Direct naar artikelinhoud
Interview

Mondmaskers verplichten, is dat een goed idee of juist niet?

Koen Vanden Driessche en Marianne van der Sande.Beeld © Stefaan Temmerman

 Een voor- en tegenstander gaan in debat over een hot issue. Vandaag: mondmaskers zijn verplicht in het openbaar vervoer, op de luchthaven en binnenkort ook op school. Is verplichten nu wel of niet een goed idee? 

Koen Vanden Driessche: ‘Het is bewezen dat mondmaskers helpen’

We weten uit experimenten dat mondmaskers anderen tegen onszelf kunnen beschermen, stelt Koen Vanden Driessche, infectioloog en kinder­arts aan het UZ Antwerpen. “Van ­mond­maskers de norm maken kan ons meer vrijheid geven.”

“Ik heb de afgelopen jaren zelf al heel wat onderzoek gedaan, niet alleen naar maskers maar ook naar hoest­etiquette. Dan zetten we grote tonnen neer waar mensen in moeten kruipen en daar hoesten. Daarna trekken we de lucht eruit en kweken we wat erin zit. We hebben dat vooral getest met bacteriën en vonden dat zo’n masker 88 procent van de uitgehoeste bacteriën stopt. Onze studie is ook al door andere onderzoekers overgedaan met de bestaande seizoenscoronavirussen. Dat gaf hetzelfde resultaat. Het is dus aangetoond dat als je hoest en een mondmasker draagt, je de ander kunt beschermen.

“Er wordt door tegenstanders wel­eens geopperd dat bij het dragen van een mondmasker schadelijke deeltjes kunnen ontsnappen langs de zijkanten. Wij hebben aangetoond dat dat niet zo is. Uit ons onderzoek bleek namelijk dat de uitgehoeste deeltjes pas kleinere deeltjes worden nadat ze uitgehoest zijn, door verdamping. Maar op het moment van uithoesten worden ze wel degelijk tegen­gehouden.

“Tegenstanders waarschuwen ook vaak voor de risico’s van een verkeerd gebruik. Ik vergelijk dat dan meestal met een fiets­helm. Daarvan weten we ook dat hij helpt. Maar dan moet je hem wel opzetten, goed vastbinden en vooral nog altijd voorzichtig blijven fietsen. Er wordt ook soms gezegd dat zo’n masker ervoor zorgt dat iemand zich net gevaarlijker gaat gedragen. Maar er zijn ook gedragswetenschappers die zeggen dat maskers zien bij anderen er net aan doet herinneren dat je voorzichtig moet zijn. Als veel mensen een masker dragen, dan bevordert dat ook het groeps­gevoel en gaan meer en meer mensen erin geloven en er ook zelf een opzetten.

“Er zijn genoeg wiskundige modellen die aantonen dat een epidemie helemaal uitdooft als bijna iedereen een masker draagt. Op voorwaarde dat mensen ook de andere maatregelen naleven. Zoals afstand houden en handen wassen. Als je een maximaal effect van de maskers wil hebben, moeten zoveel mogelijk mensen die dragen. Daarom ga je ze volgens mij breder moeten adviseren. Daarom vind ik het jammer dat viroloog Steven Van Gucht publiekelijk zegt dat hij ze zelf niet zal dragen in de supermarkt. De mensen hebben vertrouwen in wat hij zegt en dat schept verwarring.

“Er zijn inderdaad ook onderzoeken die aantonen dat maskers niet of nauwelijks werken, maar dat zijn vaak onderzoeken waarbij ze niet naar bacteriën of virussen kijken, maar gewoon deeltjes tellen in de lucht met een laser­teller. Dan tellen ze de deeltjes na hoesten met en zonder een masker. Op die manier vind je geen verschil, omdat je ook alle stof- en papier­deeltjes van het masker meetelt.

“Of je ze ook daadwerkelijk overal moet verplichten? Daar twijfel ik wel over. Want verplichten kan de mensen een gevoel van vrijheidsberoving geven, waardoor er weerstand kan groeien. Het beste zou zijn dat mensen voldoende info krijgen over het nut van die maskers waardoor ze die vrijwillig en op een goeie manier gaan opzetten. Al denk ik soms wel dat we met een verplichting net méér ­vrijheid zouden kunnen hebben.”

Koen Vanden Driessche: ‘Het is bewezen dat mondmaskers helpen’
Beeld Photo News

Marianne van der Sande: ‘Een proefopstelling in een lab is niet het echte leven’

Er is onder andere nog te veel onduidelijk over mogelijke schade om mond­maskers breed aan te raden, stelt Marianne van der Sande, arts-epidemiologe aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde. “Je vindt onderzoeken in alle richtingen. Alles kan.”

“Het is niet omdat iets in een proef­opstelling in een laboratorium werkt, dat dat in het echt vanzelf ook zo is. Wij leven niet in een proef­opstelling. Als mensen zich in het echt anders gaan gedragen dan wat jij op papier hebt bedacht, dan krijg je een ander effect. In het echte leven fietsen mensen rond, zitten ze in de bus, willen ze even telefoneren of wat drinken. Je kunt dus resultaten van experimenten niet zomaar extrapoleren naar de echte situatie.

“Ook gaan sommige van die onderzoeken over bacteriën en wat die doen bij uithoesten. Bacteriën zijn veel groter dan virussen. En hoesten, dat gaat dus over een enorme kracht. Terwijl de discussie net gaat over: moeten we mensen zonder symptomen maar die mogelijk een virus ­kunnen verspreiden een masker laten dragen? Voor mij zijn die studies dus niet erg informatief.

“Ik heb zelf, nu twaalf jaar geleden, een onderzoek gedaan naar het effect van mondmaskers. Ook in een proef­opstelling, dus. Onze bevinding was dat ze inderdaad kunnen werken, maar dan vooral om jezelf te beschermen tegen anderen. Je vindt met andere woorden onderzoeken in alle richtingen: maskers werken, ze werken niet, ze werken van binnen naar buiten of andersom. Alles kan.

“In Chi­na is veelvuldig maskers dragen al lang in gebruik, en dat heeft deze uitbraak niet kunnen voorkomen. Er is zo veel onzekerheid dat er voor mij geen ­rationele basis is om het dragen van maskers breed aan te moedigen.

“Je zou kunnen oordelen: baat het niet, dan schaadt het niet. Maar daar ben ik het niet mee eens. Eer je iets heel dwingends gaat opleggen, zou je eerst zeker willen zijn dat er geen mogelijke schade kan zijn door maskers te dragen. Die zekerheid is er ook niet. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat, bij onoordeelkundig op- en afzetten, het risico groter is om jezelf of anderen te besmetten. Het is ook niet makkelijk, zo’n lap voor de mond hebben gedurende langere tijd. Mensen zitten er vaker aan, want het kriebelt, het jeukt, het irriteert, het zit scheef. Dat kan ook allemaal gevolgen hebben.

“Wat me opvalt, is dat voorstanders vaak vanuit een grote emotionaliteit reageren. Je zou het bijna Jehova-achtig kunnen noemen, te oordelen aan de mails die ik soms krijg. ‘Maskers moeten’ volgens hen, en wie er geen opzet, kan worden weggezet als asociaal. Dat is volgens mij ten onrechte en bovendien stigmatiserend.

“Het valt me ook op dat mensen die daar vrij fanatiek over zijn, niet per se allemaal een methodologische scholing hebben. Het gaat eerder om het gevoel: ‘Het kan werken, dus het zal werken’. Dat is voor mij echt wat te kort door de bocht.

“Waar die emotionaliteit over maskers vandaan komt? Wellicht vanuit het feit dat mensen graag zelf iets willen doen waardoor het vooruitgaat. Ze denken: laten we nu gewoon allemaal zo’n masker dragen en dan kunnen we weer naar buiten.

“Maar zo werkt het natuurlijk niet. Afstand houden, dat is relevant en kan ­helpen. Maar mondmaskers? Die zou ik met de kennis van nu niet breed durven aanbevelen.”