelopen zondag.

Aan de inzet zal het niet gelegen hebben. Drie weken geleden zei Beke nog in deze krant dat zijn vrouw en drie kinderen in Leopoldsburg weinig energiekosten aan hem hebben. “Ik ben alleen maar thuis om te slapen.

Misschien speelde dat mee in het feit dat Beke persoonlijk al afscheid had genomen van zijn mandaat, dat in maart afliep maar werd verlengd tot na de verkiezingen. Je voelde dat hij een beetje moe was. Het was tijd voor iets anders. Af en toe merkten partijgenoten dat ook op. Op vragen over zijn voorzittersambities gaf Beke altijd hetzelfde antwoord: “De afspraak is dat ik de partij naar de verkiezingen van 2018 en 2019 leid.” Verder keek hij nooit.

Geen premier

Toch had Beke zich zijn exit anders voorgesteld. Tot twee dagen geleden zat er nog een premierschap in. Het zag ernaar uit dat de christendemocraten de laatste ontbrekende schakel zouden kunnen vormen voor een federale coalitie op links. John Crombez (sp.a) had er geen probleem mee om Beke het premierschap aan te bieden. Maar helaas. De verschrompeling van CD&V, PS en sp.a maakt de piste onmogelijk. Het hoogst haalbare lijkt nu een ministerpost.

Hoewel Beke het premierschap nooit openlijk ambieerde, liet hij wel verstaan dat hij de opperste functie zag zitten. “In 2010 en 2011 was ik de enige Vlaming die van dag 1 tot dag 541 mee aan de onderhandelingstafel zat. Ik heb met socialisten een communautaire regering kunnen vormen, en met nationalisten een sociaal-economische regering”, zei hij onlangs. “Ik ken op federaal niveau het klappen van de zweep.”

En nu? Beke houdt de timing van de komende voorzittersverkiezing bewust vaag. Intussen zal hij de federale formatiegesprekken voor CD&V leiden. “Ik kleef niet vast aan mijn stoel. Maar de partij heeft me gevraagd om niet als een dief in de nacht te vertrekken.” Logisch. Bij de andere partijvoorzitters roept Beke nog altijd respect op. En wie anders heeft het politieke gewicht om de linker- en rechtervleugel van de partij in deze woelige tijden samen te houden?

Crevits of Mahdi?

De grootste kanshebber om Beke op te volgen lijkt nog altijd Hilde Crevits. Ondanks haar 130.000 voorkeurstemmen leed de West-Vlaamse een nederlaag in eigen kieskring. Daarmee is ze toch wat verzwakt en kan het lastig worden om de heropstanding van CD&V te symboliseren. Crevits zou ook graag minister worden. Maar wie anders heeft CD&V? Streekgenoot Hendrik Bogaert wierp zichzelf op als kandidaat, maar ook hij werd zondag afgestraft door de kiezer.

Andere namen die circuleren, zijn die van jongerenvoorzitter Sammy Mahdi, Vlaams Parlementslid Peter Van Rompuy en Brusselaar Benjamin Dalle, hoofd van de studiedienst. Stuk voor stuk intelligente politici. Maar kunnen zij als onervaren jongelingen de vele standen binnen de partij – Beweging.net, boeren, Unizo – verzoenen? Er hing nog nooit zo veel mist over de weg vooruit.