Concreet wil ze, in overleg met de sociale partners, een verplichte bijdrage van minstens 3 procent van het brutoloon dat naar een aanvullend pensioenplan gaat. “Eerst bij de grootste werkgevers, om daarna uit te breiden naar alle werkgevers.” Die investering loont, maakt ze zich sterk. Uit onderzoek blijkt dat zo’n bijdrage op een brutojaarloon van 50.000 euro goed is voor een bonus van 9,01 procent bij pensionering.

“Helaas kan vandaag nog niet iedereen genieten van die tweede pensioenpijler”, zegt Lanjri. “En zelfs als er een aanvullend pensioen wordt opgebouwd, dan blijken de bijdragen te laag.” De helft van de mensen met zo’n aanvullend pensioen had in 2018 een reserve van maar 3.091 euro opgebouwd. Iets minder dan de helft van de mannelijke werknemers tussen de 66 en 69 jaar kan trouwens rekenen op zo’n pensioenbijdrage. Bij de vrouwen zelfs maar 22 procent.

Daarnaast wil Lanjri ook het wettelijk pensioen versterken door indexering. “En door meer middelen te halen uit de welvaartsenveloppe, het mechanisme waarmee we sociale uitkeringen koppelen aan de welvaart.”(agy)