Michael (links) en Kirk Douglas (rechts). © REUTERS

Amerikaanse acteur Kirk Douglas (103) overleden

De Amerikaanse acteur Kirk Douglas is op 103-jarige leeftijd overleden. Zijn zoon, acteur Michael Douglas, heeft dat meegedeeld aan tijdschrift People. Kirk Douglas was een van de weinige nog levende acteurs uit het klassieke Hollywood-tijdperk.

“Met enorm veel verdriet moeten mijn broers en ik mededelen dat Kirk Douglas vandaag op 103-jarige leeftijd van ons is heengegaan”, aldus de verklaring van zijn zoon. “Voor de wereld was hij een legende, een acteur uit de gouden eeuw van de films”, zegt Michael, die voorts zijn vaders gevoel voor rechtvaardigheid een inspiratie noemt.

Kirk Douglas speelde in tientallen films. Zijn bekendste rol was die van Spartacus in de gelijknamige film van Stanley Kubrick uit 1960.

Hersenbloeding

© AP

Douglas werd in 1916 geboren als Issur Danielovitch Densky in de Amerikaanse plaats Amsterdam, als zoon van joodse immigranten.

Hij was van 1943 tot 1951 getrouwd met actrice Diana Douglas. Samen kregen zij onder anderen zoon Michael.

Douglas beleefde zijn doorbraak in 1949 met zijn rol als de gewetenloze bokser Midge Kelly in ‘Champion’, de eerste film waar hij een Oscarnominatie voor kreeg. Na twee andere gemiste nominaties, kreeg hij in 1996 op de Oscars een Lifetime Achievement Award.

Begin 1996 werd de toen bijna 80-jarige Douglas getroffen door een zware hersenbloeding, maar daar was hij helemaal van hersteld.

Gouden tijdperk

Kirk Douglas was de enige overblijver van het gouden tijdperk van Hollywood. Een van de weinige acteurs die het, als zoon van straatarme Joods-Wit-Russische inwijkelingen, zo geliefde Hollywoodthema “from rags to riches” (de mythische American Dream) waarmaakte. En een van de bitter weinige acteurs die van een fysiek kenmerkje, het “putje in zijn kin”, een handelsmerk kon maken. Gestorven op een leeftijd dat het merendeel van de filmliefhebbers hem niet meer kende als Kirk de Acteur, maar als de stokoude vader van Michael.

Voor velen was Kirk Douglas de acteur achter de opstandige Thracische slaaf Spartacus uit de gelijknamige prent uit 1960 van Stanley Kubrick en de acteur die je nooit echt kon liefhebben – hij hield ervan ook zijn helden een scherp kantje te geven zodat ook zij “sons of bitches” bleken – in een rist westerns uit de fifties en sixties.

In al zijn rollen speelde Douglas zijn atletisch vermogen, fysieke présence, zijn haast minachtende grimas en zijn wel erg speciale stem uit. Daarom hoeft het ook niet te verwonderen dat Kirk er de brui aan gaf zodra zijn lichaam niet meer meekon. Zijn rollen waren die van individualistische strebers, mensen die koste wat het kost “iets” in het leven willen bereiken: militairen, cowboys, atleten, historische figuren. Al was het gamma rollen dat Kirk speelde breed genoeg om niet over ‘typecasting’ te spreken, en ontkende Douglas dat hij was zoals hij op het scherm overkwam: “I’m not a tough guy, I just play one”, zei hij ooit.

Debuut als zwakkeling

© © The Hollywood Archive

Merkwaardig genoeg debuteerde Douglas als sidekick van diva Barbara Stanwyck in ‘The Strange Love of Martha Ivers’ (1946) in de rol van een onzekere, beïnvloedbare en jaloerse jongeman. Het werd meteen zijn laatste rol als twijfelaar en zwakkeling. Zijn debuut dankte hij overigens aan studievriendinnetje Lauren Bacall, wier boontje voor hem nooit wederzijds was.

Na enkele bijrollen, waaronder in de film-noirklassieker ‘Out of the Past’ en ‘I Walk Alone’ (de eerste van een reeks van zeven films waarin hij een tandem vormde met Burt Lancaster), had hij al bijna Oscarprijs met ‘Champion’ (1949), een film over een ambitieuze, egoïstische bokser. Een jaar later was hij een jonge, ambitieuze maar suïcidale jazzmuzikant in ‘Young man with a horn’.

De toon was gezet en Kirk Douglas ging een kwarteeuw grote filmroem tegemoet, met als rode draden de regisseurs Billy Wilder, Vincente Minelli en Stanley Kubrick. In ‘Ace in the Hole’ (1951), een vroege kritiek op sensatiezucht van de pers, speelt Douglas een journalist die een scoop heeft, een man die vastzit in een mijn, en die dat verhaal uit eigen ambitie zo lang mogelijk wil rekken. Even bikkelhard was een jaar later ‘The Bad and the Beautiful’ van Minnelli, waar dit keer niet de pers, maar het achterdochtig wereldje van Hollywood zelf er van langs krijgt. Douglas speelt er een producent die zijn acteurs, schrijvers en cineasten manipuleert en uitperst, zeg maar een Harvey Weinstein avant la lettre. Onder de blonde slachtoffers: Lana Turner.

© Photo12

Alweer met Minnelli op de regisseursstoel incarneerde Douglas in 1956 de getormenteerde schilder Vincent van Gogh. Voor ‘Lust for Life’ leefde hij zich dermate in de rol van de Nederlandse meester in dat zijn vrouw er naar eigen zeggen schrik van kreeg.

In die gouden jaren 50 liet Douglas zich ook van een lichtere kant zien, met rollen in avonturenprenten als ‘20.000 leagues under the sea’ (naar Jules Verne) en ‘The Vikings’. En in 1957 kuiste hij als Doc Holliday samen met Wyatt Earp (Burt Lancaster) met veel pistoolgeweld de wetteloosheid van het stadje Tombstone op in ‘Gunfight at the O.K. Corral’.

Spartacus

In 1955 richtte Douglas zijn eigen productiemaatschappij op, Byrna Productions - genoemd naar zijn moeder. Die maatschappij was cruciaal voor twee van dé toprollen uit Douglas’ carrière, beide in films van het toen nog aanstormende talent Stanley Kubrick. Eerst was er de anti-oorlogsfilm ‘Paths of Glory’, waar de nog niet geheel ontmenselijkte kolonel Dax aan het front drie gedeserteerde soldaten van het vuurpeloton probeert te redden.

© ISOPIX

Drie jaar later speelde Douglas misschien wel de rol van zijn leven als de opstandige slaaf Spartacus. In beide films mislukken de protagonisten in hun opzet: Spartacus eindigt zelfs aan het kruis. Het scenario van ‘Spartacus’ was geschreven door Dalton Trumbo, één van de velen die in volle McCarthysime op de zwarte lijst terecht waren gekomen wegens rode sympathieën. Trumbo had tijdens die lange jaren van “Berufsverbot” zijn brood nog kunnen verdienen door onder pseudoniemen te werken. Douglas heeft het eerherstel van Trumbo altijd aan zichzelf toegeschreven, maar dat is volgens Trumbo’s nabestaanden een brug te ver: Trumbo dankt dat vooral aan Burt Lancaster.

In de jaren 60 ging produceren van en acteren in dezelfde films Douglas wonderwel af. Filmische hoogtepunten waren ‘Seven Days in May’ (1964), een door John Frankenheimer geregisseerde film over een militaire coup in de VS, en de droogkomische detectivefilm ‘The List of Adrian Messenger’ (1963) van John Huston. Waarmee Douglas’ eigen lievelingsfilm, de western ‘Lonely are the brave’ (1962), onrecht wordt aangedaan - een film gebaseerd op een scenario van, jawel, Dalton Trumbo.

Militaire rollen

De sixties waren overigens bij uitstek Douglas’ militaire jaren, met rollen als sergeant (’The Hook’), majoor (’Town without pity’), kolonel (’Seven days’) en de historisch controversiële film ‘Cast a giant shadow’ en zelfs generaal (’Is Paris burning?’) en “bevelhebber” (‘In harm’s way’). Als om al dat medaillegekletter te compenseren, sloot Douglas de reeks af met ‘There was a crooked man’ (1970), waarin hij een meedogenloze misdadiger speelde, en ‘The Arrangement’ (1969) van Elia Kazan, waarin Douglas een -uiteraard getormenteerde- reclamebaas speelt met Faye Dunaway als zijn speelballetje.

Daarna werd het véél stiller rond Kirk als acteur, een rol in Brian De Palma’s ‘The Fury’ niet te na gesproken. Tussendoor had hij nog de western ‘Posse’ geproduceerd en geregisseerd én er de hoofdrol in vertolkt.

© AP

Liep Kirk Douglas jarenlang op het witte doek rond met strepen en medailles, dan kwamen nadat hij een streep onder zijn carrière had gezet met de regelmaat van een klok de medailles van alle mogelijke filminstellingen en zelfs president Bush om zijn filmleven te bewieroken.

Zelf heeft Douglas altijd gezegd dat je om te acteren een beetje kind moet blijven. Mogelijk is dat een van de redenen waarom hij eeuweling is kunnen worden.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER