Buitenlandse kritiek op Joodse kostuums zwelt aan: “België zou zich moeten schamen”

De afgelopen weken kwam Aalst Carnaval in opspraak omdat het bij de vorige editie Joden op karikaturale wijze afbeeldde. Dat is kwetsend voor de Joodse bevolking, omdat het stereotype karikaturen zijn die teruggaan op de Holocaust. Dezelfde karikaturen werden namelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt door de Nazi’s, die Joden ook afbeeldden met grote haakneuzen, geldkoffers en muizen.

Ook dit jaar zijn er praalwagens op de stoet te vinden die Joden afbeelden. Dat doet stof opwaaien in het buitenland. “24.000 Joden die in België woonden, zijn vermoord tijdens de Holocaust. Vandaag komt antisemitisme opnieuw op in Europa. Evenementen zoals Aalst Carnaval, die antisemitisme promoten en aanzetten tot haat en mogelijk geweld, moeten door de hele samenleving afgekeurd worden”, zegt het Holocaust Museum in de VS op Twitter.

“80 jaar na de Holocaust is Europa nog steeds hetzelfde: foto’s van Aalst Carnaval op dit moment. België zou zich moeten schamen dat het deze smerige, weerzinwekkende, antisemitische weergave van Jodenhaat toelaat”, tweet Amir Tsarfati, oprichter van Behold Israel, een organisatie die zich voor de berichtgeving over Israël inzet.

Raphael Ahren, journalist bij de Israëlische krant The Times of Israel, post een video van carnavalisten in kostuums van Nazi-officiers met het bijschrift: “Nazi-officiers marcheren opnieuw door België. Gelukkig Carnaval uit Aalst!”

Het invloedrijke American Jewish Committee (AJC) vraagt dat de Europese Unie een onderzoek start naar België in verband met de Joodse karikaturen. “Een paar voorbeelden van het beschamende antisemitisme dat vandaag getoond wordt op Aalst Carnaval”, staat er te lezen op het Twitteraccount van het American Jewish Committee (AJC) Transatlantic Institute, een instituut dat instaat voor het welzijn van Joden in Europa en de VS. “Het AJC roept de EU op om het Haatfeest, ook gekend als Aalst Carnaval, te onderzoeken.”

De Belgische en Europese leiders moeten de kostuums veroordelen en de EU moet bekijken of een artikel 7-procedure kan opgestart worden tegen België. Dat tweet Daniel Schwammenthal, de voorzitter van het AJC Transatlantic Institute. “Als dit de waarden van de EU niet schendt, dan hebben die waarden geen betekenis. De EU moet België onderzoeken omdat ze dit grotesk antisemitisch haatfeest laten doorgaan. Artikel 7-procedure, nu!”

De artikel 7-procedure kan leiden tot een schorsing van België in de Europese ministerraden. “De autoriteiten hebben niets gedaan om de antisemitische kostuums te verbieden. Dat schendt duidelijk de Europese basiswaarden, die zijn opgebouwd uit lessen die getrokken zijn uit de Holocaust en de Tweede Wereldoorlog”, zegt Schwammenthal in een persmededeling.

De voorzitter benadrukt nog dat België de Europese instellingen herbergt en dus extra verantwoordelijkheden heeft om de menselijke waardigheid en de mensenrechten te respecteren. “Het is onbegrijpelijk dat 75 jaar na de bevrijding van Auschwitz dergelijke afschuwelijke antisemitische beeltenissen toegelaten worden in het hart van Europa.”

Het meeste kritiek komt op de ‘klaagmieren’: enkele carnavalisten die zich als orthodoxe joden verkleed hebben in mierenpakken. ‘Mier’ verwijst volgens hen naar het Aalsters voor ‘muur’, wat op zijn beurt naar de 'klaagmuur’ verwijst. De ‘klaagmieren’ lopen ook achter die klaagmuur. Maar in het buitenland wordt dit verkeerd opgevat: daar zien ze het als een ontmenselijking van Joden, omdat ze als ongedierte worden afgebeeld.

“Op Aalst Carnaval beelden ze Joden af als ongedierte. Ik heb kippenvel over heel mijn lijf. Weten de Belgen wel dat de Joden ook naar de gaskamers van Aalst gestuurd werden?! De eerste voorwaarde was om de slachtoffers te dehumaniseren. Eerst over Joden als ongedierte spreken en ze daarna ‘uitroeien’,” schrijft Adam Mouchtar, die bij het Europees Parlement werkt.

“Het antisemitisch carnaval in Aalst, België, is onderweg. Compleet met ultra-orthodoxe Joden verkleed als vliegen (het zijn mieren, nvdr.) en een ‘klaagmuur' om diegenen die de stoet bekritiseren, uit te lachen”, schrijft Raphael Ahren.