Direct naar artikelinhoud
InterviewRaoul Hedebouw

Raoul Hedebouw (PVDA): ‘De socialisten willen niks, nul, nada veranderen’

Raoul Hedebouw (PVDA).Beeld Illias Teirlinck

Vóór de verkiezingen was Raoul Hedebouw (41) nog die extreemlinkse brulboei in het parlement. Spectaculair en soms grappig, maar al bij al ongevaarlijk. Vandaag is hij een zwaargewicht in Franstalig België. ‘Ik zie kiemen van hoop in de uitslag van Vlaams Belang.’

en

Ook al is 2019 nog maar halfweg, het Franstalige tv-fragment van het jaar is al bekend: een interview van Raoul Hedebouw met de RTBf eerder deze week. Als dinsdag­avond de gesprekken tussen de PVDA en de PS over een nieuwe Waalse regering officieel afspringen, geeft Hedebouw bij het verlaten van de onderhandelingstafel een spijker­hard interview aan de RTBf over “het theater” van de socialisten. Dat terwijl die socialisten, in de persoon van voorzitter Elio Di Rupo en kroonprins Paul Magnette, van­achter zijn rug alles volgen. Ze staan vol in beeld te luister­vinken.

In de blik van Di Rupo en Magnette is eerst ontzetting, daarna woede te lezen. Op een bepaald moment kan die laatste zich zelfs niet langer bedwingen en valt hij Hedebouw in de rede. Niet zijn beste beslissing. Hedebouw vloert Magnette met een verbale ippon: “Kijk dan! De dominante PS komt hier een beetje zeggen wat ik wel of niet mag zeggen. Dat zal ik zelf wel beslissen.”

“Het was incroyable”, zegt Hedebouw twee dagen later. Hij door­spekt zijn uitmuntende Nederlands met Franse woorden en uitdrukkingen.

Raoul Hedebouw (PVDA): ‘De socialisten willen niks, nul, nada veranderen’
Beeld Illias Teirlinck

Raoul Hedebouw is iemand die spreekt in uitroeptekens en aan politiek doet in uitroeptekens. Een radicalist wil hij zichzelf niet noemen, wel een “politieke rebel”. Een Luikenaar met West-Vlaamse en Limburgse roots die in 2008 is begonnen als woordvoerder van de PVDA (PTB in Franstalig België) en tien jaar later is uitgegroeid tot het uithangbord van de partij ten zuiden van de taalgrens. Een politicus met zo-even 50.000 voorkeur­stemmen achter zijn naam. In Wallonië doen alleen Di Rupo en Frédéric Daerden (ook PS) nog beter. Sinds 26 mei is Hedebouw een politiek super­zwaargewicht in dit land.

“Dat besef begint me stilaan te dagen”, vertelt Hedebouw. “Als ik vroeger de trein naar Brussel nam, kon ik rustig wat werken op mijn laptop. Vandaag lukt me dat niet meer, iedereen klampt me aan. Op elke vergadering kom ik nu te laat aan: ik sta op straat handjes te schudden, te discussiëren. Voor de duidelijkheid: niet dat ik dat erg vind. Wie is er niet graag populair? Al schuilt daar ook het gevaar. Met die status moet je emotioneel om kunnen, en niet gaan zweven.”

Waarom zijn de onderhandelingen met de PS mislukt?

Raoul Hedebouw: “De socialisten willen niks, nul, nada veranderen. ‘Oké, we hebben bij de verkiezingen een paar pluimen verloren, maar niet genoeg om onze koers aan te passen’: zo denkt die partij dus. Aan de onderhandelings­tafel hebben Di Rupo en Magnette alleen wat gedaan alsof. Je merkt dat meteen. Ze hebben ons urenlang onze voorstellen laten uitleggen zonder zelf iets te zeggen. Hun enige reactie: ‘Tja, dat is misschien wel een goed idee.’”

“Di Rupo heeft ook nog een vijftal keer voorzichtig opgemerkt dat onze plannen wel binnen de budgettaire lijntjes moeten passen – ‘maar dat zien we straks nog wel’.”

“Dan weet je: we zitten hier niet in een echte onderhandeling, maar in een doodlopend straatje. Een show die de PS moet opvoeren om aan hun militanten te kunnen zeggen dat ze met ons hebben gesproken over regerings­deelname.”

U hebt ook theater gespeeld. Want eigenlijk wil u niet besturen.

“Toch wel, maar als partij willen we niet onder onze eigen lat duiken. Dat gaat niet voor ons.”

“De PVDA vraagt: laat ons 40.000 nieuwe sociale woningen bouwen. Wat zegt de PS? Onmogelijk, daar hebben we het geld niet voor als we binnen de Europese begrotings­regels blijven. PVDA antwoordt: laat die regels dan los. Dat zijn Duitse regels die ons niet uit de crisis helpen, maar ons integendeel alleen dieper in de ellende duwen. Grootmachten zoals Frankrijk en zelfs Duitsland houden zich er niet aan. Waarom moeten wij dan wel? De PS reageert: sorry, maar dat gaat niet voor ons.”

“Goed, wat wil je dan eigenlijk van ons? Als de PVDA ooit in een regering stapt, zal het zijn om een politieke breuk, une rupture, te maken. Niet om ons te laten kapot regeren, zoals de groenen in hun paarse avontuur. Want daar is de PS natuurlijk op uit: ons in een regering lokken met een beleid dat geen verschil maakt. Dan zijn we gejost. De PS voert wel steeds een linkse campagne, maar nooit een links beleid.”

Maar zal er zich ooit een linkser scenario aandienen dan een coalitie met PS, Ecolo en PVDA. U laat uw kans liggen.

“Nee, sorry, er is geen vertrouwen en het inhoudelijke kader is verkeerd. Kijk naar wat Syriza in Griekenland is overkomen (de extreem­linkse partij van premier Alexis Tsipras is intussen zelf notoir onpopulair, red.). Dat is een mislukking waar we binnen de partij veel over praten. Ze hebben te veel strijdpunten laten vallen en betalen daar nu de prijs voor.”

“Het is begrijpelijk dat onze kiezers iets met hun stem willen zien gebeuren. Ik voel dat zelf ook aan: die duizenden voorkeurstemmen werken enthousiasmerend, je krijgt een boost aan vertrouwen. Maar ik ben niet euforisch, van ‘olé, olé, we zijn de beste’. Want tegelijk draag je veel meer hoop op je schouders. De druk is hoog om de juiste keuzes te maken.”

Is de PVDA überhaupt klaar om ministers te leveren en te besturen?

“We hebben heel wat knowhow, vergis u niet. Welke partij heeft de Turteltaks aan het licht gebracht? Van welke partij komt het voorstel voor de invoering van een minimum­pensioen van 1.500 euro? Iedereen is ons daarin gevolgd. Er zijn ook steeds meer ambtenaren en academici die ons onder de tafel informatie doorspelen.”

“Het klopt dat PVDA nog door een leer­proces gaat, maar hulpeloos zijn we zeker niet. Een of twee Waalse minister­kabinetten vullen zou wel lukken. (lacht) Federaal erbij nemen zou moeilijk worden.”

Federaal is uw partij niet uitgenodigd door informateurs Johan Vande Lanotte (sp.a) en Didier Reynders (MR).

“Ik vind dat een schande. Zeker als ik hoor dat de andere partijen, de socialisten maar ook de groenen, daar niets eens een opmerking over hebben gemaakt. Het is alsof wij helemaal niet bestaan federaal, terwijl we ruim 14 procent van de Waalse kiezers vertegenwoordigen én nu ook drie Vlaamse Kamerleden hebben. Die demarche vind ik onbegrijpelijk. Ik verafschuw alles waar het Vlaams Belang voor staat, maar volgens mij verdient zelfs die partij het ook om minstens één keer gehoord te worden. Ja toch?”

Hoe kijkt u naar de opkomst van het Vlaams Belang?

“Met ongerustheid – zoals iedereen zeker? Het is een racistisch en xenofobe partij. Tegelijk zie ik kiemen van hoop in deze uitslag. Een vreemde stelling? Toch niet. Ik merk dat het Vlaams Belang, naast het migratie­thema, vooral heeft gescoord met een links sociaal-economisch programma dat ingaat tegen de heersende geplogenheden. Eigenlijk hebben zij onze voorstellen gepikt als verkiezings­stunt.”

“Nu komt het er voor de PVDA op aan om te tonen dat het Vlaams Belang niet de oplossingen heeft. Zij zijn wat ik noem ‘valse politieke rebellen’. Ze beweren dat ze aan de kant van de gewone mensen staan, maar tegelijk hebben ze tegen de halvering van de ministers­lonen gestemd. En ze zijn voor de doorgedreven jacht op langdurige zieken. De torenhoge vertrek­premies? In de pocket van Gerolf Annemans en co. Vlaams Belang is een elite­partij. De komende vijf jaar gaan wij er alles aan doen om hun verhaaltje te doorprikken.”

Raoul Hedebouw (PVDA): ‘De socialisten willen niks, nul, nada veranderen’
Beeld Illias Teirlinck

Vlaanderen stemt rechts en Wallonië links volgens de N-VA. Is haar confederalisme een oplossing?

“We zijn al zo’n klein landje, wat zouden we dan alleen als Vlamingen of als Walen ten strijde trekken om het groot kapitaal een eerlijke bijdrage te laten leveren? Enkel als België kun je enigszins een vuist maken.”

“Het is ook geen vast­staand feit dat Vlaanderen rechts stemt en Wallonië links. Je kunt de politieke bedding van rechts naar links verleggen, en omgekeerd. Het noorden van Frankrijk was ooit een rood bolwerk, nu is het in handen van Marine Le Pen (kopvrouw van Rassemblement National, vroeger Front National, red.). Het staat helemaal niet vast dat Vlaanderen altijd rechts zal blijven stemmen. Om een en ander in perspectief te zetten: we hebben nu in Vlaanderen een betere score dan in Wallonië vijf jaar geleden.”

Hoe groot kan PVDA in Vlaanderen worden? Het potentieel in Wallonië lijkt veel groter.

“Dat klopt, ten zuiden van de taalgrens hebben we een bredere basis. De geschiedenis van het socialisme zit daar voor een stuk tussen, kijk alleen al naar de grote industriële bekkens in Wallonië.”

“Maar we zitten in Vlaanderen niet aan ons plafond (nu 5 procent, red.). Hoe vaak is PVDA de voorbije jaren in de pers gekomen? Het Vlaams Belang is zeker zestig keer meer vermeld geweest, op tv en radio en al zeker in de kranten. Dat is ook niet onlogisch, omdat we geen Vlaamse parlements­leden hadden. Maar er zal een vóór en ná 26 mei zijn op dat vlak. Peter Mertens gaat zich laten horen.” (lacht)

Hedebouw: ‘Nu Peter Mertens in het parlement komt, staan we nog sterker. Hij is de trainer, ik de spits. Goals maken: boem, bam, poef! Dat is mijn job.’Beeld Photo News

Hedebouw heeft diep­rood bloed door de aderen stromen. Zijn vader Hubert, een psycholoog van opleiding, verhuisde uit Vlaanderen om aan de slag te gaan als staal­arbeider in Herstal. Uit overtuiging. Net als andere PVDA’ers van het eerste uur was het voor hem de enige manier om de sociale strijd te voeren: door zelf deel te worden van het werkvolk. Raouls oom Kris Hertogen stond destijds aan de top van de partij. Maar een ‘stamboek­communist’ wil hij niet genoemd worden.

“Als puber hadden mijn pa en ma weinig aan mij te zeggen”, zegt hij. “Mijn engagement is er pas echt gekomen als studentenleider in Luik. Later kwam ik bij Comac terecht, de jongeren­afdeling van PVDA. Het is daar dat Peter Mertens, toen Comac-voorzitter, mij heeft ontdekt. Hij heeft me gelanceerd, niemand anders. Hij heeft de partij in Wallonië op de kaart gezet en krijgt daarvoor tonnen respect.”

PVDA was oorspronkelijk een Vlaamse partij, met onder meer uw vader Hubert Hedebouw aan het roer.

“Ik zie dat zo niet. Het grappigste moment van de voorbije regeer­periode voor mij was toen de N-VA me plots aanviel in het parlement: “Jullie, de Walen”, begonnen ze. (kijkt ostentatief om zich heen) ‘Over wie heb je het? Over mij?’ Ik had het even niet door. Ik voel me geen Waal, maar ook geen Vlaming. Belg wel een beetje. Maar ik voel me vooral lid van een sociale klasse, de werknemersklasse.”

“De sociaal­democraten zijn sinds de jaren 80 meegestapt in het liberale verhaal van ‘ik, ik, ik’. De keuze voor de Derde Weg heeft het alleen maar erger gemaakt. En dan komt rechts en extreem­rechts met een ‘wij-verhaal’, dat louter nationalistisch is. Wel, op links moeten ook weer dat collectieve verhaal offensief durven vertellen.”

‘La lutte des classes’ is nog lang niet voorbij?

“Die klassen­strijd gaat verder, maar niet op de manier van 100 jaar geleden. In België zijn er 4,5 miljoen loontrekkenden. Die willen we vertegenwoordigen. En we trekken ten strijde tegen die kleine 2 procent die zich verrijken louter uit kapitaal, zonder voor de rest een klop uit te steken. Niet tegen de ingenieur die werkt om goed zijn brood te verdienen.”

Zijn jullie dan nog communisten?

“Natuurlijk dat! Maar geen copy-paste uit het verleden. Het idee van het marxisme is dat de economie ten dienste moet staan van degenen die de rijkdom produceren: de werknemer. Daar geloven we in en daar gaan we volle bak voor.”

Een groot deel van jullie achterban is ook actief bij de vakbonden. Volgens verscheidene CD&V’ers hebben die het ongenoegen aangewakkerd en zo het Vlaams Belang groot gemaakt.

“Hoever kun je als partij naast de kwestie zitten? Het ACV heeft net de mensen nog hoop proberen te geven. Vijf jaar lang heeft CD&V de vakbonden en de werknemers de rug toegekeerd. Waarom is die partij bijvoorbeeld ooit meegestapt in de jacht op de langdurig zieken? Natuurlijk zijn de mensen dan gedegouteerd. De CD&V zou beter eens in eigen boezem kijken. De christen­democraten dragen een enorme verantwoordelijkheid in de opkomst van Vlaams Belang.”

‘Je kunt toch niet zeggen dat het bloed hier tegen de muren spat’, werpt N-VA-voorzitter Bart De Wever tegen.

“Natuurlijk zegt De Wever dat. Op zijn chique muren zal het bloed niet spatten, met zijn 10.000 euro die hij maandelijks opstrijkt. De realiteit die wij naar voren brengen, kent hij gewoon niet. Een groter deel van de bevolking heeft het steeds moeilijker, en het zijn niet enkel de werklozen of mensen van het OCMW. Ik ging onlangs in Terzake in debat met Jean-Marie Dedecker, nog zo’n nep-rebel. Hij vertelde doodleuk dat een burn-out een individueel probleem is dat de werknemer zelf kan oplossen. Dan heb je duidelijk nog nooit een shift in een verplegings­tehuis meegedraaid.”

“Of ik dat zelf ooit heb gedaan? Als student deed ik nachtwerk in een worstenfabriek. Hard labeur hoor. Nu heb ik geen tijd meer om nog een dagje mee te lopen, maar het is een kwestie van empathie.”

Raoul Hedebouw (PVDA): ‘De socialisten willen niks, nul, nada veranderen’
Beeld Illias Teirlinck

U wordt straks een echte factor in de oppositie. PVDA heeft voortaan twaalf federale parlements­leden.

“Ja, een klein legioen. (lacht) Het zal een gigantische verandering zijn. De vorige legislatuur zijn we doorgesparteld met twee: ikzelf en Marco Van Hees. Dat was een tocht door de woestijn. De toiletten vinden was al een hele expeditie. Met twaalf kunnen we echt gaan door­peren op verschillende inhoudelijke dossiers. On ne se fait pas emmerder: met die twaalf parlementsleden gaan we ons niet in een hoekje laten dringen. Nu Peter Mertens erbij komt, staan we nog sterker. Hij is de trainer, ik de spits. In de grote rechthoek de goals maken: boem, bam, poef! Dat is mijn job.”

Door jullie verkiezingsoverwinning krijgen jullie plots ook een veel grotere dotatie.

“Klopt. Tegelijk blijven we strijden om die dotaties terug te dringen. Als er één beroeps­groep is die genoeg wordt gepamperd, dan is het de politieke klasse. Ik denk dat er deze regeer­periode ook meer openheid zal komen om daar iets aan te doen.”

Stoppen jullie nu het systeem van afdrachten door partij­leden?

“Laat me toch even, in alle transparantie, uitleggen hoe dat systeem in elkaar zit. De overgrote meerderheid van onze 17.000 leden geeft 20 euro per jaar lidgeld. Dat is meer dan genoeg voor die mensen. De basisgroepen, een trapje hoger, geven 5 euro per maand. En dan is er onze nationale raad, waar de kader­leden en de parlementsleden in zitten. Daarvan hebben we gezegd: zij hebben genoeg aan een werknemersloon.”

“Voor iemand met een gezin van twee kinderen is dat ongeveer 2.000 euro netto. Alles wat boven dat bedrag gaat, wordt afgestaan aan de partij. Vrijwillig! Al die cowboy­verhalen mogen eens gaan stoppen. Wie dat geld niet wil afstaan, zetelt gewoon niet in de nationale raad. Hij of zij kan wel op een andere manier in de partij actief blijven.”

Ze worden dus uitgesloten.

“Uitgesloten? Natuurlijk niet. De regels zijn duidelijk. Wij willen geen carrière­politici in onze partij, mensen die enkel naar ons komen om te kunnen opklimmen, sociaal en financieel. Je ziet daar elders de kwalijke gevolgen van.”

Volgens La Dernière Heure zijn de afdrachten eigenlijk afpersing. Militanten die zich tegen de orders van de partij afzetten, worden bedreigd met de woorden ‘we kennen Polen die jullie pijn kunnen doen’.

“Alsof wij Polen zouden inhuren om mensen te bedreigen? Ik kan wel eens lachen, maar niet hiermee. Politiek moet een beetje serieus blijven. Dat is totale larie en apekool. Daar ben ik echt kwaad om. Kijk naar de sociale media. Honderden leden hebben het verhaal ontkracht. Allemaal zijn ze gelukkig in onze partij. Vanwaar haalt La Dernière Heure zoiets?”

De journalist liegt?

“In het algemeen mogen we niet klagen over de Belgische pers: die doet haar werk op een ernstige manier. Maar deze beschuldigingen zijn compleet ondeontologisch. Zoiets kun je niet beweren op basis van alleen maar anonieme bronnen.”

“De enige man die in dat bewuste artikel met naam en toenaam aan het woord kwam, was ene Vincent Istace (hij was vorig jaar kandidaat voor de provincieraadsverkiezingen in Namen voor PVDA, red.). Wel, die man was aanwezig op drie partijvergaderingen, eiste voortdurend het woord en vond dat PVDA voortaan een klimaat­sceptische koers moest varen. Hij vond het niet oké dat een jonge vrouw, Anouk Vandevoorde, nu verkozen in het Waals Parlement, hem op zijn plaats zette. Zij leidde de vergadering. Excuseer, meneer Istace, u zult inderdaad een andere partij moeten zoeken.”

Ook elders zijn er problemen. In Antwerpen en Brussel zijn jullie gemeente­raads­fracties al gesplitst.

“Dat zijn heel onaangename groei­pijnen. In Brussel waren we in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen bang dat we geen enkele verkozene zouden halen. Plots hadden we er zes. Enkele maanden nadien vertelden een aantal van die mensen dat ze hun zitpenningen niet aan de partij willen terug­geven. Dan moesten we hard zijn. We kunnen daar geen uitzonderingen op maken, want voor je het weet maak je er vijftig.”

“Het probleem was dat heel wat mensen die lager op de lijst stonden, opeens verkozen waren geraakt. We hadden de lijsten ondoordacht volgepropt. Dat was totaal fout.”

“We ontkennen die problemen ook niet. Het enige waar ik niet akkoord mee ga, is dat die gelinkt zijn aan een ondemocratische cultuur in onze partij. (nadrukkelijk) Het ligt niet aan onze ideologie. Anders houd je geen 17.000 leden.”

Raoul Hedebouw (PVDA): ‘De socialisten willen niks, nul, nada veranderen’
Beeld Illias Teirlinck

Nu PVDA een grotere partij is, is er ook duidelijkheid nodig over de internationale relaties. Bijvoorbeeld met Nicolas Maduro, de Venezolaanse president die zijn eigen bevolking laat verhongeren.

“We blijven bij ons standpunt dat de Amerikaanse inmenging in Venezuela compleet onrechtvaardig is. De Amerikaanse president Donald Trump is volop bezig een tussenkomst voor te bereiden, net zoals in Syrië en Irak. Dat is om grote problemen vragen.”

“Wil dat zeggen dat we alles goedkeuren wat Maduro doet? Zeker niet. Corruptie is er een keigroot probleem. De economie draait niet goed, maar ook het Amerikaanse embargo speelt daar een belangrijke rol.”

De debatfiche wordt bovengehaald.

“Wat wil je? Ik kreeg de vraag al vijftien keer, ik leg het graag een zestiende keer nog eens uit waar het op staat. Waarom we geen afstand nemen van Maduro? Wat wil dat dan zeggen, afstand nemen? We blijven kritisch tegenover wat daar gebeurt. Het zijn niet onze recepten, zoveel mag duidelijk zijn. Maar er zijn veel andere Latijns-Amerikaanse landen waar het ook bijzonder slecht gaat. Weet je hoeveel journalisten er in Colombia worden gedood? Meer dan 140 in 30 jaar tijd.”

Het idee blijft dat als u Maduro morgen tegen het lijf loopt, u hem een knuffel geeft.

“Ik zou hem geen knuffel geven, wel een hand geven. Hij is nog altijd de verkozen president van Venezuela. Het is niet aan andere naties om te beslissen wie er het legitieme staatshoofd is. Maduro heeft trouwens nog altijd de steun van een groot deel van de bevolking, dat kan iedereen zien. Ik hoop dat er een vreedzame oplossing komt.”

“Eerlijk: ik begrijp dat ingebakken wantrouwen tegenover PVDA soms niet. Alsof wij allemaal een spelletje spelen. Moet ik jullie fotograaf eens door ons partijhoofdkwartier sturen op zoek naar geheime schrijnen voor de Sovjet-Unie?”

Twee jaar geleden werd u aangevallen met een mes tijdens de 1 mei­viering in Luik. Denkt u daar nog vaak aan?

“Die aanval zit altijd wel een beetje in mijn achterhoofd.”

(denkt even na) “Het was echt schrikken. De dag nadien hebben we ons binnen de partij toch gerealiseerd: hier moeten we ons beter op instellen. Als ik nu ergens ga spreken, gaat er altijd een kameraad mee, die me letterlijk en figuurlijk rugdekking geeft. Het is geen professionele bewaking, dat wilden we uitdrukkelijk niet. Wel drie à vier vrienden die om de beurt met me meegaan. Ze zijn geen twee meter breed, ze passen nog in de auto. Het is een evenwicht zoeken. Ik ga nu eenmaal graag alleen op stap. Als ik dat contact met de mensen zou missen, zou ik helemaal uitdoven.”

“Maar ik moet zeggen: de reacties die ik nu krijg zijn voor 90 procent positief. Het wordt soms veel en overweldigend. Eén dag per week probeer ik me af te sluiten in mijn bulle familiale, in de cocon van mijn gezin, om te bekomen. Daar laat ik ook geen enkele pers toe. Mij zie je niet in Dag Allemaal zoals Bart De Wever.”

“Maar wat het vooral is: de voorbije jaren was de partijcommunicatie afhankelijk van één persoon, Raoul Hedebouw. Logisch, we stonden nergens, er was niemand anders. Dat gaat vanaf nu hopelijk wel veranderen.”