Direct naar artikelinhoud
InterviewGezondheid

‘De waarde van het werk van een arts wordt zwaar overschat’: ex-topman RIZIV kritisch voor Belgische gezondheidszorg

Ri De Ridder, ex-topman van het RIZIV, heeft een boek geschreven.Beeld Tim Dirven

Verspilling, ongelijkheid en overmedicalisering. In zijn boek ‘Goed Ziek’ spaart Ri De Ridder, twaalf jaar topman bij het RIZIV, de kritiek op de Belgische gezondheidszorg niet. Al komt hij ook met een alternatief. ‘Het hele systeem moet op de schop.’

Nee, hij wilde na zijn pensioen niet per se een boek schrijven. “Het was uitgever André Halewyck die hier plots op de stoep stond met het voorstel. Sowieso: het is mijn eerste boek, maar ook meteen mijn laatste.”

We ontmoeten Ri De Ridder (67) bij hem thuis, hartje Gent. De grote houten tafel kijkt op een stadstuin met glijbaan voor de kleinkinderen. Het is een loft op het gelijkvloers met in het midden van de ruimte een grote hangmat. “Helemaal klaar voor de oude dag.”

Twaalf jaar lang tekende De Ridder als directeur-generaal van het RIZIV, de federale instelling voor de ziekte- en Invaliditeitsverzekering, mee het gezondheidsbeleid uit. Naast een job met macht is het een positie die loyaliteit vereist ten opzichte van de bevoegde minister. “Met mijn pensioen heb ik de vrijheid van mijn woord terug.”

Wie is Ri De Ridder?

- 67 jaar

- Geboren in Dendermonde

- Woont in Gent

- Studeerde geneeskunde aan de Universiteit Gent (1969-1976)

- Adjunct-kabinetschef van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (SP) (1999-2003)

- Adjunct-kabinetschef van minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Rudy Demotte (PS) (2003-2005)

- Directeur-generaal RIZIV (2005-2018)

- Voorzitter van Dokters van de Wereld België sinds 2018

Een vrijheid die u in uw boek ter harte neemt. Uw analyse van de Belgische gezondheidszorg is niet mals. ‘Het is hier toch zo slecht niet’, zeggen mensen u. Maar u bent het daar niet mee eens. 

De Ridder: “De mensen zijn tevreden, klopt. Alleen is de vraag: wie is tevreden? Amper 5 procent van de bevolking heeft veel zorg nodig. Als je deze mensen bevraagt, duiken er een heleboel problemen op. Kijk naar de gezondheidskloof, het feit dat mensen met een laag inkomen een veel slechtere gezondheid hebben dan diegene met een hoog inkomen. Die kloof groeit. Wat dat betreft wijken wij af van de rest van Europa. Dat komt omdat ons systeem niet in staat is zichzelf te corrigeren.”

Wat vindt u zelf het meest stuitende? 

“De verregaande medicalisering. Bij het minste probleem dat opduikt, komen wij met een medisch antwoord. Iemand voelt zich niet goed, functioneert niet meer en hop: de medische machine schiet in gang. We hebben geen oog voor de overige elementen die mee iemands gezondheid bepalen, zoals een goeie job, een woonst, een sociaal netwerk...”

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) maakte ons onlangs attent op een rapport van Health Consumer Powerhouse, waarin de Belgische gezondheidszorg net tot de top wordt gerekend.

“Alles hangt ervan af waar je naar kijkt. Als het criterium is dat je veel CT-machines moet hebben dan scoren we goed, want we hebben er veel. Het is natuurlijk niet allemaal slecht. Wie in levensgevaar is, mag blij zijn in dit land te wonen. Maar mensen zijn maar uitzonderlijk in levensgevaar. Er zijn er daarentegen heel veel die jarenlang ziek zijn. Voor die mensen doen we het veel minder goed.”

Overbodige scans, onnodige antibiotica, therapeutische hardnekkigheid… Er is tot 20 procent verspilling in onze gezondheidszorg.  We weten dat al lang, waarom wordt dat niet aangepakt?

“Door onmacht. Het systeem werkt verspillend omdat het zo gefragmenteerd is, omdat informatie niet doorstroomt en omdat al die economische actoren afhankelijk zijn van hun productie. Je lost dat niet op door die ene overbodige röntgenfoto eruit te halen. De betaling per prestatie maakt het bijzonder moeilijk om een geïntegreerde zorg te realiseren.”

Ri De Ridder: ‘Soms is er echt sprake van innovatie, soms doen deze medicijnen – producten met zogezegd een grote waarde voor een kleine groep patiënten – helemaal niet wat ze beloven.’Beeld Tim Dirven

Volgens sommige artsen is die prestatiegeneeskunde noodzakelijk, net omdat ze anders naar eigen zeggen veel minder hard zouden werken. 

“Ik vind dat een bijzonder zwak argument. Dat zou betekenen dat artsen enkel gemotiveerd zijn door geld. Dat klopt gewoon niet.

“Er is hier gewoon geen maatschappelijk debat over de waarde van het werk van een arts. Zelf vind ik dat dit zwaar overschat wordt. We hebben 50.000 artsen in ons land. Als we die allemaal de premiernorm (290.000 euro bruto per jaar, SV) moeten geven, dan gaat dat gewoon niet.”

U wijst ook Big Pharma met de vinger. ‘Er is een pijnlijke kloof tussen wat medicijnen redelijkerwijze zouden mogen kosten en de kost die de samenleving betaalt’, schrijft u. Hebt u dat tijdens uw RIZIV-bewind zien evolueren?

“Ja. Ik denk dat het nu echt op scherp staat en dan gaat het niet enkel over Pia. Toen ik in de politieke wereld terechtkwam (vanaf 1999 was De Ridder adjunct-kabinetschef van Frank Vandenbroucke (sp.a), SV) ging het nog over zuurremmers en cholesterolverlagers. De medicijnen die we in grote volumes nodig hebben, dus. Maar deze geneesmiddelen zijn vandaag het probleem niet meer. Nu gaat het over producten met zogezegd een grote waarde voor een kleine groep patiënten. Al kan je over de waarde van deze medicijnen discussiëren. Soms is er echt sprake van innovatie, soms doen ze helemaal niet wat ze beloven. Bovendien merk je hoe de druk toeneemt om het sneller op de markt te brengen en sneller terug te betalen.

“Het medicijn van Pia is een extreem voorbeeld. Novartis heeft dat product gewoon gekocht voor 8,7 miljard euro. Ze hebben zelf niks gedaan. Dat is pure speculatie. De prijs die ze voor het geneesmiddel vragen, heeft niks meer te maken met de waarde van het product.”

Wat vond u van de inzamelactie voor Pia?

“Het zijn moeilijke verhalen. Je kan het die ouders bezwaarlijk kwalijk nemen dat ze hun kind hebben willen redden. De Block heeft als een van de eersten durven aan te geven dat er een probleem was met de prijs. Helaas biedt ze geen antwoorden. Ze zegt A, maar geen B. De samenwerking met andere landen die ze voorstelt is goed, maar daarmee alleen zullen we er niet komen.”

‘Goed ziek’ is uitgegeven bij Van Halewyck.Beeld RV

Jacht op de Leie

In zijn boek ‘Goed Ziek’ doet De Ridder meer dan de Belgische gezondheidszorg op de korrel nemen. De voormalige RIZIV-baas heeft een hele hervorming uitgewerkt. Zijn voorstel houdt een gezondheidszorg in op basis van buurtteams die telkens  8 à 10.000 mensen bedienen. Huisartsen, verpleegkundigen, thuisverplegers maar ook sociaal werkers, straathoekwerkers en apothekers: allemaal zouden ze de handen in elkaar moeten slaan. Een niveau hoger gebeurt de coördinatie, voor zo’n 150.000 inwoners. Daar worden budgetten en middelen verdeeld. Volgens het aantal inwoners en hun behoeftes, niet per prestatie. Ereloonsupplementen, remgeld, de nomenclatuur, de individuele ziekteverzekering: het mag van De Ridder allemaal verdwijnen.

Wat me opvalt: u pleit niet voor extra middelen.

“Klopt.”

De minister zal het graag horen. 

“De minister zal wel eerst moeten investeren om verandering te creëren. Pure recyclage van middelen werkt niet. Er moet eerst een financiële injectie komen. Maar het klopt dat meer geld volgens mij niet de oplossing is. Dan creëer je enkel nog meer verspilling.”

U laat nog steeds ruimte voor de vrije keuze. Patiënten mogen van u naar een huisarts drie dorpen verder of rechtstreeks naar de specialist.

“Dwang is contraproductief. Het systeem zal zichzelf corrigeren. Je gaat niet uren in de wachtzaal van een ziekenhuis zitten als je dicht bij huis snel en goed geholpen wordt. Je moet een draagvlak creëren voor zo’n hervorming en dat doe je niet door patiënten te verbieden om rechtstreeks naar de gynaecoloog te gaan.”

In het boek gaat u er niet op in, maar de hervorming die u voorstelt, houdt wel in dat sommige artsen zouden moeten inleveren.

“Wellicht wel. Ook omdat ik ervan uitga dat zij minder werk moeten opnemen binnen het geheel. Veel van hun taken kun je naar andere disciplines doorsluizen.”

Ri De Ridder, ex-topman van het RIZIV: ‘Na twaalf jaar bij het RIZIV en negen jaar bij de politiek ben ik tot de conclusie gekomen dat het hele systeem op de schop moet.Beeld Tim Dirven

Hoeveel mag een arts volgens u verdienen? 

“Rond de 5.000 à 6.000 euro netto per maand. Misschien zelfs 7.000 euro. Bruto zit je dan al in grootteordes van 15.000 à 20.000 euro. Dat laat je toe om behoorlijk te leven. Dat laat je misschien niet toe een jacht op de Leie te hebben, maar ik vind dat persoonlijk niet echt belangrijk. Sowieso zou hier een maatschappelijk debat over moeten komen.”

De overheid moet niet veel doen in uw systeem.

“Ze moet minder doen. Ze moet evalueren, meten en het geld verdelen. Ze moet zich ook bezighouden met uitzonderlijke dingen, zoals zeldzame ziekten. Of dat op federaal dan wel op gemeenschapsniveau moet gebeuren, is een politieke keuze.”

Irritatie

Vanuit zijn tuin heeft De Ridder zicht op zijn geliefde Wijkgezondheidscentrum De Sleep, dat hij eigenhandig mee heeft opgericht midden jaren 70. Het was het eerste in zijn soort. Het is niet toevallig dat grote namen zoals Peter Piot en Wim Van Lerberghe, die later carrière maakten bij UNAIDS en de WHO, mee dat alternatieve concept bedachten. “We waren niet akkoord met het toenmalige systeem en  zijn met iets anders gekomen. Dat stemt me hoopvol, dat wat ik nu voorstel in mijn boek, evengoed mogelijk is.”

Hoe kwaad was u toen minister De Block net de werking van de wijkgezondheidscentra in vraag stelde en een audit bestelde?

“Eerst en vooral: niet de minister maar de regering heeft de aanzet gegeven. Ik denk dat de initiële eis om te besparen op wijkgezondheidscentra van andere partijen is gekomen. En cours de route is De Block zich gaan identificeren met die kritiek, al heeft ze die later moeten inslikken. Ik merk dat de irritatie over dit dossier op haar kabinet nog steeds bijzonder groot is.”

U bent twaalf jaar directeur-generaal van het RIZIV geweest. U zal de voorstellen uit uw boek in die tijd toch ook weleens aan een bevoegd minister hebben gedaan? 

“Uiteraard. Die gedachten vind je in een resem projecten terug. Maar achteraf bekeken heb ik in die periode heel veel energie gestoken in kleine dossiers. De positieve effecten ervan voel je tot op vandaag, maar ik heb de fundamenten niet veranderd. Na twaalf jaar bij het RIZIV en negen jaar bij de politiek ben ik tot de conclusie gekomen dat het hele systeem op de schop moet.”

Ri De Ridder. Goed ziek. Hoe we onze gezondheidszorg veel beter kunnen maken. 224 p. 22 euro