Direct naar artikelinhoud
Arbeidsmarkt

Belgische werknemer wil in de eerste plaats ‘loon naar werken’

Gegadigden schuiven aan op een jobbeurs in Gent.Beeld Jo De Rammelaere

Meer dan de helft van de Belgische werknemers vindt loon de belangrijkste parameter bij het zoeken naar een nieuwe job. Dat blijkt uit onderzoek van de vacaturesite Indeed. Opvallend: we wisselen liever van baan dan dat we zelf opslag moeten vragen.  

In België blijft het salaris voor een groot deel van de sollicitanten dé doorslaggevende factor in de sollicitatieprocedure. Liefst 53 procent van de Belgen breekt de sollicitatieprocedure af bij een te laag loonvoorstel. Dat blijkt uit onderzoek van Indeed. 

De vacaturesite ondervroeg ruim duizend Belgen op arbeidsleeftijd naar factoren die van invloed zijn bij de zoektocht naar een baan. Gevraagd naar de belangrijkste reden voor het zoeken naar een nieuwe job, noemt een vijfde van de werkenden de wens om meer te verdienen. Salaris is voor 37 procent van de respondenten ook de belangrijkste factor bij het accepteren van een nieuwe baan, gevolgd door de werk-privébalans (28,2 procent).

Sander Poos, managing director Indeed Benelux: “Dat loon een belangrijke rol speelt, dat wisten we natuurlijk al wel. Maar het schuift steeds prominenter naar voor. Gedurende de crisisjaren leek jobinhoud of werkzekerheid meer op het voorplan te staan. Het lijkt erop dat de werknemers mee willen profiteren van het feit dat het economisch goed gaat.” Arbeidsmarktdeskundige Stijn Baert (UGent) beaamt die vaststelling. “Loon is heel belangrijk en blijft ook belangrijk. Daar is voldoende wetenschappelijke evidentie voor. We spreken van het ‘substitutie-effect’, waarbij meer loon mensen aanzet tot het switchen van baan.”

Ook een vergelijkbare studie van hr-dienstenbedrijf Randstad, dat jaarlijks onderzoek doet in zijn employer brand research, komt tot die vaststelling. Het criterium ‘loon en voordelen’ bleef ook in het rapport van 2019 onbedreigd de belangrijkste drijfveer, ver voor ‘werksfeer’ en ‘werkzekerheid’. Dat loon almaar belangrijker is geworden bleek ook al uit het feit dat het genderonderscheid is weggevallen. Tot enkele jaren geleden hechtten mannen meer belang aan loon dan vrouwen. De laatste jaren was er geen verschil meer.

‘Persoonlijk gewin’

Loon is voor veel mensen een mentaal verhaal. “Vandaar ook onze aanhoudende discussie over de koppeling van anciënniteit aan loon. We willen steeds meer”, analyseert Stijn Baert. “Pas als er iets wezenlijks tegenover staat, bijvoorbeeld meer thuiswerk of minder woon-werkverkeer, zijn we bereid om iets in te leveren.” Al lijkt ook dat geen sinecure. Uit het Indeed-onderzoek blijkt dat amper 11 procent van de werknemers bereid is om loon in te ruilen voor bijvoorbeeld flexibele werkomstandigheden (thuiswerken, flexibele uren, enzovoort).

“Opvallend is dat vooral factoren meespelen die meteen voor een persoonlijk gewin zorgen”, merkt Sander Poos op. “Zaken als bedrijfscultuur zijn natuurlijk ook lastig in te schatten als je nog niet aan de slag bent in een organisatie. Eenmaal aan het werk zien we dat juist dat een van de belangrijkste factoren is om bij een werkgever te blijven.” Er valt echter een verband te noteren met het feit dat een groot deel van de Belgen geen opslag durft te vragen. “Dat verklaart mogelijk waarom de wens om meer te verdienen de drijfveer bij veel jobwissels is, maar ook waarom men hecht aan een goed salaris en arbeidsvoorwaardenpakket bij aanvang van een baan”, zegt Poos. “Toch geeft dit aan dat werkgevers in gesprek moeten blijven over carrièreperspectieven en persoonlijke ontwikkeling binnen de organisatie, om te voorkomen dat werknemers op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging met een hoger salaris buiten de organisatie. Werknemers zijn minder geneigd dat gesprek te voeren.”

Al zit er ook een addertje onder het groene gras aan de overkant, merkt Baert op. “Buitenlands onderzoek geeft vrij eensluidend aan dat jobhoppen een succesvolle strategie is om promotie te maken en zo meer te verdienen. Op korte termijn toch. Op lange termijn zijn er twee tegengestelde mechanismen: jobhoppen kan naar latere werkgevers zowel een signaal van ondernemerschap geven (positief) als een van lagere betrokkenheid (negatief).”