Aziatische beurzen beperken de schade door stijgende olieprijs

De belangrijkste Aziatische beurzen hebben dinsdagochtend bij opening de schade kunnen beperken. Er heerst opluchting dat de olieprijzen stegen na de crash van maandag én door de budgettaire maatregelen die de VS gaan nemen.

De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg met 4,5 procent tot 32,53 dollar en de prijs van Brent ging 5,59 procent omhoog tot 36,28 dollar. Maandag daalde de prijzen nog met 25 procent omdat Saoedi-Arabië besloot om flink meer te produceren en de prijzen omlaag te duwen, nadat oliekartel OPEC en Rusland niet tot een akkoord kwamen over de beperking van olieproductie.

De hoofdindex in Tokio, de Nikkei 225, verloor slechts 1,22 procent. De beurs in Tokio kon profiteren van de lichte heropleving van de yen. De Japanse munt was maandag aanzienlijk gestegen ten opzichte van de dollar, dankzij zijn status als veilige haven voor beleggers. Dat was een domper voor de Japanse bedrijven die inzetten op export.

Overal maatregelen onderweg

De Aziatische beleggers werden verder ook gesust door de aankondiging van de Amerikaanse president Donald Trump dat de VS dinsdag maatregelen aankondigen om de economie te beschermen tegen de coronacrisis.

De Japanse regering werkt intussen zelf aan een nieuw plan om de economie in het land te steunen en voorts hopen de markten dat de Europese Centrale Bank donderdag een pakket maatregelen zal aankondigen om de coronacrisis aan te pakken. Die crisis riskeert de economie in de al fragiele eurozone te ondermijnen.

Ook de Chinese beurzen openden dinsdag in het groen. De Hang Seng-index in Hongkong steeg 0,98 procent, terwijl de beurs van Shanghai 0.61 procent steeg.

Meer