Beestenboel: beekforellen veranderen soms in zeeforellen

© belga
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Soms wordt een beekforel een zeeforel, maar in feite gaat het om dezelfde soort.

De ene forel is de andere niet, en toch weer wel. Sommige dieren maken het leven voor de mens ingewikkeld. De mens wil alles in duidelijk afgelijnde vakjes steken, want dat is handig. Maar met de forel lukt dat niet.

Wetenschappers onderscheiden namelijk twee ’types’ forel: de beekforel en de zeeforel. De ene blijft zijn leven lang in de riviertjes die hij verkiest, met hun glashelder water en hun grindbedden voor de voortplanting. De andere trekt naar de zee, waar hij een deel van zijn leven zal slijten. De ene blijft een forel, de andere doet alsof hij een zalm is.

Sommige experts maken van beide types een ‘ondersoort’ van dé forel, maar dat lijkt nergens op te steunen. Het hangt van de omstandigheden af of een forel een beekforel blijft dan wel een zeeforel wordt. Waarom het ene individu wel en het andere niet, is niet duidelijk, maar volgens visbioloog Alain Dillen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is er een effect van de populatiegrootte. Als de forellendichtheid ergens te hoog wordt, gaat een deel van de dieren ‘veranderen’ in een zeeforel en het gebied verlaten. Mogelijk zijn het de minst competitieve exemplaren die eieren voor hun geld kiezen en richting de zee met haar grote ruimtes trekken. Maar zeker is dat niet. Het lijkt er wel op dat beide types forel voor hun voortplanting leden van de eigen ‘clan’ verkiezen.

Als de densiteit van beekforellen te hoog wordt, verandert een deel van de dieren in zeeforellen.

Samen met Pieter Boets van de provincie Oost-Vlaanderen werkt Dillen aan een project om opnieuw beekforellen uit te zetten in de Zwalmrivier. Omdat hij een soort van zuiver stromend water is, krijgt de beekforel het kwaad. De Zwalm voldoet aan de vereisten van een goede beekforellenhabitat, dus werden er in het voorjaar van 2016 jonge visjes uit een kweekproject van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) in losgelaten.

Het leek te lukken. In 2017 werden er op diverse plekken beekforellen gevonden die goed gegroeid waren na het uitzetten: van 5 tot 15 centimeter (een beekforel kan tot een halve meter groot worden). Daarom werd er geïnvesteerd in de aanleg van grindbedden voor het afzetten van eitjes – een ingreep die ook voor andere zeldzame vissoorten nuttig is.

Maar in het voorjaar van 2018 liep het mis: hevige stortregens leidden tot erosie van grond die in de rivier terechtkwam, waardoor de grindbedden dichtslibden. Vervolgens kwam er een hete en droge zomer: beekforellen verdragen geen watertemperaturen hoger dan 20 °C. Misschien zijn er toen dieren overgegaan in een zeeforellenmodus en richting de Schelde vertrokken, maar waarschijnlijker is dat de meeste die natuurlijke aanslag op hun welzijn niet overleefd hebben. De klimaatopwarming belooft niet veel goeds voor de soort. In 2019 ging het gelukkig wel beter, hoewel er nog geen natuurlijke voortplanting is vastgesteld.

Het herintroductieproject in de Zwalm wordt uitgevoerd samen met de Vereniging Vliegvissen Vlaamse Ardennen – forel is een lievelingssoort van vliegvissers. Succesvol forelvissen impliceert het inzetten van het beste aas. Dat moet de natuurlijke prooien die forellen verorberen imiteren. Rond kunstaas is een subcultuur van kunstaasmakers gegroeid, die elkaar de loef willen afsteken met de structuurtjes die ze minutieus aan elkaar haken en waarmee ze zelfs niet meer gaan vissen. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel iemand mee bezig.

Partner Content