Direct naar artikelinhoud
CoronaOnderwijsmaatregelen

‘Kijk daar, een leerling’: op veel scholen blijft het héél stil

Het Heilig Hartinstituut in Heverlee oogt nogal desolaat op de eerste dag van de coronamaatregelen.Beeld Aurélie Geurts

Vandaag gingen de strenge coronamaatregelen ook voor scholen in. Het was uitkijken hoeveel leerlingen uiteindelijk zouden komen opdagen. Ondertussen breken leerkrachten hun hoofd over wat ze in tussentijd gaan doen met de leerlingen.

“Kijk daar, een leerling.” Directeur Walter D’Hoore, coördinerend directeur van het Heilig Hartinstituut in Heverlee kan er nog mee lachen. Normaal krioelt het hier ’s ochtends van de leerlingen, maar vandaag lopen er meer leerkrachten. Uiteindelijk komen slechts vier leerlingen opdagen, op een totaal van bijna 3.000. Aan de overkant van de campus, waar de kleuter- en lagere school liggen, vallen net iets meer leerlingen te ontwaren. Nipt dan toch. “Normaal lopen hier 634 leerlingen rond”, zegt Nathalie Smet, waarnemend directeur van de lagere school. “Vandaag zijn dat er 13. We weten al dat het er morgen 9 zullen zijn.”

Die aantallen liggen nog een pak lager dan in de rest van Vlaanderen. In het basisonderwijs was zo’n 10 procent van de leerlingen aanwezig, in het secundair was dat minder dan 5 procent. Dat blijkt uit steekproeven van het departement Onderwijs bij scholen en wordt bevestigd door cijfers die Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) bij de koepels opvroeg.

Al behoedt Weyts zich ervoor om op basis van deze eerste dag al grote uitspraken te doen. “Ongetwijfeld hebben veel mensen vandaag een speciale inspanning gedaan om zelf voor opvang te zorgen”, zegt hij. “Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, laat staan om scholen te gaan sluiten.” Het zijn in elk geval minder leerlingen dan op voorhand werd gedacht. “Ik heb leerkrachten weer naar huis moeten sturen”, zegt Smet.

Wie kwam dan wel opdagen? “Hier zitten enerzijds kinderen van ouders die in de zorg werken”, zegt Smet. “Maar ook ouders die moeilijk opvang konden voorzien.” Een van hen is Ryan Van Coillie. “Wij hebben een job die het niet zomaar toelaat om opvang te voorzien”, zegt hij. “Tenzij iemand de technische werkloosheid boven ons uitroept of wij vakantiedagen opnemen. We hebben de kat dus eerst uit de boom gekeken.” Andere ouders komen nog snel enkele schoolboeken ophalen voor de kroost. “Ik kan gelukkig telewerken”, zegt Philippe Joly. Al wordt ook dat een opgave. “Ik zag de verveling vandaag toch al wat toeslaan bij de kinderen (lacht).”

Aan de overkant, in de secundaire school, zitten voornamelijk leerlingen die thuis geen computer hebben. “Al ben ik ook wel blij dat ik hier zit”, zegt een 15-jarige leerling. “Thuis had ik anders toch gewoon maar naar de televisie zitten kijken.” Wat ze hier dan doen? Nog niet echt iets nuttigs: leerkrachten hebben nauwelijks de tijd gehad om al zaken online te zetten. “Vervelend, want de school blokkeert de andere, leuke websites”, zegt een andere leerling.

Een van de weinige leerlingen op school vandaag.Beeld Aurélie Geurts

Afstandsonderwijs

Dat ze nu minder moeten inspringen voor de opvang, geeft leerkrachten wel de tijd het hoofd te breken over dat andere grote vraagstuk: hoe voorzie je als school zinnig afstandsonderwijs? In Heverlee zitten vier wiskundeleerkrachten samen om te bepalen welke van de geplande lessen ze online plaatsen. Zij kiezen ervoor om herhaling en nieuwe leerstof te geven. Nochtans hadden zowel de koepels als het departement dat expliciet verboden, laat staan er punten voor uit te delen. “Voor de jongsten snap ik dat”, zegt wiskundeleerkracht Ann Cornelis. “Maar de ouderen van wie wij kunnen inschatten dat ze dat aankunnen – we geven wiskunde in de richting met de meeste uren wiskunde – willen we blijven prikkelen.” Ze worden daarin gesteund door hun directeur. “Ook vóór corona gaven wij opdrachten mee naar huis waar leerlingen op werden gequoteerd”, zegt D’Hoore.  “Waarom zou dat nu dan plots niet meer kunnen?”

De wiskundeleerkrachten in Heverlee besluiten uiteindelijk enkele lessen op te nemen, die te voorzien van oefeningen en verbetersleutels en online feedbackmomenten te organiseren. Sommige onderwerpen worden geschrapt. “Het heeft geen zin om leerlingen te overladen met taken”, zegt Cornelis. Ze heeft weet van andere scholen waar verwacht wordt dat leerlingen een normale 32-urenweek volgen, van achter de pc.

Ook onderwijswetenschapper Tim Surma (Thomas More Hogeschool) zucht bij het horen van zulke verhalen. “Dat heeft bijzonder weinig kans op slagen”, zegt hij. “Je kan leerlingen niet 32 uur geconcentreerd voor een pc houden, en de thuissituaties van leerlingen verschillen heel erg. Het is trouwens niet de technologie op zich die voor het leren zorgt, wel de didactiek.” Samen met zijn collega’s werkt hij aan enkele concrete tips voor leerkrachten. “Als je als school nu plots gaat inzetten op de hocus-pocus van technologie, zonder die vooraf gebruikt te hebben, dan zullen leerlingen niet kunnen volgen”, zegt hij. Wel pleit hij voor een doordachte aanpak waarin onlinelessen, zoals in Heverlee, direct gekoppeld worden aan verwerking, bijvoorbeeld met oefeningen.

In Heverlee gaat de bel. Normaal wordt dat gevolgd door het lawaai van honderden leerlingen die zo snel mogelijk buiten willen zijn, nu blijft het stil. Het heeft iets bevreemdend, zo’n school zonder leerlingen. Het roept de vraag op: wat is een school zonder leerlingen? Het verschil met een volledig gesloten school was vandaag in elk geval klein.