© Photo News

Greg Van Avermaet: “Ik heb een mentale tik gekregen”

Overal Belgen in deze Tour. Maar degene die we het meest verwacht hadden, valt het minste op. Gisteren boekte Greg Van Avermaet zijn vierde toptienplaats, toch is hij niet bezig aan de Tour die hij voor ogen had. Zeker nu zijn beste kansen op ritwinst sinds afgelopen weekend verstreken zijn. “Ik heb een mentale tik gekregen”, zegt hij eerlijk. “Maar er komen nog kansen, zeker weten.”

Wim Vos

Of we er toch iets schoons van willen maken, roept hij ons na als het interview erop zit en hij weer in de bus van CCC verdwijnt. Tien minuten lang heeft Greg Van Avermaet onmogelijk zijn ont­goocheling kunnen verbergen. Maar, benadrukt hij nog snel: “Het heeft ook geen zin dat ik mijn kop laat hangen. Teleur­stelling is goed. Wie niet teleur­gesteld is, heeft geen ambitie. Maar ik ben de eerste om de ­motivatie erin te houden. Wil je dat beklemtonen?”

Maar tevreden ben je niet over je Tour tot dusver?

“Het rare is: eigenlijk ben ik wel tevreden. Vooral dan over mijn vorm. Ik had vooraf drie kansen aangestipt. In Epernay was ik goed. In Colmar was ik ook goed. Dat zie je aan mijn resultaten: vierde en vijfde. Met mijn ­conditie is niets mis. En zaterdag zat ik er ook. Daar overleef ik in een groep waar bijna nog uit­sluitend klassementsrenners bijzaten (Van Avermaet werd er achtste, 26 seconden na Thomas De Gendt, red.). Ik zat niet eens op mijn limiet. Wel er net onder. Dan kan je alleen zeggen dat mijn vorm super is. Ik denk dat de helft van het peloton mijn benen zou willen hebben.”

Maar die ritzege volgt maar niet.

(knikt) “Ik ben in het verleden al minder goed in vorm geweest in de Tour en dan reed ik betere ­uitslagen.”

De grootste ­ontgoocheling volgde zondag in de rit waar ­Benoot ­tweede werd?

“Nu nog denk ik: als ik daar in de vlucht zit, maak ik superveel kans om die rit te winnen. Daar wilde ik echt in de ontsnapping zitten. (zucht) Maar, helaas, ik zat er niet. Door de omstandigheden…”

Omstandigheden?

“Eerst hebben ze (de ploegen van de koplopers, red.) de weg ge­blokkeerd zodat niemand nog de aansluiting kon maken. En dan is De Marchi gevallen…”

Je ploegmaat die met diverse ­breuken naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Je was er naar verluidt zwaar van onder de indruk.

“Wat wil je? Je passeert een ­renner met wie je elke dag aan ­tafel zit en je ziet dat die niet meer beweegt. Dat beeld is een tijdje op mijn netvlies blijven staan. Even had ik gewoon geen goesting meer om vol naar voor te rijden en te demarreren. Dat klinkt misschien dom, maar dat is wel menselijk. Toch? Hij lag daar bewusteloos. Of dat dacht ik toch. Het zal toch niet waar zijn, schoot er door mijn hoofd. We hebben al genoeg voorbeelden gehad in het verleden. Dan kan ik niet op vijf minuten de knop omdraaien. Op dat moment was dat belangrijker dan ritwinst in de Tour.”

Maar ’s avonds heb je wel gevloekt toen je je realiseerde dat er weer een kans voorbij was?

“Ja. Dan besefte ik dat de twee ritten van het weekend de ­mooiste ritten waren. Dat was ­gewoon een gemiste kans. Dat is een ambetant moment voor een renner. Ik ben de eerste om toe te geven dat ik daar een mentale tik gekregen heb. Ik was even niet om aan te spreken.”

Dat alles net in de Tour waarin de andere Belgen het zo goed doen.

“Of er een Belg of een buiten­lander wint, maakt mij niet veel uit. Ik kijk vooral naar mezelf. Maar ik besef wel dat het meespeelt dat de Belgen zich net nu zo tonen. In andere jaren zou ik met deze resultaten nog altijd bij de betere Belgen geweest zijn. Nu niet.”

Wat nu? Straks duiken we de ­Pyreneeën en de Alpen in. Zie je nog kansen?

“Absoluut. En als er geen evi­dente kansen meer zijn, moet ik ze zelf maar creëren. En ja, dan zal alles moeten meezitten. Maar is dat niet altijd zo in de Tour? Als het niet meezit, win je hier nooit. Het heeft geen zin om nu alleen maar te zitten treuren. Daar moet je overheen stappen.”

Voor de Tour zei je nog dat je toen al wist dat je na een dag of tien zou denken: ‘Wat doe ik nog in deze Tour?’ Vrees je dat moment?

“Sowieso. En dan is dat ook maar zo. Dan zal ik mij troosten met de gedachte dat ik er het ­beste heb proberen uit te halen. Dat ik gedaan heb wat ik moest doen en dat ik in de conditie zat die ik wilde hebben. En verder zal ik mij dan nieuwe doelen stellen. Maar nogmaals: ik ben niet eens zo ontevreden. Alleen wil ik ­winnen. Of het nu voorjaar of Tour is: ik wil winnen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER