Direct naar artikelinhoud
Economie

Als uw vermogen fors toeneemt, zou u dan ook meer geld uitgeven?

Als uw vermogen fors toeneemt, zou u dan ook meer geld uitgeven?
Beeld ANP XTRA

Het verschil tussen een Belg, een Italiaan en een Duitser? Het klinkt als een begin van een grap, maar het is wel degelijk de insteek van een ernstig onderzoek door de Europese Centrale Bank. Als ons vermogen stijgt, dan geeft een Belg minder geld extra uit dan een Italiaan, maar meer dan een Duitser, zo blijkt.

Stelt u zich even voor dat uw huis of uw aandelenportefeuille er plotsklaps stevig op vooruitgaat. Zou u dan ook meer geld gaan uitgeven? Dat is de insteek van het onderzoek dat economen van de ECB voerden. Hun studie beperkt zich voorlopig tot Duitsland, Italië, België, Spanje en Cyprus, omdat ze alleen van die landen voldoende informatie hadden omtrent inkomsten, uitgavenpatronen, huizenprijzen en andere noodzakelijke data.

En de uitkomst is best opvallend. De gemiddelde Belg zou bij een plotse vermogensstijging jaarlijks zowat 2,3 procent extra gaan spenderen. Per extra euro dus 2,3 cent. Een Italiaan zou in datzelfde geval het dubbele consumeren, 4,6 procent. Bij de Spanjaarden zijn ze iets krenteriger en geven ze maar 1,6 procent extra uit. De Duitsers en Cyprioten zijn dan weer het ‘gierigst’ en spenderen nog geen 1 procent extra. Generaliserend gezegd: de Italianen souperen hun extra vergaarde vermogen liefst vier keer zo snel op als de Duitsers.

Deze studie (Wealth Effect on Consumption During the Sovereign Debt Crisis: Households Heterogeneity in the Euro Area) is een huzarenstukje op zich, want elk land heeft zo zijn eigen definities en dataverzameling. En dan moesten al die gegevens en hun evoluties ook nog in de tijd gemeten worden. Het onderzoek splitst zich uit over 2010 tot 2014. En dat zorgt er ook voor dat het geheel veel genuanceerder moet bekeken worden dan deze loutere opsomming van hoeveel procent er extra wordt uitgegeven. 

Zo blijkt dat huishoudens met een lager inkomen hun nieuwe extra vermogen sneller spenderen dan de rijkere gezinnen. Niet onlogisch, want de meer welgestelden hebben natuurlijk al veel meer basisvoorzieningen. Die extra aankopen zouden we volgens de studie immers vooral spenderen in de categorieën ‘Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen’ en ‘Voedsel en niet-alcoholische dranken’. Dat blijkt in alle onderzochte landen zo te zijn, weliswaar in verschillende mate.

Er is ook een ongelijke vertrekbasis. Zo werden Cyprus, Spanje en Italië gedurende de financiële en economische crisis van 2008 geconfronteerd met grote dalingen van bijvoorbeeld de huizenprijzen, binnenlandse aandelen en staatsobligaties, terwijl in België en Duitsland die prijzen niet daalden. Cyprus, Spanje en Italië zijn ook landen waar de consumptie afnam, terwijl die in België en Duitsland matig toenam. 

Economie stimuleren

De ECB onderzocht ook de omgekeerde stelling: als het vermogen daalt, zouden de mensen dan een gelijkaardig percentage minder uitgeven als wat ze extra uitgeven als het vermogen stijgt? Met andere woorden, zou de gemiddelde Belg bij een afname van zijn vermogen dan ook maar meteen 2,3 procent besparen? Dat bleek niet uit dit onderzoek eenduidig te kunnen opgemaakt worden.

Voor een goed begrip, het onderzoek gaat over vermogen, niet over een stijging van het besteedbare inkomen. Bij een stijging van bijvoorbeeld uw loon worden die extra’s al wat sneller uitgegeven aan consumptiegoederen, horeca of pakweg kleding. Bij een stijging van het vermogen smeert de consument dat extra geld meer uit in de tijd. 

Uit eerdere studies bleek al dat bij een vermogensstijging gemiddeld 5 procent extra per jaar wordt uitgegeven. Angelsaksische landen vertonen over het algemeen een iets grotere neiging om die extra’s te consumeren dan Continentaal Europa. Het ECB-onderzoek toont dat opnieuw aan. 

Dat de ECB dit graag in kaart wil brengen, en het liefst nog veel meer lidstaten erbij wil betrekken, komt omdat ze zo beter kan begrijpen hoe haar maatregelen om de economie te stimuleren, doorsijpelen naar de verschillende landen.