Frankrijk en China bedrijven “museumdiplomatie”: Centre Pompidou opent filiaal in Shanghai
Na Metz, Malaga en Brussel (Kanal) strijkt het Franse museum voor hedendaagse kunst Centre Pompidou ook neer in China. Vijf jaar lang kan het Chinese publiek in Shanghai werken uit de Parijse collecties ontdekken, maar de Chinese overheid kijkt over de schouder mee.
De Franse president Emmanuel Macron knipte het lintje door van de eerste “pop-up” van het kunsthuis Centre Pompidou buiten Europa, in het Chinese Shanghai. Niet ver van de vroegere Franse concessie uit de koloniale tijd is een groot gebouw van beton en glas opgetrokken, ontworpen door de Britse architect David Chipperfield en eigendom van een Chinese staatsprojectontwikkelaar.
In het "Centre Pompidou x West Bund Museum Project" zijn de komende vijf jaar werken te zien uit het Centre Pompidou in Parijs. In ruil betalen de Chinezen zo’n 2,75 miljoen euro per jaar. Het project nam bijna 20 jaar in beslag; vandaag was de officiële opening en vanaf vrijdag mag het grote publiek binnen.
"China is een belangrijke plek voor artistieke creatie," zei de directeur van Centre Pompidou, Serge Lasvignes bij de opening. "Het is ook de plek waar we een nieuw publiek kunnen aanboren". Het is vooral de bedoeling om de culturele dialoog aan te zwengelen tussen Frankrijk en China, volgens de directeur.
Toch is er ook scepsis over de Chinese Pompidou: de autoriteiten houden namelijk een oogje in het zeil. Voor de eerste tentoonstelling "The shape of time" stootten enkele werken al op de Chinese censuur, volgens directeur Lasvignes vooral voor videokunst. Maar "zolang we onszelf niet verloochenen, is het beter om aanwezig te zijn in China dan om er weg te blijven".
Lees verder onder de foto:
Kanal, het Centre Pompidou in Brussel
Centre Pompidou heeft eerder al bijhuizen geopend in het Franse Metz, het Spaanse Malaga en ook bij ons, in Brussel, in de vroegere Citroëngarage aan het kanaal. Kanal heeft al een artistiek voorproefje gebracht, maar is nu voor jaren dicht, in afwachting van de heropening als een echt Pompidou-filiaal. Daarvoor betaalt het Brusselse Gewest aan de Franse partner zo’n elf miljoen euro over een periode van tien jaar. Dat lokt kritiek uit bij andere musea in de hoofdstad.