Direct naar artikelinhoud
Parlement wil abortus tot 18 weken mogelijk maken, maar is dat een goed idee?
Abortus

Parlement wil abortus tot 18 weken mogelijk maken, maar is dat een goed idee?

Beeld Brecht Vandenbroucke

Terwijl de abortuswetgeving in Europese landen als Noorwegen en Polen onder druk staat, is in België een meerderheid in de maak voor een uitbreiding van de termijn. Is een grens op achttien weken in plaats van twaalf een goed idee?

Verschillende politieke partijen willen de termijn waarbinnen een vrouw een abortus kan laten uitvoeren optrekken van twaalf naar achttien weken. Open Vld, sp.a, Groen, PS, Ecolo en PVDA : allemaal zijn ze voorstander van een uitbreiding, wat betekent dat er een parlementaire meerderheid is.

Hoe dan ook is het opmerkelijk dat zich in ons land een breed draagvlak vormt voor een abortus tot achttien weken, terwijl in andere landen steeds meer stemmen opgaan om de wetgeving te beknotten.

In de staat Alabama keurde de senaat eerder dit jaar een van de strengste abortuswetten van de Verenigde Staten goed. Nagenoeg elke zwangerschapsafbreking is er verboden, zelfs na verkrachting of incest. Alleen als de gezondheid van de vrouw in gevaar is, mag een uitzondering worden gemaakt. 

Dichter bij huis, in Noorwegen, is het weghalen van een foetus moeilijker geworden voor vrouwen die een meerling verwachten. In Polen werden eveneens pogingen ondernomen om de abortuswet strikter te maken.

Rare situatie

Bij ons gaan al langer stemmen op om de termijn te verlengen. De sp.a pleit al jaren voor wettelijke abortus tot twintig weken. Open Vld toonde zich in het verleden ook voorstander. CD&V is klassiek tegen.

In Nederland kan het wel, tot 22 weken, wat ertoe leidt dat vrouwen bij ons die een late abortus willen noodgedwongen naar de noorderburen trekken. 

“Dat creëert een rare situatie”, zegt Carine Vrancken van de Nederlandstalige abortuscentra. “Stel dat je een Belgische vrouw bent en je hebt om de een of andere reden veel tijd nodig om tot een beslissing te komen, bijvoorbeeld omdat je pas laat ontdekt dat je zwanger bent. Kom je uiteindelijk toch tot het besluit dat het onverantwoord is om een kind te krijgen maar ben je al veertien weken zwanger, dan kun je in België niet meer worden geholpen. Terwijl dat in Nederland geen enkel probleem is.”

Jaarlijks gaan enkele honderden Belgische vrouwen na twaalf weken zwangerschap de grens over voor een ingreep. Dat aantal nam in de loop van de jaren wel gestaag af, tot 472 in 2017. “Vanuit de hulpverlening klonk al langer dat er een oplossing moet komen voor die groep”, zegt Vrancken. “We zijn een progressief land met een goede hulp- en zorgverlening. Dan is het een land als België toch onwaardig dat we voor bepaalde problematieken mensen verplichten naar het buitenland te gaan?”

Weinig gegevens

De termijn verlengen tot achttien weken mag eenvoudig klinken, in de praktijk is het best ingrijpend. Tot twaalf weken kan een abortus met een relatief eenvoudige ingreep: een zuigcurettage, waarbij de baarmoeder met een smal buisje wordt leeggezogen. Na die termijn is dat niet meer mogelijk en moet een vrouw daadwerkelijk bevallen, wat emotioneel zwaarder is.

In Nederland is een ‘instrumentele abortus’ mogelijk, onder gedeeltelijke of volledige verdoving. Daarbij wordt het vruchtje met instrumenten verkleind en uit de baarmoeder verwijderd. Artsen geven zelf aan dat het niet vanzelfsprekend is om die ingreep uit te voeren. 

Of een verlenging van de termijn tot meer abortussen zal leiden, is onduidelijk. Sowieso ontbreken actuele Belgische abortuscijfers. De laatste gegevens van de Nationale Evaluatiecommissie Zwangerschapsafbreking dateren van 2011. Toen vonden iets meer dan 19.500 abortussen plaats.

De Evaluatiecommissie, die sinds dit jaar weer actief is, wil zich niet in de politieke discussie mengen, zegt covoorzitter Mario van Essche. Ze wil eerst alle data van de afgelopen acht jaar grondig doornemen alvorens aanbevelingen te formuleren. “Die aanbevelingen zullen ook over meer gaan dan alleen de wettelijke termijn. We evalueren ook zaken als de hulpverlening bij een afbreking, de impact op de sociale zekerheid, de toegang voor mensen zonder een verblijfsvergunning...”

Hoe dan ook staat niet iedereen te springen voor een abortus tot achttien weken. “In de Evaluatiecommissie is er allerminst een consensus”, zegt een insider. “Niet iedereen ziet een langere termijn zitten.”

Wie mag beslissen?

De abortuscentra zijn wel vragende partij. “Wij hebben altijd gepleit voor een uitbreiding van de wet”, zegt Carine Vrancken. “Die zwangerschappen worden toch afgebroken, maar dan in het buitenland. Niemand wil een zwangerschapsafbreking, maar als je ongewild zwanger bent, moet je een verantwoorde beslissing kunnen nemen.”

Vrancken begrijpt dat het voor sommige vrouwen op achttien weken zwangerschap onmogelijk is om voor een abortus te kiezen. “Maar je moet altijd voor ogen houden wie het meeste recht heeft om daarover te beslissen: de persoon die zwanger is. Die is het best in staat na te denken over wat verantwoord ouderschap is.”

“Daar gaat het altijd over: wie mag beslissen?”, gaat Vrancken verder. “Je kunt je kop in het zand steken door een wet restrictief te maken. Maar wat is het resultaat? Dat je ongewenste kinderen krijgt? Ik denk niet dat iemand daar voorstander van is. Er is geen tussenweg. Je kunt niet een beetje zwanger zijn.”