Direct naar artikelinhoud
AnalyseBart Eeckhout

Europa weer wat hechter en rechtvaardiger maken? Nu kan het lukken

EU-Commissie­voorzitter Ursula von der Leyen ziet scherp in dat deze uitzonderlijke crisis hét moment is om de EU over haar eigen schaduw te laten springen.Beeld EPA

Het lijkt een krankzinnig plan: net nu de Europese Unie onder hoog­spanning staat, voorstellen om eigen Europese belastingen te heffen. Toch is het wel degelijk een goed idee. Juist nu. Hoofdredacteur Bart Eeckhout analyseert de politieke week.

Wie in deze tijd van gedwongen thuis­blijven nog op zoek is naar een goed historisch boek dat niet De Bourgondiërs heet, kan zijn voordeel doen met De Europeanen (2019). In dat nauwgezet gedocumenteerde en mee­sle­pend gecomponeerde boek toont de Britse historicus Orlando Figes hoe in de 19de eeuw wel degelijk iets als een Europese, kosmopolitische identiteit is gaan ontstaan.

Figes houdt zich ver weg van nevelige concepten als ‘verlichte’ waarden, hij houdt het lekker concreet. Met veel oog voor detail en vertel­kunst laat hij zien hoe technologische omwentelingen (de trein, goedkope druk­procedés) ertoe leiden dat dezelfde cultuur- en smaak­patronen zich overal in Europa verspreiden, van de opera tot de literatuur.

Hoofdredacteur Bart Eeckhout.Beeld DM

Het boek laat zich lezen als een aangename correctie op het weer opgang makende nationalistische idee dat er niet zoiets bestaat als een gedeelde Europese identiteit. Die correctie is welkom nu de Europese Unie, in de woorden van haar Commissie­voor­zitter Ursula von der Leyen, voor haar ‘bepalende moment’ staat.

Dat de EU voor beslissende weken staat, is niet overdreven. In 2012 mocht een ape­trotse ‘president’ Herman Van Rompuy nog de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst gaan nemen namens de EU, maar sindsdien heeft de Unie, crisis na crisis, veel van haar pluimen verloren. De corona­crisis doet de hulp­zoekende burger opnieuw naar Brussel kijken. Alvast de Europese Commissie pikt het nood­signaal op, blijkens haar voorstel voor een herstel­fonds van 750 miljard euro. Maar zullen de lidstaten dat succes toestaan, en daarmee weer een beweging naar hereniging en centralisering?

De kwestie is existentieel. Als de EU ook nu weer een reus op lemen voeten blijkt te zijn, is de vraag pertinent waarom er nog een Unie nodig is.

Systeemfouten

Europa heeft wat goed te maken. Dat de euro­scepsis de voorbije jaren hand over hand toegenomen is, is heus niet alleen te wijten aan opkomende populisten of propaganda vanuit Moskou. Zij oogsten enkel de storm die de EU zelf gezaaid heeft.

De systeem­fouten in het Europese stelsel zijn geen zaak meer van rechts­kundigen alleen, ze kletsten de voorbije jaren keihard in de nek van menig Europeaan. Het vrije verkeer dat verkocht is als alternatief voor gesloten grenzen bleek plots een instrument om goedkope werk­krachten semi­legaal te dumpen op de arbeids­markt. De eenheids­munt die verkocht was als comfort bleek plots een instrument om sociaal beleid te beteugelen. Gooi een matig beheerde migratie­crisis in die mix en de roep om meer controle en soevereiniteit klinkt bijna vanzelfsprekend.

Maar kijk, toen het corona­virus lelijk begon huis te houden op het continent, keek de Europeaan toch weer verwachtings­vol naar zijn Unie. Het bewijst dat er wel degelijk zoiets bestaat als een gedeelde Europese identiteit, die zelfs sterker is dan de vele politieke ontgoochelingen van de voorbije tien jaar.

Heeft de EU ditmaal ook wat te bieden? Als het van voorzitter Ursula von der Leyen afhangt alvast wel. De zeer concrete 750 miljard in haar cheque­boek moet in staat zijn veel nood te lenigen. Dat op zich is al een verademing na de ijle plannen­makerij van het tijdperk-Juncker. Het is nog even afwachten in welke raadselachtige compromis­vorm het pakket de onder­handelings­tafel van de Europese Raad uiteindelijk zal verlaten, maar als het voorstel standhoudt, dan zal het een significant verschil maken in de heropbouw van Europa na de grootste crisis sinds de Twee­de Wereld­oorlog.

De centen zijn belangrijk, maar ze zijn niet alles. Om de rente te betalen op de berg geld die de EU dus moet gaan lenen, stelt de Europese Commissie voor om eigen belastingen te heffen. Dat doet de EU vooralsnog niet, op een paar bagatellen na. De meeste lidstaten vinden dat prima zo: het recht om burgers en ondernemingen te belasten komt enkel hun regeringen en parlementen toe, menen zij, als soevereine vertegenwoordigers van het volk.

Elke euro­cent die de EU ophaalt bij Facebook en Alibaba is een cent die u en ik niet moeten betalen, schrijft Bart Eeckhout.Beeld Photo News

Juist de globalisering schiet evenwel gaten in dat argument. Nieuwe giga­ondernemingen (zeg de Amazons en Googles van deze wereld) en multinationale CO2-vervuilers ontsnappen vlotjes aan die nationale fiscale reflex.

Daarom zou een beperkt en doelgericht systeem van Europese belastingen wel degelijk rechtvaardig kunnen zijn. Von der Leyen mikt precies op de fenomenen die ‘too big to tax’ zijn voor nationale regeringen: tech­giganten, bedrijven die vervuilende producten importeren, de plastic­industrie.

Het idee om Europese belastingen in te voeren wordt in sceptische hoek nu alweer geframed als een zoveelste kwelling voor de al getergde burger. In werkelijkheid is het tegendeel het geval. Elke euro­cent die de EU ophaalt bij Facebook en Alibaba is een cent die u en ik niet moeten betalen. Want critici moeten wel consequent zijn. Wie zich verzet tegen belastingen op Europese schaal om de corona­crisis te helpen betalen, moet er eerlijk aan toevoegen waar het geld dan wel vandaan moet komen. Er is dan nog maar één mogelijkheid: van de lidstaten zelf, en dus toch van de belasting­betalende u en ik.

Het maakt de fiscale plannen van Ursula von der Leyen gedurfd en slim. Een eigen Europese fiscaliteit is een voorstel met een hoge emotionele, symbolische waarde. Het is het soort idee waar de lauwe Europeanen – een fractie die sinds de brexit met veel brutaliteit wordt aangevoerd vanuit Nederland – per definitie van over de nek gaan. Dit voorstellen op een moment dat de Europa-kritiek aan de winnende hand lijkt, is dus riskant.

Maar het is ook slim. Juist daarom. In een omstandig hoofd­verhaal analyseerde het Britse blad The Economist, doorgaans geen groot supporter van Europese integratie, twee weken geleden dat de Europese hervormingsdrang al sinds jaar en dag stil ligt. De kans is klein dat The Economist een eigen fiscaal beleid voor ogen had bij hun pleidooi om de Europese institutionele machine weer aan de praat te krijgen. De Commissie-Von der Leyen heeft wel scherp ingezien dat een uitzonderlijk crisis­moment zoals dit het uitgelezen moment is om de EU weer over haar eigen schaduw te laten springen. Europa weer wat hechter en rechtvaardiger maken? Nu kan het lukken. Anders zal het waarschijnlijk nooit lukken.