Direct naar artikelinhoud
Onderwijs

Gezocht: zes leerkrachten om ons onderwijs te redden

Philip Brinckman, een schooldirecteur, krijgt de eindverantwoordelijkheid voor het plan om het onderwijsniveau weer op te krikken.Beeld Tine Schoemaker

‘Hoe kan ons onderwijs weer schitteren?’ Die vraag krijgen niet alleen experts maar ook zes leerkrachten op hun bord van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Alle leerkrachten met tien jaar ervaring zullen zich kandidaat kunnen stellen om te zetelen in het panel dat het Vlaamse onderwijs terug op de sporen moet zetten.

Niet een van Vlaanderens meest gerenommeerde onderwijswetenschappers maar wel een onbekende directeur wordt de eindverantwoordelijke voor het reddingsplan van het Vlaamse onderwijs. Dat maakt minister Weyts bekend. Philip Brinckman is zijn naam en samen met enkele experts moet hij de kentering in ons onderwijs inzetten. Jaar na jaar toont een nieuwe internationale test immers dat het niveau van onze jongeren daalt.

“Het was toch even schrikken toen ik telefoon kreeg van de minister.” Brinckman kan er ondertussen hartelijk om lachen, maar de pedagogisch directeur van het Sint-Jozefcollege in Turnhout geeft ook toe dat hij verbaasd was over de vraag van Weyts. Brinckman liet zich de voorbije jaren opmerken met enkele opiniestukken en gold ooit als ‘jongste directeur van Vlaanderen’ maar is voorts een nobele onbekende in het onderwijslandschap. Samen met zes experts en zes leerkrachten moet hij dus op zoek naar een blauwdruk om het niveau van het Vlaamse onderwijs weer op te krikken.

Oorspronkelijk was het de bedoeling om OESO-topman Dirk Van Damme (de voormalige kabinetschef van sp.a-onderwijsminister Frank Vandenbroucke) aan het hoofd van het panel te plaatsen. Met dat nieuwtje kwam Weyts op de ochtend dat de OESO de resultaten van de PISA-bevragingen bekendmaakte. Het diende als zoethoudertje voor de slechte resultaten van dat onderzoek: zowel voor leesvaardigheid, wiskundige als wetenschappelijke geletterdheid boerden de Vlaamse 15-jarige leerlingen opnieuw achteruit.

Leerkracht centraal

Na die aankondiging bleef het echter lang stil. “Er dook een praktisch probleem op”, zegt Weyts. “De OESO staat hem dat niet toe.” Van Damme zelf bevestigt dat. “De OESO hanteert een erg strikt deontologisch kader voor zijn senior kaderleden, en na onderzoek blijkt dat een persoonlijke adviesopdracht, zoals de bedoeling was, niet strookt met die deontologie”, zegt hij.

“Wij dachten meteen: ‘Laat ons van de nood een deugd maken’”, zegt Weyts. “Het is wat ondergesneeuwd geraakt, maar het was eigenlijk helemaal niet onze bedoeling daar een puur academisch gezelschap van te maken dat enkel theoretische inzichten met elkaar uitwisselt. Wij willen de leerkracht centraal plaatsen.” Onder dat motto zal de helft van de expertengroep dus uit leerkrachten bestaan.

“De wetenschappers vertrekken vanuit hun vakgebied”, zegt Brinckman. “Zij hebben een helikopteroverzicht en beschikken over de wetenschappelijke data die voor kwaliteitsvol onderwijs belangrijk zijn.” Namen kan hij nog niet geven, maar het is de bedoeling om experts uit verschillende onderzoeksdomeinen met verschillende meningen samen te zetten. Zelf heeft Brinckman ook zijn eigen idee over waar het misliep: “De laatste twintig jaar hebben we de kenniscomponent in ons onderwijs te veel afgebouwd”, zegt hij.

“Maar de inbreng van de leerkrachten in dit debat is minstens even belangrijk”, zegt Brinckman. “Hun bijdrage aan het debat moet verhinderen dat er beslissingen genomen worden over het onderwijs boven de hoofden van de vakmensen die het elke dag waar moeten maken.”

Concreet zal er later deze week een oproep gelanceerd worden via het lerarenmagazine Klasse. Lager of secundair onderwijs: alle leerkrachten zullen zich kandidaat kunnen stellen voor de job. Voorwaarde is dat ze minstens tien jaar ervaring hebben. Op basis van een korte motivatie zullen zes van hen genomineerd worden voor de job. Of toch zij die het zien zitten om die taak te combineren met hun gewone job. Ook Brinckman blijft ondertussen directeur. Maar ook de leerkrachten die niet uitverkozen worden voor het panel zullen hun stem kunnen laten horen: een algemene bevraging, die ook via Klasse verspreid zal worden, moet het hele werkveld de kans geven om zijn stem te laten horen tot in Brussel.

Momentum

Tegen begin volgend jaar moeten de twaalf een rapport met concrete aanbevelingen op het bureau van Weyts leggen. Dat soort rapporten werd de voorbije decennia al vaker besteld, niet altijd met succes. Denk maar aan het rapport van de Commissie Monard, die een blauwdruk voor een hervorming van het secundair uitwerkte die tien jaar later niet meer te herkennen was in de uiteindelijke uitwerking.

Het wordt met andere woorden geen sinecure om zo’n analyse op een jaar tijd rond te krijgen: wetenschappers hebben er al jaren het raden naar wat de oorzaak is van de achteruitgang en zijn het vaker oneens dan eens met elkaar over wat er moet gebeuren.

Om te voorkomen dat het nieuwe plan op een koude steen valt, zal het expertenteam bijgestaan worden door een klankbordgroep. Die zal bestaan uit internationale wetenschappers die hun mening geven en afgevaardigden van alle onderwijsactoren: vakbonden, koepels, ouders... “Ik kan als minister wel plannen op tafel leggen, maar ik ben slechts de regisseur”, zegt Weyts. “Het zijn zij die het stuk op de planken moeten brengen.” Waarom dat werk dan niet doen in een van de talloze overlegorganen die er nu al bestaan? “We willen elke gelegenheid aangrijpen om de kentering in te zetten”, zegt de minister. “Er is nu een momentum om hier wat aan te doen.”