Direct naar artikelinhoud
Reportage

Monsterachtige drek besmeurt parelwitte stranden van Mexico

Het opruimen van het zeewier gebeurt, zoals hier op het strand van de Mexicaanse badplaats Tulum, vooralsnog provisorisch.Beeld AFP

Mexico heeft er een vijand bij die de toeristenindustrie een nekslag kan bezorgen: sargassum, een stinkend bruin zeewier. Het teistert de stranden nabij badplaatsen als Cancún. Toeristen blijven massaal weg. 

Op open zee ziet sargassum er prachtig uit: als gouden wolken, dansend op het wateroppervlak. Dichter bij de kust vormen de algen onheilspellende donkere schaduwen in de turquoise zee. Eenmaal aangespoeld op de hagelwitte Caribische stranden verandert het zeewier in een monsterachtige bruine drek, en verspreidt de penetrante geur van rotte eieren.

Vorig jaar belandde een recordhoeveelheid van 168.000 ton sargassum op de stranden van Quintana Roo, de meest oostelijke deelstaat van Mexico. Dit jaar wordt het drievoudige verwacht. “Het staat in de Bijbel”, zo verklaart een ober in kuststad Cancún de stinkende stranden. “Het einde der tijden is nabij.” Een collega valt hem in de rede: “Dit gaat niet over God”, zegt ze met opgeheven vinger. “Dit is een noodkreet van de vervuilde zee. Ze smeekt om hulp.”

Wetenschappers hebben een rationelere, maar niet minder zorgwekkende verklaring van het fenomeen. “Het is het gevolg van de opwarming van de aarde”, zegt Brigitta van Tussenbroek, een Nederlandse mariene bioloog die voor de Nationale Autonome Universiteit van Mexico (UNAM) werkt. Van Tussenbroeks kamer kijkt uit op het met algen besmeurde strand van het dorpje Puerto Morelos. “Dit is een blijvend probleem”, zegt ze met klem. “Het sargassum gaat niet meer weg.”

Dat is een harde boodschap in een regio die wereldberoemd is om zijn parelwitte stranden, wuivende kokospalmen en kraakheldere zee. De stinkende algen passen niet in het paradijselijke plaatje. Zonder toeristen is Quintana Roo verloren, vrijwel iedereen hier leeft van de 16 miljoen bezoekers die jaarlijks komen. Ook voor de nationale economie is de regio van belang. Bijna 9 procent van het Mexicaanse bruto binnenlands product is afkomstig uit toerisme.

Quintana Roo is de grootste melkkoe, maar die vermagert zienderogen. Er zijn dit jaar 18 procent minder bezoekers dan normaal. Mariachi-muzikanten dwalen somber door de straten, om optimaal te functioneren hebben ze volle terrassen nodig. Een fotograaf loopt met een stapel felgekleurde sombrero’s over het strand, vergeefs op zoek naar vakantiegangers die als ‘typische Mexicaan’ op de foto willen. Duikinstructeurs, taxichauffeurs, hangmatverkopers, ze klagen allemaal over het gebrek aan toeristen.

En de bodem van de put lijkt nog niet in zicht. Volgens het Sargassum Monitor Netwerk is op dit moment een ‘megavlek met een diameter van 550 kilometer’ op weg naar de Cariben. Die zal binnenkort aanspoelen, precies als het hoogseizoen aanbreekt. Je zou verwachten dat politici alle zeilen bijzetten om een oplossing te vinden voor het probleem, maar dat valt tegen.

Metalen harken

Toen Mexico in 2015 voor het eerst werd opgeschrikt door grote bergen sargassum, stuurden de autoriteiten bij gebrek aan een beter idee graafmachines het strand op om het zeewier weg te halen. In nood opgerichte comités kwamen met wilde plannen, maar die zijn nooit uitgevoerd. Want in 2016 en 2017 spoelde slechts een beetje sargassum aan. De stranden waren weer wit, de resorts zaten stampvol Amerikanen, de dollars stroomden binnen. Mexico was de algen snel vergeten.

Dus toen het bruin-groene monster in 2018 opnieuw met volle kracht op de stranden beukte, was niemand voorbereid. En ook dit jaar staan lokale autoriteiten er als aan de grond genageld bij. De deelstaat heeft in mei de noodtoestand uitgeroepen, in de hoop op steun van de federale regering. Maar president Andrés López vindt het allemaal wel meevallen: “Het is niet heel ernstig”, suste hij vorige week. “Maar ik heb de marine ingezet en ik laat speciale boten bouwen.”

Het opruimen van de algenplaag gebeurt vooralsnog provisorisch. De overheid voelt zich nog niet geroepen om de zaak op te pakken.Beeld Justin Sullivan / Getty

“De marine?” Luisa Cano (38) lacht schamper. “Die verwijdert nog geen tien ton per dag.” Cano is coördinator van Eensgezind voor Quintana Roo, een organisatie die burgers oproept zelf de handen uit de mouwen te steken. Om acht uur ’s ochtends staat ze met een groep van dertig vrijwilligers op Playa Coral, een openbaar strand in Cancún. Met metalen harken halen ze de algen uit de branding. “In een ochtend verwijderen we 16 ton”, zegt Cano trots.

Luisa Cano.Beeld Marjolein van de Water

Een tractor rijdt heen en weer en dumpt het opgeharkte sargassum enkele meters landinwaarts. Een dikke leguaan in de struiken kijkt verstoord op uit zijn slaap. “We laten de algen drogen voordat we het afvoeren”, legt Cano uit. “Dan valt het zand terug op het strand en voorkomen we erosie.” Cano windt zich op over de slappe houding van de regering. “Maar ook de hoteleigenaars zouden meer moeten doen”, vindt ze. “Die hebben geld zat, maar bekommeren zich alleen om hun eigen strand.”

Toeristen afgelopen week op het strand van Cancún.Beeld Jorge Delgado / Reuters

Hoteleigenaars hebben barrières aangebracht in het water voor hun stranden, maar de algen drijven er gewoon overheen. Iedere ochtend gaat hun personeel daarom aan de slag met harken, kruiwagens en graafmachines, een hels karwei in de brandende zon. Onbegonnen werk ook, want terwijl ze de kustlijn vrijmaken, dient de volgende algengolf zich alweer aan. De schoonmaakacties zorgen er hooguit voor dat de stank binnen de perken blijft.

De bron ligt tussen Brazilië en West-Afrika

“Het beste zou zijn om de algen bij de bron te bestrijden”, zegt bioloog Van Tussenbroek. “Maar dat is lastig.” De bron ligt in de zee tussen Brazilië en West-Afrika. Door de opwarming van de aarde is de watertemperatuur daar zo’n anderhalve graad gestegen. Ook de hoeveelheid voedingsstoffen in het water is er toegenomen. De Amazonerivier bijvoorbeeld bevat hoge concentraties kunstmest, afkomstig uit de Braziliaanse landbouwindustrie, en mondt uit in de zee.

Die veranderde factoren hebben een nieuwe Sargassozee doen ontstaan. Stromingen drijven het zeewier noordwaarts. Niet alleen Mexico, een groot deel van het Caribisch gebied gaat gebukt onder de plaag, die ook de flora en fauna in de zee aantast. De algen en graafmachines veroorzaken bovendien erosie. “Het heeft geen zin te focussen op de schoonmaak van stranden”, zegt Van Tussenbroek. “Want als het zo doorgaat zijn er over een tijdje geen stranden meer over.”

Bij vijfsterrenhotel Zoetry

Op een steenworp afstand van het kantoor van de bioloog, kijkt Francisco de Luna lijdzaam toe hoe het zeewier zachtjes tegen de rand van zijn boot Ruffo klotst. “Ik schat dat hier nu zo’n tien ton sargassum ligt”, zegt de 39-jarige zakenman, wijzend op de dobberende algen voor het strand van vijfsterrenhotel Zoetry. “Ik kan met de Ruffo zeker 15 tot 30 ton per uur opruimen.”

De Ruffo is een catamaran met daarbovenop een tractor gesoldeerd. Het is een gepatenteerde uitvinding van De Luna’s broer Alejandro. Aan de voorkant liggen twee lopende banden in het water, aangedreven door de tractor. Als de boot vaart, belandt het sargassum op de banden, die brengen het naar een compressiemachine die de algen in compacte blokken uitbraakt. Kleinere bootjes vangen die blokken op en brengen ze aan wal. Een typisch staaltje Mexicaanse inventiviteit.

Francisco de Luna.Beeld Marjolein van de Water

Van Tussenbroek is enthousiast over de uitvinding. “We moeten een observatiesysteem opzetten om de route van sargassum beter te kunnen voorspellen”, zegt ze. “Met verplaatsbare barrières kunnen we de algen dan opvangen voor het de kust bereikt en er Ruffo’s naartoe sturen om ze op te ruimen.” Een dure operatie, die deels kan worden bekostigd door het verwijderde zeewier industrieel te verwerken. “Ik zou er biogas van maken”, oppert Van Tussenbroek.

Schimmige belangen

Maar vooralsnog ligt de Ruffo stil, tot frustratie van De Luna. “Ik ben in onderhandeling met hoteleigenaren, dat gaat moeizaam”, vertelt hij. “De regering hakt ook geen knopen door. Iedereen wil witte stranden, maar niemand wil betalen.” Volgens hardnekkige geruchten in het dorp gaat het om een belangenkwestie. Politici zouden vrienden hebben in de graafmachinebusiness, en zitten niet te wachten op structurele oplossingen.

Hoe dan ook, de algen blijven aanspoelen. En bij gebrek aan gecoördineerde actie, bestrijdt iedereen de plaag op zijn eigen manier. Op de pier van Playa Caracol in Cancún zit bij zonsondergang een jonge mariachi-muzikant te pingelen op zijn gitaar. “Sargassum mi amor”, zingt hij zacht tegen de zee. “We hebben het geprobeerd samen, maar nu is het tijd voor jou om te gaan.”

Het strand van de Mexicaanse badplaats Tulum is bezaaid met sargassum.Beeld Justin Sullivan / Getty