Direct naar artikelinhoud
Europese Unie

Politiek dynamiet: Europese Commissie gaat morrelen aan ‘heilige’ budgetregels

De Europese commissarissen Valdis Dombrovskis en Paolo Gentiloni (l.) beginnen met een voorzichtige evaluatie.Beeld EPA

De Europese budgetregels zijn spijkerhard en heilig. Toch wil de Europese Commissie er eens over praten. Je kunt Europese ministers van Financiën met minder verleiden tot een verbaal bloedbad.

De Europese Commissie steekt vandaag de lont in het kruitvat. Ze zwengelt een debat aan over het zogenaamde Stabiliteitspact, en over de vraag of de daar “in marmer gebeitelde” (zoals oud-premier van Nederland Wim Kok ooit zei) begrotingsregels voor de eurolanden niet achterhaald zijn. Je kunt Europese ministers van Financiën met minder verleiden tot een verbaal bloedbad.

Lets commissaris Valdis Dombrovskis (Economie) en zijn Italiaanse collega Paolo Gentiloni (Euro) zijn zich terdege bewust van het politieke dynamiet in hun handen. Al is het alleen al omdat zij zelf – een economische conservatieve Let versus een flexibele Italiaan – de tweespalt in de eurozone weerspiegelen. Vandaar dat beider boodschap vandaag zal zijn: geen revolutie, zelfs geen evolutie, laten we beginnen met een evaluatie.

De vraag dringt zich op waarom de Commissie überhaupt een debat begint over het Stabiliteitspact. Op zijn best leidt het tot beleefde herhaling van de zorgvuldig gepacificeerde standpunten, op zijn slechtst tot een even knallende als verlammende ruzie. Het resultaat is in beide gevallen hetzelfde: niets verandert, iedereen teleurgesteld.

De Commissie vindt dat ze niet anders kan. Wettelijk niet, omdat de in de crisishoogtijdagen geïntroduceerde aanscherpingen van het Stabiliteitspact – bij de eurovolgers bekend als de two-pack en six-pack – ge­ëvalueerd moeten worden. Maar ook politiek ruikt de Commissie kansen. De economische situatie in de eurozone is nu heel anders dan tijdens de crisisjaren 2010-2015. Economische groei is weer dominant.

Tegelijk ziet de EU zich voor nieuwe grote vragen als klimaatverandering en de digitalisering van de samenleving gesteld. Beide vergen miljardeninvesteringen, en daarbij zal het helpen als lidstaten die begrotingsruimte krijgen. En dan knellen de eisen van het pact, over een financieringstekort van maximaal ­­3 procent en een staatsschuld van maximaal 60 procent.

Discipline werkt

Om te weten of de euroregels gewijzigd moeten worden, presenteren Dombrovskis en Gentiloni eerst een grondige analyse over hoe effectief The Pact & The Packs zijn geweest. Het totaalbeeld is zeker niet negatief, concludeert de Commissie. Alle landen die aan het infuus van het Europees noodfonds hingen, staan weer op eigen benen. De begrotingstekorten zijn spectaculair gedaald (van gemiddeld 6,3 procent in 2010 naar 0,5 procent vorig jaar) en staatsschulden nemen geleidelijk af. De door de eurolanden afgesproken begrotingsdiscipline werkt dus.

Maar is er ook kritiek. Voorzitter Klaus Regling van het noodfonds hekelt de ondoorgrondelijkheid van het pact en de aanscherpingen. “Goede regels zijn begrijpelijke regels, voor politici én burgers. De complexiteit van het Stabiliteitspact maakt dat onmogelijk”, zei Regling vorig jaar in de Volkskrant. Thomas Wieser, jarenlang de topambtenaar voor de euro in Brussel, formuleerde het nog iets scherper: “Geen politicus bij zijn volle verstand kan worden gevraagd zijn nationale begroting op te stellen conform de regels van het Stabiliteitspact.”

De Commissie erkent dat: de regels zijn te complex, voor alles is een uitzondering waardoor nog nooit een euroland is beboet. Terwijl daar met Italië en Frankrijk bijvoorbeeld toch alle aanleiding toe was. Dat voedt het wantrouwen tussen de eurolanden: de noordelijke begrotingshaviken versus de zuidelijke duiven.

Explosief

Dombrovskis en Gentiloni wijzen op meer onvolkomenheden. De staatsschuld is weliswaar gedaald maar niet in alle landen even hard: Griekenland, Italië, Frankrijk en België kampen nog steeds met een staatsschuld van rond, of ver boven de 100 procent. Ook de daling van de werkloosheid is ongelijk verdeeld. Maar de meest brisante conclusie is dat de eurolanden een te ‘procyclisch’ begrotingsbeleid voeren: er wordt bezuinigd als het slecht gaat (en de crisis dus verdiept) en meer uitgegeven als het goed gaat (en dus de schulden onvoldoende afnemen). Dit is explosief omdat hier het gevecht tussen de zuinige en de gulle landen plaatsvindt, tussen Noord en Zuid, tussen Dombrovskis en Gentiloni.

Zo wil de Italiaanse commissaris groene investeringen niet meer optellen bij de staatsschuld. Daardoor krijgen landen de vrijheid meer te investeren, maar tegelijk nemen dan wel de feitelijke schulden toe: die verdwijnen immers niet door ze niet langer mee te tellen. Dombrovskis “is nog lang niet zo ver”, zeggen zijn medewerkers.

De Commissie beperkt zich daarom tot vragen voor de lidstaten, ook om zich niet van de lidstaten te vervreemden met vergaande voorstellen. Moeten de eurolanden misschien juist méér gaan uitgeven tijdens een crisis in plaats van minder? Hoe maken we staatsschulden houdbaar? Moet het toezicht op de begrotingen scherper? Meer boetes? Minder regels? Op deze manier stuurt de Commissie het debat, iets waar de lidstaten zich bewust van zijn.

Met de vragen en het debat tussen de ministers, bouwt de Commissie aan draagvlak voor een ander pact. Als er een duidelijke meerderheid is, komt ze eind dit jaar met voorstellen.