Omstreden Hongaarse wet op ngo's is strijdig met Europese grondregels, oordeelt Europees Hof
Een omstreden Hongaarse wet die buitenlandse niet-gouvernementele organisaties (ngo's) aan banden legt, is strijdig met de Europese grondregels. Dat heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld. De wet die de regering van Viktor Orbán drie jaar geleden invoerde, is "discriminerend" en "ongerechtvaardigd", stelt het Hof.
De Hongaarse regering drukte drie jaar geleden een wet door die ngo's die financiering uit het buitenland ontvangen verplicht om zich bij de overheid te registreren.
De ngo's moeten de namen en bedragen melden van schenkers die minstens 500.000 Hongaarse forint (1.400 euro) doneren. Die informatie wordt publiek gemaakt. Op de homepage van hun websites en in hun publicaties dienen ze te vermelden dat ze een organisatie zijn die buitenlandse steun ontvangt. Doen ze dat niet, dan kunnen ze beboet of zelfs opgedoekt worden.
De wet viseert vooral de organisaties van de Amerikaans-Hongaarse miljardair George Soros, die wereldwijd ngo's financiert die opkomen voor minderheden en kritisch zijn voor autoritaire regimes. De liberale visie van Soros staat haaks op het nationalisme van premier Viktor Orbán.
De invoering van de wet leidde destijds tot straatprotest in Boedapest. Ook de Europese Commissie trok in het verweer tegen de wet, waarna de regering een eerste versie van de wet wel wat minderde, maar verder toch voet bij stuk hield.
Maar nu moet ze toch buigen voor het Europese Hof in Luxemburg. Dat oordeelt dat de wet "discriminerend" is en dat hij de ngo's ongerechtvaardigde beperkingen oplegt. De wet schendt meer bepaald het recht op de privacy en de vrijheid van vereniging, zoals vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De wet belemmert daarnaast ook het vrije verkeer van kapitaal, door een "sfeer van wantrouwen" rond de ngo's te creëren.