Direct naar artikelinhoud
Reportage

‘Doe binnenshuis niet al te zot’: de 10 geboden om veilig uit de lockdown te komen

‘Doe binnenshuis niet al te zot’: de 10 geboden om veilig uit de lockdown te komen
Beeld Levi Jacobs

Eerst was er de ‘check-check-check’, nu de ‘goudengedragsregels’. Onze regering houdt van allitereren, maar sta ons toe die zes regels met behulp van experts uit te breiden naar een ander welbekend concept: de tien geboden. Die allitereren niet, maar rijmen wel.

1. Bovenal ventileer uw kot

Zorg ervoor dat de lucht binnenshuis regelmatig ververst wordt. Een raam openzetten en niet steevast alle deuren sluiten kunnen al heel wat betekenen in de strijd tegen de verspreiding van het virus. De steeds populairdere theorie achter dat advies: als de lucht niet goed ververst wordt, kunnen de kleine druppeltjes die uit tientallen monden en neuzen komen langere tijd in de ruimte blijven zweven. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam publiceerden deze week onderzoek dat aantoonde dat de piepkleine druppeltjes zonder ventilatie inderdaad veel langer in de lucht blijven hangen.

1. Bovenal ventileer uw kot
Beeld Levi Jacobs

Let op: daarmee is nog niet aangetoond dat deze druppeltjes ook voor besmetting zorgen. Maar het kamp dat daar van uitgaat, wordt wel groter. Van een Amerikaans koor raakten 42 van de 57 leden besmet na een repetitie in een slecht geventileerde ruimte. “En in een Chinees restaurant waren precies de gasten de pineut die in de luchtstroom zaten van een koelunit die de aanwezige lucht wel rondpompte, maar niet ververste”, legt Atze Boerstra, directeur van bba Binnenmilieu en ventilatie-expert, uit in de Nederlandse krant AD. “In beide gevallen hielden mensen zich aan de voorzorgsmaatregelen. De discussie onder wetenschappers: kwam de overdracht echt door aerosolen, of toch door andere factoren?

Hoe groot het verspreidingsaandeel van slecht geluchte ruimtes eventueel zou kunnen zijn, is ook nog maar de vraag. Boerstra: “Tijdens 95 procent van dit soort bijeenkomsten zal er misschien weinig gebeuren, maar als het misgaat, heb je een probleem.”

Een groeiende groep experts concludeert dan ook dat ventileren van ruimtes veel meer aandacht moet krijgen in de voorlichting over het coronavirus.  Ook epidemioloog Pierre Van Damme (UAntwerpen) is voorstander van een goede ventilatie. “Zelfs al is daar nog niet enorm veel wetenschappelijk bewijs voor, het is een kwestie van gezond verstand. Ook voor onze algemene gezondheid is het belangrijk dat de lucht niet te lang kan blijven hangen in onze kamers, dat speelt ook bij andere infecties een rol.”

Akkoord, maar wat dan in het najaar, wanneer het zonde is om onze verwarmde lucht het huis weer uit te laten? “Je kan gemakkelijk de verwarming even lager zetten en een kwartiertje de ramen openen om alles te ventileren. Zeker ook in de slaapkamers”, adviseert Van Damme. “Zorg ervoor dat dat een goede gewoonte wordt, net zoals het regelmatig wassen van de handen dat ook weer is geworden.”

2. En doe binnenshuis niet al te zot

Vooropgesteld: veel is nog steeds niet bekend over het coronavirus. Hoe vaak het verspreid wordt door een onderling gesprek of een omhelzing, hoe vaak door een ‘besmette’ deurklink en hoe vaak door slechte ventilatie? Onduidelijk. Wat we uit onderzoeken wel weten, is dat het op al die manieren zou kúnnen gebeuren, en dat je eigen omgeving – huis, gezin, goede vrienden, familie – veruit de meest voorkomende bron van besmetting is, omdat je daar gewend bent om langere tijd dichtbij anderen door te brengen. 

Alle experts adviseren dan ook om zoveel mogelijk in openlucht af te spreken omdat de druppels met virusdeeltjes daar minder blijven hangen. Want terwijl agenten overuren draaiden om mensen in binnensteden, parken en op stranden aan te spreken of te bekeuren, blijkt uit onderzoeken overal ter wereld dat veruit de meeste coronabesmettingen binnen plaatsvonden, met thuis als onbetwiste hotspot nummer 1.

10 geboden Levi JacobsBeeld Levi Jacobs

Een studie van onderzoekers in Hongkong vond onder 318 onderzochte uitbraken in China slechts één besmettingsgeval buiten. Ook andere onderzoekers concluderen massaal dat overdracht plaatsvindt in huis, in de kerk, het openbaar vervoer, restaurants, kantoren, sportscholen en winkels. Niet op het strand, niet in het park. Met andere woorden: nestel je zolang het kan liever op een picknickdeken dan in de zetel. “We moeten echter realistisch blijven”, zegt Van Damme. “De kans is groot dat we dit nog maanden zullen moeten doen, ook wanneer het weer slechter wordt. Dan ga je niet in de tuin zitten.”

Het is dus belangrijk om in het achterhoofd te houden dat je eigen bubbel een belangrijke bron van besmetting is, zeker als die bubbel niet gesloten is, weet viroloog Anne-Mieke Vandamme (KU Leuven). “Wanneer je bubbel gesloten is en enkel dezelfde mensen elkaar zien (zoals dat verplicht was twee weken geleden, KS), dan is er niet zozeer een probleem omdat je het dan ook snel in de kiem kan smoren.” Nu onze bubbels uitgebreid en meer open mogen zijn, wordt dat dus misschien wel andere koek. 

“Ik blijf voorzichtig”, zegt ook Pierre Van Damme. Hij adviseert om je niet blind te staren op dat aantal, maar vooral de afstand tussen mensen in acht te nemen. Wanneer je daar immers rekening mee houdt, wordt je aantal automatisch beperkt, tenzij je een gigantische woonkamer hebt. “Het virus heeft niets liever dan dat we met z’n allen dicht bij elkaar kruipen. Probeer het virus geen cadeau te geven”, laat de professor nog optekenen. “Bovendien is het ook makkelijker voor het contact-tracen wanneer je geen te verwarrende clusters van personen maakt en elke week tien andere mensen gaat zien.”

3. Wantrouw niet bij het passeren

Je hebt het vast zelf al eens gedaan, je gezicht weggedraaid wanneer je in een smal straatje langs een voorbijganger moest. Misschien heb je zelfs je adem ingehouden. Een moeder met dubbele buggy een vuile blik toegeworpen omdat ze physical distancing onmogelijk maakt, of jezelf tegen de muur gedrukt en een schietgebedje gedaan wanneer je buurman je op de trap passeerde. Wie zich vroeger al druk maakte om het feit dat niemand nog vriendelijk goeiedag zegt op straat, zal in het coronatijdperk helemaal bot gevangen hebben. En dat terwijl het besmettingsgevaar bijzonder laag is.

3. Wantrouw niet bij het passeren
Beeld Levi Jacobs

Dat er bij een stille ontmoeting op straat of in het trappenhuis geen besmetting plaatsvindt, heeft te maken met een combinatie van twee dingen: de korte tijd van het contact en het lage aantal virusdeeltjes dat een eventueel besmet persoon verspreidt als hij normaal ademt.

“Zelfs wanneer je iemand passeert die aan het bellen is, en die dus praat, is er amper een probleem”, zegt viroloog Anne-Mieke Vandamme. “Om besmet te geraken moet je genoeg virusdeeltjes binnenkrijgen, en bij het kruisen van iemand op straat is die kans echt heel klein.” Ook iemand die joggend langskomt is door het snelle passeren geen gevaar. Anders wordt het als een ander je recht in het gezicht hoest of niest, of als je langdurig met iemand op korte afstand staat te praten. Dan is het aantal virusdeeltjes waaraan je potentieel komt bloot te staan, een stuk hoger.

Plots uitwijken en op het fietspad (of erger: de straat) springen wanneer je een mogelijke passant ziet aankomen is dus veel gevaarlijker dan die persoon even te kruisen. Benader je buurtbewoners bijgevolg niet als rondwandelende virusbommen, maar geef hun zelfs een vriendelijk knikje in het voorbijgaan. Het is geen vaccin, maar iedereen wordt er wel beter van.

4. Maar hou afstand bij het musiceren

Atze Boerstra noemt het in AD ‘de Covid-19-Bermudadriehoek’: veel mensen langere tijd samen in een binnenruimte die slecht geventileerd is en waar veel gezongen of geroepen wordt. Het is een van de verrassingen die Covid-19 in petto had voor virologen. Wie corona onder de leden heeft en zingt, hard praat of hijgt van het sporten, scheidt niet alleen meer virusdeeltjes uit dan een ander. Diegene blijkt ook aerosolen te produceren, kleine druppeltjes die verder reiken dan 1,5 meter en anderen zouden kunnen besmetten. ‘Zouden kunnen’, met nadruk, want experts zijn het onderling nog niet eens of de minidruppels echt een rol spelen in de overdracht van corona.

4. Maar hou afstand bij het musiceren
Beeld Levi Jacobs

Eerder werd breed aangenomen dat het virus alleen over korte afstand via grotere druppels verspreid werd, net als bij een luchtweginfectie als griep. Vandaar de anderhalvemeterregel. Maar sinds overal ter wereld koorrepetities brandhaarden van corona werden, zelfs waar de voorzorgsmaatregelen in acht werden genomen, is er debat. Niet alleen bij zangkoren blijkt corona zich soms onverwacht te verspreiden: hetzelfde gebeurde bij kerkdiensten, in een restaurant, een callcenter, onder aerobicinstructeurs. Kortom: plekken waar mensen langer samenzijn en zich niet inhouden.

Daarom dat misvieringen wel mogen doorgaan, maar het koor nog even de mond gesnoerd wordt. Bands mogen weer repeteren en opnemen, maar moeten de anderhalvemeter regel in acht houden. Zangers en mensen die een blaasinstrument bespelen, kunnen die afstand beter nog groter maken.

Maar wat dan met optredens waarbij meegezongen wordt, of sportwedstrijden waar het publiek juicht om een goal? “In principe zou dat in openlucht geen probleem mogen vormen als je ver genoeg uit elkaar zit. Maar dat hangt natuurlijk af van de aard van het event”, zegt Anne-Mieke Vandamme. “Sportwedstrijden en muziekoptredens zijn doorgaans events waarbij emoties hoog oplaaien en waar die afstand niet gegarandeerd kan worden.” Bijzonder kumbaya is het dus allemaal niet, al zouden uw kinderen op kamp wel samen mogen zingen rond het kampvuur.

5. Gun kinderen hun speelse jovialiteit

De bubbels van kinderen mogen voor zomerkampen immers uitgebreid worden tot 50 andere kinderen, en op school tot 20. In de statistieken zijn 12-minners zwaar ondervertegenwoordigd. Kinderen raken niet snel besmet en lijken zelf weinig anderen te besmetten. “Dat beeld blijft staan”, zegt Nederlands kinderarts-epidemioloog Patricia Bruijning aan het AD. “Al kennen we de redenen van de lage vatbaarheid en bijdrage aan verspreiding nog steeds niet helemaal.”

5. Gun kinderen hun speelse jovialiteit
Beeld Levi Jacobs

Viroloog Marc Van Ranst liet optekenen door de VRT dat uit alle studies momenteel blijkt dat bij kinderen, wanneer ze zelf ziek worden, het ziektemakende vermogen heel klein is. Ook in Denemarken, waar de kinderen in basisschoolleeftijd al sinds 15 april weer naar school gaan, is geen opvallende stijging van het aantal coronagevallen waar te nemen. En in Nederland lijken besmettingsgevallen onder lesgevend personeel niet naar schoolkinderen te herleiden. “Kinderen hebben nauwelijks impact op deze epidemie”, zegt Pierre Van Damme. “Alle medische studies wijzen dezelfde kant uit en dat komt de bewegingsvrijheid van het kind alleen maar ten goede.”

Kinderen kunnen daarom ook weer een dagje naar de grootouders die niet tot de risicogroep (minder dan 65 jaar en zonder ernstige medische aandoening) behoren, en kunnen daarnaast ook weer terecht in speeltuinen en de parken om vrij te spelen. “De kans op besmetting van een kind is niet nul. Maar alle risico’s uitsluiten, dat zal je als ouder toch niet lukken”, zegt Bruijning.

6. En draag een masker als blijk van solidariteit

Het is het meest omstreden stukje textiel sinds het tapijt van Bayeux, maar los van de wie-wat-waar-wanneer-discussie zijn zowat alle experts het erover eens dat een mondmasker een belangrijke rol speelt in de exit. Ze zijn verplicht op het openbaar vervoer en worden sterk aangeraden op andere plekken. Anne-Mieke Vandamme: “Momenteel is de communicatie dat het vooral belangrijk is wanneer je geen anderhalve meter afstand kan houden, maar ik zou zeggen: doe het altijd wanneer je met mensen in een min of meer gesloten ruimte bent. Slecht geluchte ruimtes vormen echt een probleem.”

6. En draag een masker als blijk van solidariteit
Beeld Levi Jacobs

De virologe betreurt dat ze steeds minder mensen een masker ziet dragen, bijvoorbeeld in de winkel. “Je draagt een masker niet om jezelf te beschermen, maar om anderen te beschermen, dus is het belangrijk dat we allemaal mondmaskers dragen. Jammer genoeg zijn er daardoor ook mensen die ontmoedigd worden omdat ze zoveel anderen zonder masker zien. ‘Jamaar, zij dragen het ook niet dus wat is het nut dat ik het dan draag?’, klinkt het dan. Ik blijf het mijne in ieder geval consequent dragen, in de hoop dat het mensen aanmoedigt het ook te doen”, zegt Anne-Mieke Vandamme.

Haar collega Pierre Van Damme treedt haar bij. “Je draagt een masker als vorm van respect voor elkaar: ik respecteer jouw gezondheid, jij respecteert de mijne. Een mondmasker draag je niet voor je plezier of voor je eigen gezondheid, je draagt het om een ander te beschermen. Het is een heel altruïstisch gebaar en het heeft vooral zin als iedereen er eentje draagt. Ik hoop dat we dat bij mensen kunnen laten doordringen.”

7. Blijf bewegen, liefst in openlucht

Voor een goede gezondheid is bewegen onontbeerlijk. Daarom was wandelen, fietsen of joggen in openlucht zelfs tijdens het hoogtepunt van onze lockdown light toegestaan. Naarmate de versoepeling volgde, kregen steeds meer buitensporten een oké, maar vanaf 8 juni kunnen zowat alle sportactiviteiten onder voorwaarden hervatten, al blijven zwembaden nog gesloten. Fitnessclubs zullen maatregelen moeten treffen, en sporten in openlucht geniet nog steeds de voorkeur.

7. Blijf bewegen, liefst in openlucht
Beeld Levi Jacobs

Het is niet moeilijk om je voor te stellen waarom het in de strijd tegen een bijzonder besmettelijk virus niet bepaald optimaal is om in nabijheid van anderen al puffend zweet, materiaal en high fives met elkaar te delen. Onderzoek toonde eerder al aan dat drukbezochte sportclubs best wel wat besmettingsrisico huisvesten voor luchtwegaandoeningen als de griep of tuberculose, terwijl gewichten of yogamatten mogelijke broeihaarden voor bacteriën als streptokokken en E. coli zijn. Een recente Zuid-Koreaanse studie van Dankook University stelde bovendien een cluster van besmettingen vast na een dansles in een fitnesscentrum, waarbij 112 mensen het coronavirus opgelopen zouden hebben.

“Ik denk dat het zweten op zich er weinig mee te maken heeft, maar als de omgeving vochtiger is door dat zweten, dan overleeft het virus wel langer en blijven druppeltjes ook langer ­circuleren”, weet Anne-Mieke Vandamme. “Tijdens sportieve inspanningen gaan we ook zwaarder ademen, en dus meer druppeltjes uitscheiden. Wanneer dat alles plaatsvindt in een slecht geluchte ruimte, is de kans op besmetting groter.” Vandamme wijst dus op het cruciale belang van goede ventilatie, afstand en het grondig reinigen én ontsmetten van gedeeld materiaal, zoals toestellen en gewichten.

8. En denk eraan: ook de geest moetaf en toe gelucht

“Het luchten van de geest is het spreken met de ander”, zegt psychiater Dirk De Wachter. “Mijn grote raad is steevast: maak verbinding en praat met de mensen in je nabijheid, slik het niet in en doe niet alsof alles oké is als het dat niet is.” Volgens De Wachter werken de nieuwe maatregelen die verbinding in de hand. Hij adviseert dan ook om veel te babbelen met vrienden, familie of buren nu we weer mogen samenkomen.

8. En denk eraan: ook de geest moetaf en toe gelucht
Beeld Levi Jacobs

“Dat hoeven geen zware probleemgerichte gesprekken te zijn, maar het uitwisselen van onze ervaringen van de voorbije weken is wel belangrijk. Er is voor veel mensen immers nogal wat gebeurd. Sommigen zijn iemand verloren, jobs staan op de helling, er zijn ook nog heel wat problemen die er nog zitten aan te komen. Laten we dus gebruik maken van die nieuwe vrijheden, niet om ons zat te drinken, maar ook om tegen elkaar te kunnen zeggen wat er de voorbije periode allemaal gebeurd is.”

9. Ook de komende maanden blijft alertheid cruciaal

We worden steeds losser gelaten maar, zo zei ook vicepremier Alexander De Croo (Open Vld) na de Veiligheidsraad: we moeten nu nog meer vertrouwen op het gezonde verstand van de burger. Ondertussen weten we immers al wel wat mag en niet mag. Dat afstand bewaard moet worden. Dat hygiëne belangrijk is. En vooral: dat we alert moeten zijn.

“Het is essentieel om aandacht te hebben voor de eerste gezondheidsklachten”, zegt Pierre Van Damme. “Blijf thuis wanneer je je ziek voelt en raadpleeg de huisarts. Ik denk dat dit voor ons Belgen een grote mentaliteitswissel wordt, veel meer dan voor onze noorderburen, die doorgaans sneller thuis uitzieken bij griepsymptomen, terwijl wij gewoon nog naar het werk trekken.”

9. Ook de komende maanden blijft alertheid cruciaal
Beeld Levi Jacobs

Hij voegt er nog aan toe dat we ook onze schroom zullen moeten opzijzetten en onze afsprakenagenda openbaar maken wanneer daar om gevraagd wordt. “Contact-tracing is een belangrijke factor bij het indijken van het virus. Men moet dat echt beseffen en actief meehelpen door contacten bij te houden en te delen wanneer daarom gevraagd wordt.”

Volgens Vandamme is het ook belangrijk dat we, nu we weten welke situaties potentieel veel besmettingsgevaar herbergen, zoals slecht geluchte ruimtes of plaatsen waar veel mensen dicht op elkaar staan, zelf die analyse ook gaan maken. “Niet met z’n allen in een vergaderruimte kruipen, geen restaurants binnenstappen waar de tafeltjes toch te dicht op elkaar staan. Zelfs wanneer het aantal mensen in een winkel niet meer gemonitord wordt door het personeel zelf de analyse maken of er te veel volk binnen is.”

10. En zie ook het positieve in dit nieuwe normaal

Het is al vaker beschreven, het gouden randje aan deze crisis. We hebben weer aandacht voor het belang van af en toe te onthaasten en uit de ratrace te stappen. We hebben tijd gemaakt voor ons gezin en meer oog gehad voor alleenstaanden en kwetsbaren.

“We moeten niet naïef-positief zijn, maar we hebben tijdens deze crisistijd inderdaad wel wat mooie dingen gezien”, zegt Dirk De Wachter. “Mensen hebben zich vrijwillig geëngageerd om voor elkaar te zorgen. We hebben ondervonden hoe belangrijk vriendschappen zijn, en creativiteit heeft een hoofdrol gespeeld in het bedenken van oplossingen om elkaar toch te ontmoeten zonder elkaar aan te raken. Ik hoop dat we dat solidaire, verbindende en creatieve kunnen behouden zonder dat het weggespoeld wordt door de harde economische realiteit.”

“In zekere zin is dit voor veel mensen een wake-upcall geweest”, beaamt Pierre Van Damme. “Ik hoop dan ook dat we een aantal dingen zullen leren en meenemen, niet alleen als overheid of als gezondheidsinstelling, maar ook als mens. Het belang van sociaal contact bijvoorbeeld.”

10. En zie ook het positieve in dit nieuwe normaal
Beeld Levi Jacobs

De epidemioloog haalt bovendien nog een ander gunstig neveneffect aan. “Mensen mogen niet onderschatten wat voor impact onze nieuwe gewoontes van physical distancing, vaker handen wassen, ruimtes luchten enzovoort, zullen hebben op andere infecties. Als we deze wat blijven volhouden, en bijvoorbeeld in de winter ook mondmaskers dragen op het openbaar vervoer, is het goed mogelijk dat we minder grieppatiënten zullen hebben wanneer het griepvirus weer circuleert.”

“Humor”, besluit De Wachter, “daarop moeten we blijven inzetten. Het is een goede uitlaatklep, dat zei ik al aan het begin van deze crisis en dat blijf ik herhalen. Het kunnen lachen met de absurditeit van de dingen is essentieel.”

Amen.