Infrabel wil deel van Brussels spoorverkeer maand lamleggen: ‘Reiziger weer de dupe’

Infrabel werkt al jaren aan de vernieuwing van de infrastructuur aan Brussel-Zuid. Dat de Noord-Zuidas in de verlengde weekends van 1 en 11 november daardoor volledig dicht moet, was al geweten (en voorbereid). Maar nu blijkt dat er ook heel wat hinder verwacht wordt van maandag 14 oktober tot en met vrijdag 8 november, zo schrijft De Tijd.

Infrabel zou de NMBS volgens bronnen in De Tijd pas in juni op de hoogte hebben gebracht van de planning: voor de infrastructuurwerken in die periode moet het 30 procent van de wissels voor Brussel-Zuid vastzetten, waardoor veel minder treinen door de drukste as van het land kunnen rijden. Het voorstel van Infrabel is om alle P-treinen of piekuurtreinen van en naar Brussel niet te laten rijden in hun totaliteit. Dat heeft grote gevolgen: 104 van de meer dan 400 P-treinen die de NMBS elke dag inlegt, rijden door Brussel.

De betrokken treinen tellen 91.000 zitplaatsen en vervoeren gemiddeld 68.000 reizigers per dag. De maatregel treft zo een op de vier pendelaars die in de ochtendspits naar Brussel sporen, rekende De Tijd uit.

“De werken zijn noodzakelijk om een stipt en veilig treinverkeer te kunnen realiseren”, klinkt het bij Infrabel. “Het is helemaal niet de bedoeling om het treinverkeer in Brussel volledig lam te leggen, integendeel.” Maar, “niets doen is geen optie”, aldus Infrabel-woordvoerder Thomas Baeken.

De zaak - hoeveel en welke treinen afschaffen - zou ook nog niet helemaal beslecht zijn. Maar het welles-nietesspel is dus wel al aan de gang. Volgens Infrabel zouden de besprekingen over de werken al sinds november 2017 aan de gang zijn, om tot het best mogelijke scenario te komen voor de reiziger, terwijl NMBS net het omgekeerde lijkt aan te klagen: amper voorbereidingstijd voor een gigantische operatie. “Wij willen natuurlijk de beste oplossing voor die tienduizenden reizigers”, zegt NMBS-woordvoerder Dimitri Temmerman.

Overvolle treinen

Aan dat getouwtrek heeft de reiziger natuurlijk geen boodschap, enkel aan een antwoord op de vraag: geraak ik straks op mijn bestemming of niet? Indien de voorgestelde P-treinen resoluut worden afgeschaft, zullen heel wat pendelaars op een overvolle IC-trein moeten stappen - die in de spits nu al de maximumcapaciteit hebben bereikt - of zelfs veranderen van station. Bepaalde perrons, bijvoorbeeld in Aarsele, worden enkel door P-treinen bediend.

“Een goede oplossing lijkt er niet echt”, merkt ook Peter Thoelen van reizigersvereniging TreinTramBus. Alternatieve omleidingen via de stations Schuman, Schaarbeek of Brussel-West kunnen maximaal 20.000 pendelaars redden. Alternatief openbaar vervoer zoals metro, tram en bus kan enkel de Brusselse pendelaar op de Noord-Zuidas helpen. De rest lijkt gedoemd tot ‘sardientjespendelaar’.

Voor TreinTramBus loopt het nu echt wel de spuigaten uit. “Na vorige week is dit eigenlijk vrij schandalig: alweer dat geknoei”, zegt Thoelen. De organisatie bestempelde de problemen op het spoor door de hitte toen als een “dieptepunt”, een week later mag die conclusie al herzien worden.

“Op een moment dat mobiliteit een huizenhoog maatschappelijk knelpunt is, stapelen de problemen zich op”, zegt Thoelen. “Of dit mensen echt wegdrijft van het spoor is moeilijk te zeggen. De trein heeft als voordeel op de auto dat je kan ontspannen, de krant lezen en zelfs een beetje werken. Als al die pendelaars straks op een overvolle IC-trein moeten, is dat voordeel weg. Maar allemaal in de file gaan staan, is natuurlijk ook geen optie voor die mensen.”

Midden augustus zal een werkgroep een stand van zaken doorgeven aan de bevoegde minister van mobiliteit, op heden nog steeds François Bellot (MR).