Direct naar artikelinhoud
Brazilië

Het ‘moordjaar’ van de politie in Rio: over vervolging moeten ze zich geen zorgen maken

Elite-eenheden van de Braziliaanse politie in actie in Rio de Janeiro.Beeld AP

Politieagenten schieten in Rio de Janeiro zonder enige terughoudendheid. Zij genieten bescherming van hun bazen en van politici. Over vervolging na illegale schietpartijen hoeven ze zich geen zorgen te maken.

Rodrigo dos Santos (16) vlamde met zijn motor een helling in Rio de Janeiro af, zijn rugzak volgepakt met marihuana, cocaïne en crack, toen twee politieagenten hun geweer trokken en op hem richtten. De tiener raasde voorbij, zijn vriend achterop hield zich vast aan zijn middel. Een paar seconden later ging hij over de kop in een spervuur van 38 kogels.

Rodrigo stierf op weg naar het ziekenhuis. Hij bloedde uit een kogelwond in zijn arm en drie in zijn rug. De politie beweerde nooit dat hij gewapend was. Een van de betrokken agenten, sergeant Sergio Britto, was aan het werk, ook al liep er een proces wegens moord tegen hem. Hij werd ervan beschuldigd een andere man van kortbij in de nek geschoten te hebben.

Lichamen vol bloed liggen op straat in de favela Alemão. Vorig jaar werden in Rio de Janeiro 1.814 mensen gedood door politiegeweld.Beeld AP

Rodrigo was een van de 1.814 mensen in Rio die vorig jaar door de politie gedood werden, een record. Er vielen honderden doden meer dan normaal, in een land met een lange traditie van politiegeweld en een politieke leiding die gezworen heeft dat ze “graven gaat delven” om de misdaad een halt toe te roepen.

Imminent gevaar

Officieel mag de politie in Brazilië alleen dodelijk geweld gebruiken als er imminent gevaar is. Maar uit een analyse van een vijftigtal sterfgevallen door politieoptreden in het gewelddadige district Rio, waar Rodrigo werd gedood, blijkt dat agenten routineus en zonder verpinken het vuur openen. Ze weten zich beschermd door hun bazen en handelen vanuit het volle besef dat ze, zelfs als er een onderzoek wegens onwettige doodslag tegen hen loopt, gewoon mee op patrouille mogen.

Bij minstens de helft van de 48 doden die The New York Times bestudeerde, werd het slachtoffer volgens autopsieverslagen minstens één keer in de rug geschoten. Het werpt meteen de vraag op omtrent het imminente gevaar waarvan bij dat soort acties sprake moet zijn. In twintig gevallen werd het slachtoffer minstens drie keer geraakt door de politie.

In de incidenten die de krant onderzocht waren er slechts twee agenten die verwondingen rapporteerden. In één geval trof de agent per ongeluk zichzelf toen hij schoot, in het andere geval struikelde en viel de agent.

Bij een kwart van de onderzochte incidenten was een agent betrokken die eerder beschuldigd was van moord. In de helft ging het om agenten die eerder beschuldigd waren van minstens één misdrijf. Een van de agenten was na een psychologische evaluatie al eens geschorst geweest. Zijn oversten begonnen zich zorgen te maken toen bleek hoe verbijsterend veel munitie hij had verschoten dat jaar: 600 kogels.

Sommige functionarissen geven toe dat agenten verdachte criminelen weleens doodschieten in zorgvuldig geplande hinderlagen.

Na een schietincident met de politie bergen bewoners van de Alemão-wijk de lichamen, half mei.Beeld AP

De schietincidenten blijven ook dit jaar doorgaan, ondanks de maatregelen tegen het coronavirus. Vrijdag 15 mei doodde de politie dertien mensen bij een actie in het arme deel van Rio. Er vielen geen doden bij de politie.

De forse toename van de schietincidenten, vaak in arme wijken waar drugsbendes de plak zwaaien, wekt betrekkelijk weinig verontwaardiging op in Brazilië, waar de mensen het geweld beu zijn. Integendeel: het recordaantal doden door politieoptreden, dat samenvalt met een algemene daling van de misdaad in Rio, strookt compleet met de campagnebeloftes van president Jair Bolsonaro en gouverneur William Witzel, een voormalig federaal rechter die in januari 2019 aantrad. Beiden voeren een nietsontziende oorlog tegen de misdaad, op een manier die wat doet denken aan het brutale politiegeweld dat president Rodrigo Duterte op de Filipijnen implementeert.

Witzel liet sluipschutters vanuit helikopters op verdachten schieten. Bolsonaro stuurt aan op bescherming van agenten die doden bij de uitvoering van hun taak in het geval van “verschoonbare angst, verrassing of gewelddadige emotie”. Pleitend voor die maatregel stelde de president onder meer dat criminelen het verdienen “als kakkerlakken te sterven op straat”. 

Wetenschappers maken zich zorgen. “In een land waar straffeloosheid regeert, geeft de regering de politie effectief de toelating te schieten om te doden”, zegt Ilona Szabó, directeur van Instituto Igarapé, een instelling die de openbare veiligheid onderzoekt.

Vrijgesproken

Nogal wat politiemensen zijn blij met de opkomst van Bolsonaro. De overheid slaagt er al decennia niet in de bendes te beteugelen, die een uitgebreid lappendeken van arme wijken in hun greep hebben en die openlijk drugs en gestolen waren verkopen.

In de massa die in oktober 2018 de verkiezing van politici die zwoeren dat ze de misdaad zouden bekampen aan het vieren waren aan de kustresidentie van Bolsonaro bevond zich ook Britto, de agent die betrokken was bij de dood van Rodrigo – en vele anderen. “Een nieuw tijdperk is aangebroken, het tijdperk van de verdrukking”, schreef Britto die avond op zijn Facebook-pagina. Hij zette er de revolver-emoji bij, een vast onderdeel van de campagne van Bolsonaro.

Sergio Britto (38) ging in 2002 bij de militaire politie, de organisatie die in Brazilië de bulk van het politiewerk op zich neemt. Sinds 2010 was hij betrokken bij minstens twintig sterfgevallen tijdens de dienst, wat volgens politierapporten extreem hoog is.

Na een van die gevallen, in september 2016, probeerden aanklagers Britto van de straat weg te halen. Volgens de aanklacht schoot de agent een 20-jarige vermeende drugsdealer van dichtbij achter het rechteroor. Gevolg gevend aan het oordeel van de aanklagers beval een rechter het politiedepartement in juli 2017 Britto van de straat te halen en hem zijn geweer af te nemen. Maar de advocaten van Britto voerden aan dat hij een toegewijde agent was die telkens uit zelfverdediging handelde. Een andere rechter rehabiliteerde hem.

Begin 2018 keerde Britto terug naar het terrein met het 41ste Battalion, dat ook opereert in Chapadão, de wijk waar in maart 2019 Rodrigo gedood werd. Drugsdealers en bewoners kennen Britto daar onder de bijnaam ‘Papai’ (papa) en zijn bevreesd voor hem.

Jaren nadat hij beschuldigd werd van moord wacht Britto nog op zijn proces. Hij reageerde niet op talloze verzoeken om een interview.

President Jair Bolsonaro voert een nietsontziende oorlog tegen criminaliteit.Beeld AFP

Luitenant-kolonel Vinícius Carvalho, die tot onlangs het 41ste Bataljon leidde, zegt dat leidinggevenden in zware buurten vaak aangewezen zijn op geharde politieagenten die goed gedijen in gevaarlijke omgevingen – zelfs agenten die beschuldigd worden van moord of verdacht worden van andere misdrijven – omdat de politie sterk onderbemand is. “Het is beter dat ik hem daar heb, een ervaren, koelbloedige man die al wat situaties heeft meegemaakt, dan iemand die misschien ervaring mist”, zegt Carvalho in zijn kantoor.

De militaire politie in Rio de Janeiro mag 60.000 manschappen bedragen, maar komt er 15.000 tekort. Vooral in gewelddadige wijken is de krapte nijpend. Begin januari beschikte het 41ste Bataljon over 612 agenten, minder dan de helft van wat het politiedepartement noodzakelijk acht. Van de beschikbare manschappen was 20 procent met verlof of van de straat gehaald vanwege fysieke of psychische problemen.

Carvalho zegt dat agenten die betrokken zijn bij een actie met dodelijke afloop idealiter een paar dagen verlof nemen om af te koelen. Maar die optie is in districten waar vuurgevechten een dagelijkse realiteit zijn volgens hem utopisch. Bovendien willen agenten die geschorst worden vaak zo snel mogelijk terugkeren, omdat er iets verslavends is aan die gevechtsmodus. “Je zweet ruikt anders na zo’n gevecht.”

Omkoping

Het 41ste Bataljon, dat ook bekendstaat als het ‘bataljon des doods’, is uitgegroeid tot een van de meest gewelddadige eenheden in Rio de Janeiro sinds het in 2010 werd opgericht om de veiligheid te garanderen in een gebied van zowat een half miljoen mensen. Het territorium waarin het actief is, met een vijftigtal voormalige favelawijken, wordt gecontroleerd door twee drugsbendes, het ‘Rode Commando’ en het ‘Pure Derde Commando’, die vaak clashen in territoriale gevechten.

Drugshandelaars vestigen hun heerschappij door de politie om te kopen en fysieke obstakels op te werpen in de vorm van stalen platen omringd door banden. Die blokkades worden in brand gestoken als een politieraid ophanden is, waardoor de zware gepantserde voertuigen gestuit worden in hun opmars.

In 2015 werd het dodelijke machtsvertoon van het bataljon voorwerp van een onderzoek. Openbaar aanklagers richtten een speciale taskforce op om het geweld te onderzoeken. In 2018 was het aantal sterfgevallen door politie-ingrijpen binnen het 41ste Bataljon met 30 procent gedaald.

Maar in 2019, toen de nieuwe politieke prioriteiten in het land duidelijk werden, gingen de cijfers opnieuw de hoogte in. In het hele land was er een stijging van 20 procent. In het 41ste politiedistrict ging het om 22 procent.

Kapitein Willians Andrade, bevelvoerder over een eenheid in het district, neemt ons mee naar een favela die ‘Bin Laden’ genoemd wordt vanwege het excessieve geweld. Hij vertelt dat jongeren van 14 jaar zich al aansluiten bij de bendes omdat ze weinig vertrouwen hebben in het onderwijssysteem en de drugshandel beschouwen als een manier om zichzelf te beschermen en rijk te worden. “Geen enkele politieagent vertrekt ’s morgens thuis met het idee iemand te doden”, zegt hij. “Maar je kunt niet verwachten dat de criminelen je zullen respecteren.”

Paulo Roberto Cunha, een aanklager die zich specialiseert in politiegeweld, zegt dat de stijging van de dodentol van het 41ste Bataljon alarmerend is en merkt op dat bij de confrontaties die The Times analyseerde geen doden of gewonden bij de politie vielen. “Dit betekent op zijn minst dat de politie voorrang geeft aan een vorm van actie die het risico op confrontatie vergroot, waardoor ook de dodentol oploopt”, zegt hij.

In een communiqué meldde de politie dat het bataljon in de voorbije vijf jaar aanzienlijke risico’s nam om 1.800 wapens buit te maken op “bloeddorstige boeven”. Het stelde ook dat alle politie-ingrepen met dodelijk afloop grondig onderzocht worden.

Problemen op school

Toen Rodrigo in de ochtend van 23 maart 2019 doodgeschoten werd, kwam zijn zus Yasmin dos Santos (18), die vooral voor hem zorgde, een paar minuten later aan op de plaats des onheils. Haar broer was aan het doodbloeden in een zwaar gepantserd voertuig. “Wat nu?”, snauwde een agent haar toe. “Ga je misschien beweren dat hij geen crimineel was, dat je hier niets van wist?”

Rodrigo werd geboren in Chapadão. Hun moeder, Maria José da Silva, had hen als kind achtergelaten bij hun vader die hen vaak sloeg, zegt ze. “Ik had geen huis, hij wel”, zegt ze verslagen.

Rodrigo kwam in het eerste jaar al in de problemen op school, wat voor tieners vaak een opstap vormt naar het bendeleven. Na jaren van zittenblijven en lange afwezigheden op school gaf hij er op zijn vijftiende de brui aan. Hij had het zesde jaar drie keer moeten overdoen.

Familieleden van meer dan een dozijn jonge mannen die door de politie gedood werden in 2019 zeggen dat hun zonen en broers ook beslisten drugsdealer te worden nadat ze de school hadden opgegeven. “De Braziliaanse arbeidersklasse wordt armer, en elke keer komen er nieuwe kandidaten bij voor de misdaad”, zegt Cláudia Costin, een voormalige onderwijsminister in Rio, over het falende schoolsysteem.

Toen Rodrigo zich bij het Rode Commando voegde, smeekte zijn zus hem terug te keren naar school. “Je bent te jong”, zei ze tegen hem. Maar Rodrigo wilde er niet van weten. “Hij dacht dat hij een last zou worden.”

De Braziliaanse politie patrouilleert in de straten van Rio.Beeld Photo News

Een paar uren nadat Rodrigo gestorven was, vertelden Britto en Ataliba rechercheurs dat de 16-jarige geraakt was tijdens een schietpartij tussen de politie en drugshandelaars. Maar drie getuigen die zich destijds in de buurt bevonden, zeggen dat geen gewapende bendeleden aanwezig waren toen de politie het vuur opende.

Agenten in Rio de Janeiro zijn verplicht forensische experts op te roepen om de scène te onderzoeken na een fatale schietpartij. Die regel wordt vaak genegeerd. Andéa Amin, een aanklager die een taskforce leidt die dodelijke incidenten met politie onderzoekt, zegt dat forensische experts zo weinig middelen hebben dat ze het vaak zonder luminol moeten stellen, een chemisch product dat bloedsporen aangeeft.

Ze zegt dat een zaak tegen agenten opbouwen bijzonder moeilijk is omdat de familie van slachtoffers bang is dat getuigen over misbruik door de politie hen kwetsbaar maakt voor vergeldingen. “Als we niet omzichtig te werk gaan, dan kunnen we mensen in gevaar brengen”, zegt ze. “Ze kunnen het met de dood bekopen.”

Dos Santos zegt dat ze zich machteloos voelde om een onderzoek naar de dood van haar broer te eisen. “Ik was bang”, zegt ze.

In acht van de dodelijke incidenten die The Times onderzocht, stellen familieleden van de slachtoffers dat hun naasten gedood werden in een hinderlaag die de politie had opgezet om drugshandelaars in de val te lokken. Carvalho geeft toe dat die tactiek gebruikt wordt. Hij keurt het af, zegt hij, maar “dat is nu eenmaal de naakte waarheid van wat er gebeurt”.

Door de straffeloosheid van de politie bij dodelijke incidenten wordt moord vaak gebruikt als afpersingsmiddel door corrupte agenten, zeggen aanklagers. Drie drugsdealers in het 41ste zeggen dat ze gemarteld en afgeperst werden door politieagenten. Een van hen toont de littekens van draden die rond zijn tenen gewikkeld werden om hem te elektrocuteren. Een inwoner van de wijk toont kneuzingen van slagen die hij kreeg toen hij getuige was van de marteling van drugshandelaars.

De drugshandelaars en de inwoner, die anoniem getuigden uit angst voor vergelding, zeggen dat de politieagenten grote sommen geld eisten. Ze dreigden ermee hen te arresteren of te doden als ze niet betaalden.

De geweldspiraal leidt ertoe dat kinderen die opgroeien in de favela’s een diepe haat voor de politie koesteren, wat duidelijk af te lezen is aan graffiti die oproept tot de dood van politieagenten. Gisele de Souza, die in de wijk woont, zegt dat haar zoon Wendell (26) zijn baan bij McDonald’s opgaf nadat hij ei zo na was doodgeschoten door agenten die hem voor een dief namen. “Vergeef me mama, je hebt me goed opgevoed”, zei hij tegen haar toen hij zes jaar geleden besloot zich bij een bende aan te sluiten. “Hij zei dat hij zich wilde wreken op de politie.”

In juni vorig jaar werd hij doodgeschoten door de politie.

De stijgende dodentol weerhoudt jongeren er niet van bij de bendes te gaan. Een hooggeplaatste drugsdealer in de wijk zegt dat de wachtlijst om tot de drugshandel toe te treden eindeloos lang is en alleen zal slinken als kinderen in de geteisterde wijken een alternatief pad naar succes zien. “Als je jong bent, dan word je verblind door de misdaad. Het biedt je een gevoel van macht en geld dat je niet kunt verdienen door te werken”, zegt hij. “Wanneer je eenmaal de waarheid achterhaalt, is het te laat.”

© The New York Times