Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLopende zaken

Piketty toont aan hoe de centrumpartijen elk hun eigen elite zijn gaan bespelen

De Franse econoom Piketty beschrijft in ‘Kapitaal en ideologie’ hoe het kiespubliek van centrum­linkse partijen compleet veranderde.Beeld AFP

Hoeveel is de genezing van een mensenleven de samenleving waard? Dat is de cruciale politieke vraag die overblijft na de hartverwarmende solidariteitsactie voor baby Pia. Het komt een sterke overheid toe die vraag te beantwoorden, maar velen rekenen daarbij niet langer op de sociaaldemocratie. Dat is minder merkwaardig dan het lijkt, schrijft Bart Eeckhout.

“Banken, multinationale instellingen en farmaciebedrijven.” De internationaal gerenommeerde Harvard-econoom Dani Rodrik diende niet lang na te denken toen hem vorig jaar in een interview op de blog ProMarket gevraagd werd wie de grote profiteurs zijn van de globalisering van de vrije markt.

Toegegeven, Rodrik is bepaald geen fan van die globalisering. Al in 1997 schreef hij een boek met de niet mis te verstane titel Has Globalization Gone Too Far? Dat bleek enigszins visionair: de Europese eenheidsmarkt diende op dat moment nog op volle snelheid te komen en populisme en rechts-nationalisme waren nog enkel bestofte wetenschappelijke thema’s.

Dat farmaciebedrijven zo nadrukkelijk genoemd worden bij de profiteurs (‘rent-seekers’) van gedereguleerde handel, kan verrassend klinken. Wie het verhaal van baby Pia gevolgd heeft, zal minder schrikken. Na een massaal gedeelde solidariteitsactie konden de ouders van Pia afgelopen week de benodigde 1,9 miljoen euro ophalen voor een mogelijk levensreddende behandeling.

Daar eindigt het mooie nieuws ook meteen. Zonder farmabedrijf Novartis geen reddende therapie voor Pia. Big Pharma hoeft dus geen schurkenrol toebedeeld te krijgen. Maar de vraag hoeveel een leven redden mag kosten, verdient wel degelijk een stevig debat. En vooral: het vergt een sterke overheid in de regiekamer.

Die is er vandaag niet. Is 1,9 miljoen (het gaat om de prijs op de Amerikaanse markt, want hier is het betreffende medicijn nog niet in omloop) veel of juist weinig om het leven van een kind mogelijk te redden? Het antwoord op die cruciale vraag wordt nu bijna uitsluitend door het farmabedrijf zelf bepaald. Of die prijs ‘fair’ is, heeft de samenleving vervolgens maar aan te nemen.

Honderden Pia’s

De kwestie reikt veel dieper dan de verhoopte redding van één Vlaamse baby. Het betreffende medicijn is zowat het duurste ter wereld. Tegelijk staan we nog maar aan het begin van een nieuwe generatie medische (gen)therapieën. Als een miljoenenprijs de norm wordt, dan vallen ofwel de ziekteverzekeringen om, ofwel blijft de redding voorbehouden voor wie ze kan betalen.

Het gaat, kortom, niet om één Pia die het hart van Vlaanderen breekt. Het gaat om tientallen peperdure therapieën voor honderden of duizenden Pia’s, jong en oud.

Het debat over de rol van de overheid in die ‘nieuwe gezondheidszorg’ is niet nieuw. Het is met name een discussie waarin je verwacht dat links, en dan nog vooral de ‘klassieke’ sociaaldemocratie, het voortouw neemt. Er zijn, eerlijk is eerlijk, ook wel linkse voorstellen gepasseerd, maar blijkbaar hebben velen er niet langer vertrouwen in dat de socialisten hen ook effectief gaan beschermen tegen marktfalen. En zo vertelt de politieke neerslag van de redding van Pia veel over de amechtige staat waarin de sociaaldemocratie zich onder meer in Vlaanderen bevindt.

Want eigenlijk is het helemaal niet zo gek dat burgers de zorg over hun sociale bescherming niet zomaar meer toevertrouwen aan centrum­linkse partijen als de sp.a, of de PvdA in Nederland, SPD in Duitsland, of de PS in Frankrijk. Dat diezelfde burgers vandaag vaak zo onbeschermd staan tegenover de macht van de markt – zie Pia – is namelijk de historische verantwoordelijkheid van de grote Europese staatsdragende midden­partijen.

Christendemocraten en socialisten hebben samen in naam der globalisering de Europese eenheidsmarkt gedereguleerd. Hun kiezers presenteren hun daar nu de rekening voor. Willen deze partijen overleven, dan zullen ze de vrije markt weer democratisch moeten durven begrenzen. Dat vergt een veel diepgaandere analyse dan een voorzitterswissel.

Hoe konden socialisten de belangen van de eigen groep zo verwaarlozen? In een voorlopig minder druk besproken deel in zijn nieuwe turf Kapitaal en ideologie biedt de Franse (en overtuigd linkse) ster­econoom Thomas Piketty een prikkelende verklaring: de socialisten veranderden gewoon van kamp. Piketty ontdekte, op basis van decennia post-electoraal onderzoek in Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS, dat het kiespubliek van centrumlinkse partijen in de loop van de tijd compleet veranderde. In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog waren de socialistische partijen de toeverlaat van de kleine man: kort opgeleid, lager loon. Dat verandert helemaal vanaf de jaren 70. Nu zijn het juist vooral hoger opgeleiden die voor de sociaaldemocratie kiezen.

Piketty toont aan hoe de centrumpartijen sindsdien vooral elk hun eigen elite zijn gaan bespelen. Op rechts is dat nog altijd de vermogende elite, maar op links wordt de maat aangegeven door een ‘culturele elite’.

Met een treffende term spreekt de Franse econoom van ‘brahmaans links’, naar de Indiase priesterkaste, die vroeger in India sociale en culturele sleutelposities innam, verheven boven het gewone volk.

En dat ‘gewone volk’? Dat stelt met steeds grotere frustratie vast dat zij amper nog vertegenwoordigd worden via centrumpartijen. Met gekend stembusresultaat.

Harde keuzes

Eerder deze maand analyseerde de progressieve denktank Minerva nog hoe juist de rood-groene Duitse regering-Schröder begin jaren 2000 met een hard activeringsbeleid een nieuwe onderklasse van ‘working poor’ in het land creëerde. Het is maar een voorbeeld van hoe Europees links de verdediging van de kleine man opgaf, onder het mom van vooruitgang.

Ook de zieltogende sp.a kampt met die Europese erfenis. Al jarenlang weet de partij niet wie nu eigenlijk haar publiek is: is dat de groep mensen die bescherming en, jawel, begrenzing nodig hebben om hun precaire levensstandaard vol te houden, of zijn het juist de hoger opgeleide, progressieve kosmopolieten voor wie de wereld het dorp is?

Momenteel lekt het sp.a-mandje aan twee kanten: de klassiek-linkse ‘kleine man’ zoekt zijn heil op (radicaal-) rechts of radicaal-links, de kosmopoliet neigt naar een groene stem. Zo gaat de sociaaldemocratie stilletjes dood.

Wil de nieuwe voorzitter die wurgende trend keren, dan zullen er harde keuzes gemaakt moeten worden. Dat die mogelijk nieuwe voorzitter een jongeman is die graag communiceert via Instagram, hoeft daarbij inderdaad niet per se een probleem te zijn. Maar het zijn wel de mensen die niet op Instagram zitten die nu door links niet bediend worden.