“Er is een tweede dader betrokken bij de moord”, zo klinkt het in de brief, die woensdagochtend toekwam in het Brugse gerechtsgebouw en gericht was aan assisenvoorzitter Antoon Boyen. De assisenvoorzitter las de brief integraal voor op zitting. Daarna werd de zitting tijdelijk geschorst, om de inhoud van de brief te laten onderzoeken.

Een kopie van deze brief kwam woensdagochtend ook toe op de redactie van Het Nieuwsblad.

Klik hier om de brief in groter formaat te lezen

Net deze ochtend kwam met de pleidooien stilaan een einde aan het proces. Het hele proces lang al blijft Deriemacker ontkennen dat hij de moord op zijn vrouw gepleegd heeft. Het tijdstip waarop de moord gepleegd werd, is cruciaal op dit proces.

De briefschrijver zegt dat Deriemacker wel degelijk de moord op zijn echtgenote beraamde “omdat ze te veel wist”. Maar hij zou de moord niet zelf gepleegd hebben. Deriemacker zou een tweede persoon ingeschakeld hebben voor de moord.

LEES OOK. “Voor ons is het zonneklaar: Daniel wou niet scheiden, en dus moest Carmen eraan” (+)

Man in het zwart

“Een man die in het zwart gekleed was, en beschreven werd door getuige Frederic R., is de echte moordenaar. Het is een Franstalige persoon, uit een slecht milieu”.

Nog volgens de briefschrijver zou Deriemacker wel degelijk betrokken zijn bij de moord: “Hij heeft de banden (van haar auto, red.) plat gestekt, en hij stond op de uitkijk toen de feiten gebeurden.”

Deriemacker zou bedreigd zijn door de moordenaar, om hem niet te verklikken: “Zijn ouders, broers en zussen zijn in gevaar.”

De schrijver is klaarblijkelijk een vrouw, die woensdagochtend telefonisch ook contact opnam met de familieleden van het vermoorde slachtoffer. Aan hen vertelde ze hetzelfde verhaal.

“Goed georkestreerd”

“Ik ga de zitting opnieuw schorsen om te kijken wat we hiermee gaan doen”, zei voorzitter Antoon Boyen.

Advocaat Christine Mussche meldde nadien dat de moeder van Carmen donderdagochtend nog werd opgebeld door een anonieme vrouw die dezelfde inhoud gaf. Ook Pol Vandemeulebroucke, advocaat van de beschuldigde, verklaarde dat hij vorige week een bizarre anonieme telefoon kreeg.

Voorzitter Boyen noemde de situatie “onbehoorlijk goed getimed en goed georkestreerd.”

Beklaagde opnieuw ondervraagd

Omdat in de brief herhaaldelijk naar Rebecca Deriemacker, de zus van de beklaagde, wordt verwezen, riep voorzitter Boyen haar woensdagmorgen naar voor. Ook Deriemacker zelf werd opnieuw ondervraagd. Allebei vertelden ze dat ze geen idee hebben waar de briefschrijver het over heeft.

“Deze mens beweert informatie te hebben die ik niet heb”, zei Rebecca Deriemacker. Ze kent de afzender van de brief niet en zegt niet te weten wie de moord op Carmen pleegde. “Het enige wat ik weet, is dat Daniel als portier blijkbaar dingen meemaakte. Ik heb mijn broer in de gevangenis gesmeekt: ‘Als je enige informatie hebt over gelijk wat, doe nu je mond open. Want ik mag niet betrokken worden bij dingen die ik niet weet’.”

Voorzitter Boyen: “Blijkbaar is tegen u ook gezegd dat als uw broer spreekt, jullie ook in gevaar zijn. Heeft hij dit gezegd?”

Rebecca D.: “Ja.”

Voorzitter(tegen de beklaagde):“Wat heb jij daar op te zeggen?”

Deriemacker: “Ik denk dat mijn zus in de war is door deze brief. Ik had geen vrienden in een slecht milieu, maar het portierswerk is een vreemde wereld. Ik heb haar ooit gezegd dat bepaalde mensen in de portierswereld wilden dat ik zweeg. Maar dat had niets te maken met deze zaak.”

Deriemacker: “Ik weet niet wie Carmen vermoord heeft. Ik zou het graag weten, heel graag. Mocht ik informatie hebben, dan zou ik die geven. Ik wil ook gerechtigheid voor mijn vrouw.”