Met dank aan de coronacrisis heeft de Amerikaanse supermarktketen Walmart er een uitstekend kwartaal opzitten. De inkomsten uit e-commerce stegen met 74 procent, de fysieke verkopen met 10 procent.

Wat is er aan de hand? De Amerikaanse supermarktreus komt met zijn kwartaalresultaten naar buiten. De totale omzet steeg met 8,6 procent naar 134,62 miljard dollar, tegenover 123,9 miljard dollar vorig jaar. Er zijn daarbij twee opvallende uitschieters: de verkoop in bakstenen winkels steeg met 10 procent, terwijl analisten 7,2 procent verwachtten. De online verkoop ging zelfs met 74 procent door het dak.

Tussen de lijnen: de interesse in de resultaten van de supermarktketen met 11.000 winkels in 27 landen was hoog. Door de lockdowns en het bijhorende hamstergedrag in verschillende landen was de verwachting dat Walmart garen zou spinnen bij de coronacrisis. Alle winkels bleven open en vooral conserven, ontsmettende handgel en toiletpapier waren in trek. Online gingen vooral haarkleuringen en naaimachines over de virtuele toonbank.

Het ging zelfs zo ver dat Walmart een tandje moest bijsteken op personeelsvlak. Om de vraag bij te houden, nam de supermarktketen bijkomend 200.000 werknemers aan om winkels te poetsen, rekken aan te vullen en online bestellingen klaar te maken.

De essentie: aan de cijfers te zien, is de missie dus geslaagd voor Walmart. In de voorbeurshandel steeg het aandeel alvast 4 procent in waarde. Enig minpuntje is het feit dat een push op e-commerce knabbelt aan de winstmarges. Toch is dat een belangrijke zet om internetreus en grote rivaal Amazon bij te houden.