Direct naar artikelinhoud
Werk

Einde van het brugpensioen in zicht? Aantal bruggepensioneerden gehalveerd

ACV voerde in het voorjaar van 2015 actie tegen de strengere regels rond brugpensioen van de regering-Michel.Beeld Photo News

Het aantal bruggepensioneerden is meer dan gehalveerd sinds 2010. Terwijl er toen nog 120.000 mensen in het systeem zaten, zijn er dat nu nog ‘maar’ 57.000. Is het brugpensioen definitief op weg naar de uitgang? 

De daling van het aantal mensen in brugpensioen (officieel SWT) is al een tijdje aan de gang, maar zet zich nu spectaculair door. Van 2004 tot 2013 zaten er nog meer dan 110.000 mensen in het systeem, met een piek tot 120.000 in 2010. In juni van dit jaar zijn het er nog 57.000, minder dan de helft. Dat blijkt uit cijfers die deze krant opvroeg bij de RVA.

Vooral de laatste maanden is het aantal bruggepensioneerden in vrije val. Tegenover het jaargemiddelde van 2018 (74.500) zijn er nu 17.500 mensen minder met brugpensioen.

Strengere regels

De oorzaak ligt bij de strengere regels die werden uitgezet door de regering-Di Rupo en nog verder werden verscherpt door de regering-Michel. Zo werden de leeftijdsvoorwaarden drastisch opgetrokken. Wie op brugpensioen wil, moet nu al 62 jaar zijn. Ook bij de uitzonderingen, zoals voor zware beroepen of in de bouw, ging de leeftijd omhoog. Vanaf (eind) volgend jaar kan in principe niemand onder de 60 nog op brugpensioen.

Door die strengere regels stappen er minder mensen in het systeem: vorig jaar waren er nog 6.500 ‘nieuwe’ bruggepensioneerden, tegenover 14.500 in 2011. Tegelijk zijn zij die jaren geleden nog de kans hadden om (ruim) voor hun 60ste op brugpensioen te gaan, massaal uit het systeem aan het verdwijnen. Zij zijn intussen 65 geworden en vallen zo onder het reguliere pensioenstelsel.

Zo is de omvang van het ooit immense leger van ‘vroege afzwaaiers’ drastisch aan het slinken. Wat die trend verder versterkt: sinds januari dit jaar kunnen bruggepensioneerden zelfs al vòòr hun 65ste overstappen op een (vervroegd) pensioen.

De grootste angel in de de discussie is het brugpensioen bij grote herstructureringen. Daar ligt de instapleeftijd nog het laagst: op 56 kan je in dat geval al stoppen met werken. Bij elke grote ontslagronde duikt het debat weer op: is het wel een goed signaal om mensen op die manier af te danken? 

Het aantal mensen dat zo stopt met werken is relatief beperkt, zo blijkt uit de cijfers van de RVA. Vorig jaar waren het er 870, of 13 procent van het totaal. Let wel, dat cijfer schommelt naar gelang het aantal bedrijven in herstructurering en is dus afhankelijk van de economische conjunctuur.

De regering wilde daar de minimumleeftijd verhogen, maar de sociale partners bekwamen uitstel. Toch zal het aantal bruggepensioneerden ook in die categorie verder dalen. Eind 2020 gaat de minimumleeftijd sowieso naar 60. 

Regeringsonderhandelingen

Of het brugpensioen op termijn ook helemaal gaat verdwijnen is een politieke vraag. Ze komt ongetwijfeld op tafel bij de onderhandelingen over een federale regering. “Aan Vlaamse kant is er meer animo om verdere stappen te zetten”, zegt arbeidseconoom Stijn Baert (UGent), die voor de verkiezingen rondvraag deed bij de politieke partijen. “Maar aan Franstalige kant wil onder meer PS het brugpensioen net versoepelen.”

Open Vld en N-VA zijn het duidelijkst: zij willen ervan af. “Wie zware arbeid heeft verricht, moet vroeger kunnen stoppen met werken”, zegt Open Vld-Kamerfractieleider Egbert Lachaert. “Maar daarvoor moeten we niet per se teruggrijpen naar het brugpensioen.” Eenzelfde geluid bij de Vlaams-nationalisten. “Het is een uitgelezen moment om komaf te maken met dit systeem”, zegt fractiewoordvoerder Bram Bombeek. “De arbeidsmarkt snakt naar mensen. Door ook die oudere werknemers aan de slag te houden, krikken we ook de werkzaamheidsgraad op.” 

Sp.a voelt niets voor een verdere verstrenging van de regels, ook Groen is eerder terughoudend. CD&V wil het houden op de maatregelen die nu al beslist zijn. “Brugpensioen helemaal afschaffen kan het aantal arbeidsongeschikten verhogen”, waarschuwt minister van Werk en partijvoorzitter Wouter Beke. “Gelet op de sterke daling van het aantal bruggepensioneerden is de huidige reglementering voldoende.”