Direct naar artikelinhoud
Boeken

Te Gussinklo en Scheijen winnen BookSpot Literatuurprijzen

Wessel te Gussinklo.Beeld Keke Keukelaar

De 78-jarige Nederlandse schrijver Wessel Te Gussinklo snoept met zijn roman De hoogstapelaar verrassend de BookSpot Literatuurprijs af van gedoodverfd favoriet Peter Buwalda. Slavist Sjeng Scheijen krijgt voor De avant-gardisten de non-fictieprijs, eveneens goed voor 50.000 euro.

Niet Peter Buwalda (Otmars zonen) of Manon Uphoff (Vallen is als vliegen), vooraf als voornaamste kanshebbers getipt, mochten in de Centrale Bibliotheek van Den Haag vanavond de BookSpot Literatuurprijs ophalen. Wél ouderdomsdeken Wessel te Gussinklo voor zijn semi-autobiografische roman De hoogstapelaar.

Daarin voert hij opnieuw zijn alter ego Ewout Meijster op, die we kennen uit De verboden tuin (1986) en De opdracht (1995). Nu verschijnt hij ten tonele als pedante 17-jarige adolescent en ex-scholier. Vol beeldende, klankrijke zinnen en dik aangezette ironie volgen we het parcours van Meijster in dit hoogst onmodieuze taalbouwwerk. De bezwerende roman werd door juryvoorzitter Winnie Sorgdrager geprezen als een “soeverein baken in een tijd waarin het besef van wat literatuur ten beste te bieden kan hebben marginaal is geworden.” En ook: “Je staat erbij en kunt niet ingrijpen bij deze wandelende sociale ramp – dat intense gevoel bevangt de lezer.”

Naast Te Gussinklo, Buwalda en Uphoff stonden voorts Nicolien Mizee (Moord op de moestuin) en Marente de Moor (Foon) op de shortlist van de Bookspot, de voormalige ECI en AKO Literatuurprijs. Opvallende afvallers waren Ilja Leonard Pfeijffer (Grand Hotel Europa) en Arnon Grunberg (Goede mannen).

Het zijn wondere tijden voor Wessel te Gussinklo, die het voorbije weekend al de Zeeuwse Boekenprijs kreeg. Ook in zijn tweede carrière oogst hij lauweren en wordt hij door de critici geregeld doodgeknuffeld. Te Gussinklo maakt van wegkwijnen en opflakkeren een soort tweede natuur. Op zijn 22ste schreef hij al een – onuitgebrachte - roman, maar officieel debuteren deed hij pas in 1986 met het elf jaar eerder afgewerkte De verboden tuin. Met De opdracht (1995), over de contactgestoorde 14-jarige jongen wiens machtsfantasieën in een zomerkamp op een vernedering uitdraaien, verzamelde hij grootscheepse erkenning en ontving hij de ECI Literatuurprijs. Na lange schrijfstiltes begon Te Gussinklo vanaf 2014 weer te publiceren bij de kleine uitgever Koppernik, met onder meer romans als Zeer Helder Licht en De Weergekeerde bloem. Daar was zijn alter ego Meijster opnieuw.

Ook De hoogstapelaar verscheen trouwens bij Koppernik. Vrij Nederland-criticus Jeroen Vullings noemt het boek “een op een diepfascinerende manier, kluisterende, van nerveus gelach vergeven afdaling in het meest afschrikwekkende”. Als ‘hoogstapelaar’ (wat staat voor ‘gezwollen oplichter’) speelt Meijster de baas over een vriendengroepje, met geleende boekenkennis en wazige theorieën. Te Gussinklo kondigt nog minstens een roman aan rondom Ewout Meijster.

De BookSpot Literatuurprijs reikte dit jaar voor het eerst ook een aparte prijs uit voor non-fictie. Die gaat naar de Nederlandse historicus Sjeng Scheijen, die in De avant-gardisten (Prometheus) “de woelige nadagen van de Russische revolutie” beschrijft. Ook Scheijen mag 50.000 euro op zijn bankrekening bijschrijven. Scheijens fresco evoceert kunstenaars, schrijvers en regisseurs als Marc Chagall, Vasili Kandinsky, Aleksandr Rodtsjenko, Kazimir Malevitsj, Ljoebov Popova. Zij werden aangesteld als hoge ambtenaren in het nieuwe bestuur van een revolutionaire staat, vijf maanden na de machtsgreep van Lenin. “Een fascinerende periode die de auteur even inzichtelijk als gloedvol navertelt, van de glorieuze aanvang tot de dramatische afloop”, stelt de jury. Maar het Sovjet-regime zette al snel een rem op hun artistieke ontplooiing en vrijheid.

Scheijen, eerder bejubeld voor zijn biografie van Sergei Diaghilev, schetst van dit excentriek allegaartje een pakkend portret. “Het is onweerstaanbare, met vaart en onverholen hartstocht geschreven non-fictie. Nergens laat de auteur zijn bewondering de overhand krijgen. Hij kiest juist resoluut voor nuance en kritische reflectie”, zegt de jury over Scheijen, die in Nederland naam heeft als slavist en specialist Russische kunst van de vroege 20ste eeuw. Zijn boek stond ook al op de shortlist van de Libris Geschiedenisprijs.

Met Terug naar Neerpelt was Lieve Joris de enige Vlaamse non-fictiegenomineerde, met voorts de Nederlanders Thomas Rueb, Maaike Meijer en Mirjam van Hengel.

Wessel te Gussinklo, De hoogstapelaarBeeld RV