Direct naar artikelinhoud
Mode

Frankrijk gaat de strijd aan met T-shirts van 5 euro

Spotgoedkope modemerken zoals Primark stimuleren de wegwerpcultuur.Beeld REUTERS

Zelf draagt hij Louis Vuitton, maar op de G7-top in Biarritz dit weekend verwacht Frans president Emmanuel Macron van de mode-industrie een deal die de erg vervuilende sector moet vergroenen. Die moet ook een rem op de populaire wegwerpmode zetten.

Op hun onderonsjes laten de zeven grootste economieën (Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Groot-Brittannië en de VS) zich doorgaans niet in met mode, maar dit weekend staat het thema wel op de agenda tijdens de G7-top in Biarritz. Want de kledingindustrie is meer vervuilend dan luchtvaart en scheepvaart samen.

Een broek of jasje maken betekent textiel produceren, verven, bewerken, verschepen en verkopen, wat grote hoeveelheden water, chemische stoffen energie en CO2 verbruikt. En kledij wassen is telkens ook wat microplastic lozen.

De laatste vijftien jaar is de kleerkast van Europeanen bovendien verdubbeld en raakte de wegwerpmode in zwang: merken die zo spotgoedkoop zijn dan je er wekelijks een tas vol van kan kopen. Volgens een rapport van consultancybureau McKinsey gooien we dan meer dan de helft in minder dan een jaar tijd weer weg. En door steeds meer online te shoppen, worden onschuldige truitjes en T-shirts helemaal CO2-monsters.

Gaat dat zo verder, dan slokt de mode-industrie in 2050 een kwart op van wat de wereld jaarlijks nog aan CO2 mag uitstoten om de opwarming onder gevaarlijke niveaus te houden.

Het nieuwe rietje

Gastheer in Biarritz Emmanuel Macron verwacht daarom een  ‘green deal’ van de sector. Afgevaardigden van meer dan twintig merken en concerns maken hun opwachting in de Franse kuststad, waaronder H&M, Kering (eigenaar van onder andere Gucci) en Inditex, de grootste kledingboer ter wereld met Zara in zijn portfolio.

Want de grote spelers beseffen dat een imagoprobleem dreigt. “De signalen zijn duidelijk. Mode wordt het nieuwe plastic rietje, het nieuwe vlees”, zegt Mike Barry van Marks & Spencer tegen de Britse krant The Guardian. “De consument gaat mode even kritisch bekijken als voeding.”

Ook de EU begint daarmee. Begin maart besloot de vorige Europese Commissie al dat de textielindustrie inderdaad het nieuwe plastic rietje is, en dat strenge maatregelen dus aan de orde zijn.

“Europa importeert 90 procent van zijn textiel en zou dus strenge criteria kunnen opleggen”, zegt Emily Macintosh van de ngo European Environmental Bureau. “Het kan ook onderzoek naar materialen die je eindeloos kunt hergebruiken promoten en alternatieve zakenmodellen stimuleren, zoals kledij huren in plaats van kopen. De productieprocessen en zakenmodellen van alle mode, zowel van de luxemerken als de wegwerpmode, moeten hervormd worden.”

Wat precies in het ‘modepact van Biarritz’ zal staan, is afwachten. Macron belastte alvast een van de belangrijkste CEO’s in de sector met de taak om iets eerbaars op tafel te leggen: François-Henri Pinault, baas van Kering. Sinds mei bewerkt hij andere grote spelers om belangrijke groene engagementen te nemen.

Volgens Marie-Claire Daveu, duurzaamheidsmanager bij Kering, wordt het “een ambitieus plan met meetbare doelen die de industrie zullen hertekenen zodat ze veel minder impact heeft op de opwarming, de biodiversiteit en de oceanen”. “Als de machtigste huizen samenwerken, levert dat veel meer op dan wanneer merken het allemaal op hun eentje proberen”, zegt ze. Maar de kans is niet gering dat het een vrijblijvend fotomoment wordt.

Tweedehands in de lift

“Het is hoopgevend dat dit nu zo hoog op de politieke agenda staat”, zegt Macintosh. “Alleen ziet het er niet naar uit dat er afdwingbare regels komen, terwijl vooral dat nodig is. Biarritz kan wel een eerste stap in die richting zijn. Wij verwachten ook dat de nieuwe Europese Commissie de draad oppikt en daar werk van maakt.”

Dat de vrijwillige aanpak niet goed werkt, bleek al eerder. Het wemelt van de groene voornemens, certificaten, labels en groene kledinglijnen en er is al vooruitgang geboekt, maar het afgelopen jaar is dat allemaal gaan slabakken. Dat toont het rapport van Global Fashion Agenda, dat de systeemverandering vanuit de industrie trekt. “Met snel steeds meer verkopen, strijk je uiteindelijk toch meer winst op”, zegt Macintosch.

Maar het lijkt erop dat de consument minstens evenveel druk zal uitoefenen als de politiek. Zo toont onderzoek van Mintel dat Britse consumenten sinds 2016 jaar na jaar iets minder kleren kopen, en dat bijna de helft van hen merken verkiest die hun voetafdruk verkleinen. Het Global Fashion Agenda-rapport laat ook zien dat duurzaamheid nu voor twee derde van de consumenten ‘erg belangrijk’ is.

Vooral onder jongeren neemt dat scherp toe. Ook wegwerpketens Primark en H&M spelen daar al op in met hersteldiensten en recyclagebakken in sommige van hun winkels. H&M belooft zelfs tegen 2030 alleen nog met gerecycleerd of duurzaam materiaal te werken. Onder druk van die milieubewuste modeconsument zal de tweedehandsmarkt tegen 2028 dan ook groter zijn dan de wegwerpmarkt, zo stelt een marktanalyse door GlobalData.

“Dat voelen wij”, zegt Frédéric Van Hauteghem, adjunct-directeur van de tweedehandswinkels van Oxfam in ons land. “Ieder jaar komt er zo’n 5 procent klanten bij. Meer en meer van die, vooral jonge, mensen komen niet per se voor de lage prijzen. Ze zouden zich perfect iets nieuws kunnen veroorloven, maar willen niet meer meedoen aan de verspilling en vervuiling en zijn trots op hun tweedehandsaankopen.”