Vier vragen over het Europees Hof voor de Rechten van de Mens: ‘Iedereen moet worden beschermd’

Rechters van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens © REUTERS

Paul Lemmens is de Belgische rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Hij reageert op de kritiek op zijn instituut: ‘De publieke opinie heeft het idee dat mensenrechten niet voor iedereen nuttig zijn.’

Eind april gaven professor rechten Matthias Storme (KU Leuven) en Marc Bossuyt, oud-voorzitter van het Belgisch grondwettelijk hof, in Knack stevige kritiek op het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dit was het antwoord van Paul Lemmens, de Belgische rechter in het hof.

Is het onzinnig dat ons land asielzoekers niet naar Griekenland mag terugsturen omdat ze daar onmenselijk behandeld zouden kunnen worden?

PAUL LEMMENS: ‘Het verbod op folteren of een onmenselijke behandeling is absoluut. Het artikel 3 is gesteund op het fundamentele idee dat de menselijke waardigheid niet geschonden mag worden. Weinigen zullen het daarmee oneens zijn. Omdat die waardigheid zobelangrijk is, heeft het Hof beslist dat een overheid een asielzoeker niet mag uitwijzen naar een land waar hij het risico loopt dat zijn waardigheid in het gedrang komt. Het Hof heeft die stap al in de jaren zeventig gezet. Decennialang hebben overheden dat zonder veel morren aanvaard, maar pas nu komt er kritiek.’

Theo Francken heeft herhaaldelijk gezegd dat Straatsburg het asielbeleid uitholt.

LEMMENS: ‘Die kritiek is sterk overtrokken. Straatsburg kan het asielbeleid van de nationale staten niet overnemen, het bepaalt alleen maar de marges waarbinnen de overheid kan werken. Alleen wanneer het risico bestaat dat iemand onmenselijk behandeld zal worden, treedt het Hof op. Iedereen beseft bovendien dat de opvang van asielzoekers in sommige landen ondermaats is. Om dat probleem op te lossen, moet er op Europees vlak worden samengewerkt. Als die samenwerking er niet komt, ligt dat aan de beleidsmakers, niet aan het EHRM. Dat heeft een andere opdracht: zorgen dat de basisrechten van iedereen, ook zij die zeer zwak staan, gerespecteerd worden.’

Houdt het EHRM actief rekening met de publieke opinie?

LEMMENS: We zijn zeker niet blind voor de ontwikkelingen in de samenleving, maar we kunnen de publieke opinie niet zomaar achternahollen. De meerderheid moet niet beschermd worden, die zal dat zelf wel doen. Het Hof is vooral nuttig voor minderheden die niet goed liggen in de samenleving. Die mensen lopen het meeste risico dat hun mensenrechten geschonden zullen worden. Daarom moet het Hof soms ingaan tegen de meerderheid. In veel landen klinkt de kritiek op het Hof oorverdovend luid.

Vreest u niet dat het alle krediet bij de publieke opinie zal verliezen?

LEMMENS: Velen zien mensenrechten als iets dat een ander toebehoort, meestal groepen waarmee ze weinig affiniteit hebben zoals gedetineerden of vreemdelingen. Maar wanneer hun eigen kind hardhandig wordt aangepakt door de politie, begrijpen ze dat iedereen beschermd moet worden. Omdat zulke incidenten zeldzaam zijn, heeft de publieke opinie het idee dat mensenrechten niet voor iedereen nuttig zijn. Maar elke seconde dat we in een vrije samenleving kunnen leven, is dat dankzij een systeem van rechten dat door de overheid gerespecteerd moet worden.

Dit artikel verscheen in Knack van 27 april 2016

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content